Verleent eenparig goedkeuring aan de notulen van de zