Terug Gemeenteraad

Thu 07/10/2021 - 20:00 Gemeenteraadszaal

Openbaar

  • In uitvoering van het Decreet over het Lokaal bestuur, artikel 263, legde het AGB Tielt een opvolgingsrapportering met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan tijdens het eerste semester van 2021 voor aan de raad van bestuur van 5 oktober 2021.

    Gezien de gemeenteraad het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Tielt goedkeurde, wordt de opvolgingsrapportering 2021 van het AGB Tielt eveneens ter kennisgeving voorgelegd aan de gemeenteraad van stad Tielt.

  • Als afzonderlijke rechtspersoon heeft het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt eigen verplichtingen en verbintenissen en maakt het hiervoor afzonderlijke beleidsrapporten op.  De Raad van Bestuur van het AGB stelt het meerjarenplan en de aanpassingen ervan vast en legt deze vervolgens ter goedkeuring voor aan de gemeenteraad.

    De Raad van Bestuur van het AGB stelde het Meerjarenplan 2020-2025 van het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt vast in zitting van 3 december 2019, waarna het werd goedgekeurd door de gemeenteraad van Tielt van 5 december 2019.  Het meerjarenplan werd een eerste keer aangepast door de Raad van Bestuur van 1 december 2020 en de gemeenteraad van 3 december 2020.

    Gezien het vroegere jaarlijkse budget niet meer bestaat als afzonderlijk beleidsrapport maar geïntegreerd is in het meerjarenplan, bevatte deze eerste meerjarenplanaanpassing 2020-2025 ook de kredieten voor de exploitatie, investeringen en financiering voor het boekjaar 2021.

    In zitting van 5 oktober 2021 stelde de Raad van bestuur de tweede Meerjarenplanaanpassing 2020-2025 van het AGB Tielt vast.  Hierin wordt het resultaat van de jaarrekening 2020 ingeschreven en worden aanpassingen aangebracht aan de ramingen van zowel 2021 als van de daaropvolgende jaren.  De kredieten voor boekjaar 2022 werden evenwel nog niet vastgesteld via deze Meerjarenplanaanpassing 2.

    Het ontwerp van Meerjarenplanaanpassing 2 van het AGB Tielt werd opgesteld in nauw overleg met het stadsbestuur.  De doelstellingenboom is gebaseerd op die van het lokaal bestuur en blijft ongewijzigd.  De financiële implicaties van de aanpassingen voor het stadsbestuur zijn verwerkt in het ontwerp van Meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt.  Hierin wordt ook het geconsolideerd financieel evenwicht van stad, OCMW en AGB Tielt tot uiting gebracht.

    De Meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 van het AGB Tielt is financieel in evenwicht.  Het beschikbaar budgettair resultaat is voor elk jaar van de planningsperiode positief en bedraagt eind 2025 € 107.270.  De autofinancieringsmarge is eveneens elk jaar positief, met uitzondering van de coronajaren 2020 en 2021.  In 2025, het laatste jaar van de planningsperiode, bedraagt de autofinancieringsmarge € 14.473.

    Het ontwerp van Meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 van het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt werd toegelicht en besproken in de gemeenteraadscommissie financiën van 4 oktober 2021.

  • In uitvoering van het Decreet over het Lokaal bestuur, artikel 263, wordt een opvolgingsrapportering met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan tijdens het eerste semester van 2021 voorgelegd aan de gemeenteraad.

    Gezien alle actieplannen in het meerjarenplan prioritair werden gesteld, bevat de opvolgingsrapportering ook de evaluatie van elk actieplan.

    Vanaf 2021 maken de lokale besturen geïntegreerde beleidsrapporten op.  De voorliggende opvolgingsrapportering bevat de actieplannen die betrekking hebben op de stad, op het OCMW of op beide en wordt dus ook ter kennisgeving voorgelegd aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn.

  • De vaststelling van de Meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt werd voor wat betreft het deel OCMW geagendeerd op de Raad voor Maatschappelijk Welzijn.

    De gemeenteraad dient vervolgens de Meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt vast te stellen voor wat betreft het deel stadsbestuur.  Stad en OCMW voeren immers een geïntegreerd beleid met een gezamenlijk meerjarenplan, doelstellingenboom en financieel evenwicht, maar wel nog steeds met afzonderlijke kredieten.  Dat laatste komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor stad en OCMW apart zijn opgenomen.

    In het voorliggende ontwerp van Meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt wordt het resultaat van de jaarrekening 2020 ingeschreven en worden aanpassingen aangebracht aan de ramingen van zowel 2021 als van de daaropvolgende jaren.  Ook de aangepaste lijst met nominatieve subsidies is opgenomen in de meerjarenplanaanpassing.  De kredieten voor boekjaar 2022 werden evenwel nog niet vastgesteld via deze Meerjarenplanaanpassing 2.

    De voorliggende Meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt is financieel in evenwicht en werd toegelicht en besproken in de gemeenteraadscommissie financiën van 4 oktober 2021.

  • De vaststelling van de Meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt werd voor wat betreft het deel OCMW geagendeerd op de raad voor maatschappelijk welzijn en voor wat betreft het deel stadsbestuur op de gemeenteraad.

    Nadat de raad voor maatschappelijk welzijn de Meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt vastgesteld heeft voor wat betreft het deel OCMW, komt het de gemeenteraad toe om dit deel goed te keuren.  De stad moet immers de financiële gevolgen dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakte.

    Door deze goedkeuring, en door de vaststelling van het deel voor het stadsbestuur, wordt het meerjarenplan in zijn geheel geacht goedgekeurd te zijn en is de Meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt dus definitief vastgesteld.

    De voorliggende Meerjarenplanaanpassing 1 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt is in zijn geheel financieel in evenwicht.  Het beschikbaar budgettair resultaat is elk jaar van de planningsperiode positief en bedraagt eind 2025 € 2.815.002.  De autofinancieringsmarge is eveneens elk jaar positief en bedraagt € 1.064.772 in 2025, het laatste jaar van de planningsperiode.

    De gecorrigeerde autofinancieringsmarge, die abstractie maakt van de toegepaste financieringsvormen, is eveneens elk jaar positief.

    Ook het geconsolideerde financieel evenwicht van stad, OCMW en AGB Tielt samen is gegarandeerd.

    Het voorliggende ontwerp van Meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt werd toegelicht en besproken in de gemeenteraadscommissie financiën van 4 oktober 2021.

  • Hierbij wordt een ondergrondse inname gevestigd in de groenzones van stadsbestuur Tielt:

    - Een ondergrondse inname met een oppervlakte van drieëntachtig centiare (83ca), grond, gelegen nabij Hof Te Perremans;

    - Een ondergrondse inname met een oppervlakte van twee are tweeëntachtig centiare (2a 82ca), grond, gelegen nabij Fonteinestraat;

    - Een ondergrondse inname met een oppervlakte van zestien centiare (16ca) en een bovengrondse inname met een oppervlakte van dertig centiare (30ca), grond, gelegen nabij Ringlaan.

    Deze kosteloze overdracht geschiedt met reden van openbaar nut, en meer in het bijzonder voor het vervangen van een toevoerleiding DN500 van De Watergroep en dit naar aanleiding van verschillende lekken ter hoogte van het kerkhof en Hof te Perremans te Tielt. De nieuwe leiding werd op het openbaar domein aangelegd waarbij een beperkte inname van dit terrein noodzakelijk was.  De bestaande toevoerleiding nabij de begraafplaats Tielt werd buiten dienst gesteld.

  • Architect Steven De Vrieze uit Tielt stelde het ontwerp op voor aanpassingswerken aan de OLV-kerk, Stationstraat Tielt. Zodoende wordt de kerk geoptimaliseerd voor de huisvesting van verenigingen.

    • Perceel 1: bouwkundige werken en diverse voltooiingswerken, geraamd op 78.162,61 euro;
    • Perceel 2: beglaasd binnenschrijnwerk, geraamd op 66.550,00 euro;
    • Perceel 3: technieken, geraamd op 90.762,83 euro;

    Totale raming: 235.475,44 incl. 21% btw.

    Wijze van gunnen: vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

    Budget: 2021/ACT-37.1.1/0790-00/2210707/STAD/IP-29.

  • In juni heeft de Vlaamse overheid het Lokaal Energie- en Klimaatpact gelanceerd om samen met de lokale besturen de handen in elkaar te slaan om samen de nodige transitie in het energie- en klimaatbeleid te verwezenlijken. De focus ligt op vier concrete werven:

    - Werf 1: ‘Laten we een boom opzetten’ (vergroening)

    - Werf 2: ‘Verrijk je wijk’ (renovatie, hernieuwbare energie)

    - Werf 3: ‘Elke buurt deelt en is duurzaam bereikbaar’ (koolstofvrije (deel)mobiliteit)

    - Werf 4: ‘Water. Het nieuwe goud’ (droogteproblematiek)

    Per werf zijn er meerdere concrete doelstellingen opgenomen in het Pact. De doelstellingen van de vier werven moeten tegen 2030 op Vlaams niveau gehaald worden en niet per gemeente. De (deelnemende) gemeenten ondernemen actie in de mate dat dit voor hen mogelijk is.

    Naast het collectief werken aan de doelen binnen de werven zijn er ook enkele individuele verbintenissen. Lokale besturen die het Pact ondertekenen, engageren zich om:

    - Het Burgemeestersconvenant 2030 te ondertekenen en uit te werken;

    - Een gemiddelde jaarlijkse primaire energiebesparing van minstens 2,09% te realiseren in hun eigen gebouwen (inclusief technische infrastructuur, exclusief onroerend erfgoed);

    - Een reductie van de CO2-uitstoot van hun eigen gebouwen en technische infrastructuur met 40% in 2030 ten opzichte van 2015 te realiseren;

    - Tegen ten laatste 2030 de openbare verlichting te verledden;

    - Het draagvlak voor hernieuwbare energie te verhogen, geen heffing op hernieuwbare energie installaties in te voeren en bestaande, zoals de heffing op pylonen van windmolens, af te bouwen tegen ten laatste 2025;

    - Lokale warmte- en sloopbeleidsplannen op te maken;

    - Burgers, bedrijven en verenigingen te stimuleren om samen met het lokaal bestuur de concrete en zichtbare streefdoelen uit de 4 werven van het Pact te behalen.

    Van de Vlaamse overheid wordt verwacht dat zij als aanspreekpunt zal fungeren om de barrières te helpen wegwerken en ondersteuning zal bieden. De Vlaamse Regering geeft ook financiële ondersteuning. In totaal wordt er voor 2021 een subsidie van 24.324.010,00 euro voor klimaatacties van gemeenten voorzien. Elke gemeente, die het Pact ten laatste tegen 29 oktober 2021 ondertekent, kan bijgevolg rekenen op financiële ondersteuning. De middelen worden verdeeld via trekkingsrecht (met 50% cofinanciering). Het doel is dat de middelen voor 2021 zo veel mogelijk in de loop van 2022 zullen besteed worden. Deelnemende gemeenten bepalen zelf waarvoor ze het budget gebruiken, zolang de besteding ervan bijdraagt aan de doelstellingen van het Pact. Indien het Lokaal Bestuur Tielt het pact zou ondertekenen, dan zullen we voor 2021 een subsidie van minimaal 72.847,00 euro ontvangen. Dit is in de veronderstelling dat alle gemeenten het Pact zullen ondertekenen. De exacte financiële ondersteuning zal ten laatste op 1 december 2021 kenbaar gemaakt worden. Er zijn nog geen concrete bedragen gekend voor de volgende jaren. De financiële opvolging zal gebeuren op basis van de informatie in de jaarrekening (BBC-rapportering). De ondertekening van het Lokaal Energie- en Klimaatpact wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

  • De actuele maatschappelijke vraag naar méér bomen/bos is groot. Onder meer de biodiversiteits-crisis, klimaatverandering, maar ook dierenwelzijn (schaduw) en 'zorg voor landschap' duwen de publieke opinie in die richting. Anderzijds is er ook puntsgewijze tegenkanting tegen bomen – “not in my backyard”. Daarnaast is er een noodzaak tot meer planmatige omgang met het bestaand bomenpatrimonium. De opmaak van een boombeheerplan is hierbij de concrete betrachting. De burger moet daarin zijn zeg kunnen hebben. Vanuit de Provincie West-Vlaanderen kwam het voorstel om hieromtrent een PDPO-project uit te werken, waarvoor Stad Tielt uiteindelijk werd geselecteerd. Dit project wil een holistische samenwerking zijn met in totaal 12 gemeenten in West-Vlaanderen. Bedoeling van het project is dus om lokale besturen te helpen met hun ambities tot uitbreiding van het bomenbestand op hun grondgebied. Hiertoe worden kansenkaarten ontwikkeld die aangeven waar op het publieke terrein het lokale bestuur mogelijks zélf aan de slag kan. Daarnaast worden ook twee doelgroepen actief benaderd:

    • tuiniers worden benaderd met een aanpak rond ‘klimaatbomen’. Via info-verstrekking en de terbeschikkingstelling van bomen proberen we 'de juiste boom in de juiste tuin' te krijgen.
    • bij landbouwers wordt de aandacht gevestigd op weiden bestemd voor weidegang. Daar kan een mooie match gemaakt worden tussen dierenwelzijn en landschapszorg.

    In de overeenkomst worden de concrete engagementen van alle partijen opgenomen. Het komt de Gemeenteraad toe deze overeenkomst goed te keuren.

  • In het PRUP “afbakening kleinstedelijk gebied Tielt” is tevens een deelPRUP Stedelijk groen opgenomen. Binnen dit deelPRUP wordt de aanleg van een stadsrandbos vastgelegd. Dit is voorzien tussen de Huffeselestraat/Abeelstraat, de Sint-Amandstraat en de Meulebeeksesteenweg, langsheen de oude spoorwegzate naar Meulebeke. Voor de aanleg van bossen dienen natuurlijk eerst de gronden te worden verworven. Vorig jaar kwam vanuit Departement Omgeving een call voor de subsidieaanvraag voor het aankopen van gronden voor bebossen. Hierop werd door het stadsbestuur ingegaan en er werd een subsidiedossier ingediend. Op 20.10.2020 werd door de Vlaams minister voor Omgeving de subsidie goedgekeurd voor de verwerving van gronden voor de aanleg van een stadsrandbos. Voorwaarde is wel dat binnen de 3 jaar de noodzakelijke aankopen dienen te gebeuren, met mogelijkheid weliswaar voor een gemotiveerd uitstel. Om de aankopen op het terrein te onderhandelen wordt nu voorgesteld om via de VLM te werken via een zogenaamde grondenbank. Het verwerven van gronden is namelijk een complex en langdurig proces waar expertise in de materie en terreinervaring belangrijke succesfactoren zijn. Het aanstellen van de VLM als partner op het terrein zou de aankopen moeten faciliteren, zodat op kortere termijn tot het bebossen van verworven percelen kan worden overgegaan.

  • De 17 gemeenten en steden uit de referentieregio Midwest formuleerden een gezamenlijke regionale visie op de afbakening van de werkingsgebieden voor de nieuwe woonmaatschappijen, met respect voor de autonomie van elke betrokken gemeente. Deze regionale visie is gevormd na overleg met zowel de betrokken lokale besturen als met de betrokken woonactoren (SHM’s en SVK’s) en de intergemeentelijke samenwerkingen rond wonen werkzaam in de regio Midwest. De gemeenten stellen voor om in de Midwest drie werkingsgebieden te vormen. Twee werkingsgebieden vallen volledig binnen de referentieregio Midwest. Het gaat om een werkingsgebied met de gemeenten Ardooie, Hooglede, Ingelmunster, Izegem, Ledegem, Lichtervelde, Moorslede, Roeselare en Staden en om een werkingsgebied met de gemeenten Meulebeke, Pittem, Ruiselede, Tielt en Wingene. De gemeenten Dentergem, Oostrozebeke en Wielsbeke sluiten aan bij een werkingsgebied dat afgebakend wordt in de regio Waregem, dat in een andere referentieregio ligt.

  • De bibliotheek verruimt het aanbod met bordspelen en gezelschapsspellen. De bibliotheek wordt aantrekkelijker voor jonge gezinnen en kan een nieuwe publiek aantrekken dat nu geen gebruik maakt van de huidige bibliotheekdiensten. Het doelpubliek is 0-99 jaar. Het aanbod bevat gezelschapsspellen die de verstandelijke en de sociaal-emotionele ontwikkeling stimuleren naast gezelschapsspellen die gewoon ontspannend zijn. Het nieuwe aanbod biedt ook ecologische en economische voordelen. De wijzigingen in het dienstreglement betreffen de toevoeging van het nieuwe aanbod en het verbod om bordspelen via de inleverbus in te dienen. Dit laatste met het oog op de controle van volledigheid en beschadiging. Deze wijziging werd besproken in de Raad van Bestuur van de openbare bibliotheek van 17.05.2021.

  • In de strijd tegen Covid-19 zijn recent een aantal maatregelen afgebouwd, zoals vb. het niet meer verplicht dragen van mondmaskers in winkels en horecazaken wat voor veel mensen een verademing zal zijn. Dit alles hebben we vooral te danken aan de succesvolle vaccinatiecampagne.

    Er wordt wel verder ingezet op goed verluchte binnenruimtes in de sportieve- en evenementensector. Ervoor was dit reeds verplicht in de horeca, en dus alsook vb. in de kantines van de sportclubs. Vele (sport)clubs hebben hierin dus reeds geïnvesteerd in de voorbije zomer. Voor vele verenigingen was dit dus terug een bijkomende kost in een werkjaar of zelfs twee werkjaren waarin het niet altijd makkelijk werken was.


    Voorstel van beslissing: N-VA/Open Vld+ stelt voor dat het stadsbestuur voorziet in een tussenkomst voor verenigingen die een CO²-meter aankopen. Hierin kan voorzien worden in een tussenkomst van 80% van de aankoopprijs met een maximum van een bepaald bedrag. Ook de verenigingen die deze reeds hebben aangekocht, kunnen deze tussenkomst met terugwerkende kracht verkrijgen.

  • Uit een rondvraag van Unizo blijkt dat lokale besturen bij aanbestedingen vaker niet dan wel voor lokale ondernemers kiezen. Zo heeft maar liefst 48 procent, of bijna de helft van de Vlaamse kmo's die in aanmerking komt, de afgelopen vijf jaar aan geen enkele overheidsopdracht deelgenomen.

     

    Hiervoor zijn vier belangrijke redenen, blijkt uit diezelfde rondvraag:

    - 24% van de ondernemers zegt niet op de hoogte te zijn van de aanbesteding

    - 22% wil wel intekenen, maar weet niet hoe eraan te beginnen

    - 19% heeft schrik dat de overheid een trage betaler is

    - 15% kijkt op tegen de te grote administratieve lasten

     

    Die bekommernissen blijken in veel gevallen ook gegrond te zijn. Op dit moment organiseert slechts 19 procent van de gemeenten infosessies en niet meer dan 10 procent voorziet specifieke begeleiding voor intekenaars op aanbestedingen.

    Wat ook veel lokale ondernemers afschrikt tot slot, is het grote belang dat wordt gehecht aan het criterium van de laagste prijs ten koste van criteria zoals klantenservice, nabijheid en bereikbaarheid.

     

    Met “de lokale reflex” wil minister Bart Somers samen met Unizo lokale besturen daarom oproepen om vaker te kiezen voor lokale handelaars. Lokale handelaars zorgen immers voor kwaliteit, nabijheid en duurzaamheid. Ze spelen een cruciale rol in het sociale weefsel, zorgen voor levendige straten en kernen, voor tewerkstelling en sponsoring van lokale verenigingen. En daarnaast zorgt het uiteraard ook voor een terugverdieneffect. Veel van de middelen vloeien immers rechtstreeks terug naar de plaatselijke samenleving en economie.

     

    Die oproep is des te belangrijker nu de relance van economie en samenleving aan snelheid wint. Zeker aangezien de lokale besturen hierin een centrale rol spelen. De komende jaren zullen zij maar liefst 2 miljard meer uitgeven dan oorspronkelijk geraamd in de meerjarenplannen. Het brengt het totaal op 17,4 miljard euro, goed voor 35% van alle overheidsuitgaven. Als onze lokale besturen de handen in elkaar slaan met hun lokale handelaars, zullen zij en niemand anders de motor worden van het economisch herstel.

     

    Minister Bart Somers heeft daarom alvast een draaiboek uitgeschreven met tips & tricks voor lokale besturen. Hij schuift daarbij vijf heel concrete acties naar voor:

    1. Deel een overheidsopdracht op in verschillende opdrachten, zo bereik je meer lokale bedrijven. Of breng verschillende lokale kmo’s samen om een overheidsopdracht binnen te halen.

    2. Laat prijscriteria minder doorwegen en leg meer de nadruk op dienstverlening. Lokale ondernemers hebben er immers meer belang bij, omwille van hun nabijheid tot de burger, om een betere dienst na verkoop te garanderen.

    3. Zet in op communicatie en sensibilisering. Grote bedrijven zijn georganiseerd om openbare aanbestedingen op de voet te volgen. Kleinere bedrijven niet. Schrijf lokale bedrijven bijvoorbeeld actief aan om mee te dingen naar een aanbesteding. Zorg vervolgens voor begeleiding, ondersteuning en feedback als ze het niet zouden halen. In Gent kunnen lokale kmo’s zich registreren als “stadsleverancier” om uitgenodigd te worden voor overheidsopdrachten die niet voorafgaand bekend moeten worden gemaakt.

    4. Vraag als lokaal bestuur geen referenties of hecht hier minder belang aan. Lokale ondernemingen en zeker start-ups hebben geen referenties, terwijl ze wel perfect in staat zijn om de opdracht goed uit te voeren.

    5. Verkort waar mogelijk de betalingstermijnen. In tegenstelling tot grotere bedrijven, kunnen lokale kmo’s het zich vaak niet veroorloven om maanden te wachten op de betaling voor hun werk. Het remt hen af om mee te dingen naar een lokale overheidsopdracht.

     

    Voorstel van beslissing: Om ervoor te zorgen dat meer lokale KMO’s de kans krijgen stelt het schepencollege een actieplan op waarin volgende actiepunten vervat zitten:

    o Deel overheidsopdracht op in kleinere opdrachten

    o Laat prijscriteria minder zwaar doorwegen

    o Zet in op communicatie, sensibilisering en begeleiding

    o Laat referenties minder zwaar doorwegen

    o Verkort de betalingstermijnen

  • In één op de vier Vlaamse gemeenten is de laatste jaren PFOS of een andere giftige stof uit de PFAS-familie gemeten. Dat blijkt uit onderzoek van Het Laatste Nieuws en VTM Nieuws dat deze week werd gepubliceerd.

    HLN publiceerde op zijn site een PFAS-waarden kaart met de maximale waarden die sinds 2009 gemeten zijn in het afvalwater van bedrijfssites, waterlopen en vissen.

    In Tielt blijken drie bedrijven PFAS-zuren te lozen.

    1. Bij Grandeco Wallfashion Group, langs de Wakkensesteenweg, werd in 2020 gemeten. Dat leverde 0,1 µg/l PFOS-zuur op, die door het bedrijf in het riool wordt geloosd.
    2. Lampe Textile, langs de Kanegemstraat, loost ook PFOS-zuren in het riool, maar daar heeft de VMM op vandaag nog geen metingen uitgevoerd.
    3. Balta Industries NV vestiging ITC Tielt, langs de Kanegemstraat, is vergund voor het lozen van bedrijfsafvalwater in het oppervlaktewater van de Lakenplasbeek.

    Het loost zowel PFOS als PFOA-zuren in de beek.

    Daar heeft de VMM in 2010 metingen uitgevoerd.

    Voor PFOS werd 0,16 µg/l gemeten.

    Voor PFOA-zuur werd evenwel 5,28 µg/l gemeten. Balta ITC staat daarmee in de top 10 van de hoogst gemeten PFOA-waarden bij lozing in oppervlaktewater in Vlaanderen.

    Volgens het gemeentelijk structuurplan Tielt ligt de Lakenplasbeek in ecologisch waardevol gebied.

     

    Voorstel tot beslissing: Het stadsbestuur informeert zich verder bij de VMM over de drie bedrijfssites, en gaat in overleg met de bevoegde milieu-instanties nieuwe metingen uitvoeren bij de bedrijven die giftige stoffen uit de PFAS-familie lozen.

    Voor zover er op vandaag geen recente meetresultaten beschikbaar zouden zijn, worden extra stalen genomen en gecontroleerd zowel bij het loospunt van Balta ITC in de Lakenplasbeek en in het ecologisch waardevol gebied in de omgeving van de Lakenplasbeek.

    Er wordt bij de bevoegde milieu-instanties aangedrongen op een regelmatige meting en controle. Bij gebrek hieraan, laat het stadbestuur zelf op regelmatige tijdstippen controlemetingen uitvoeren.


Publicaties

Agenda
Bijkomende agenda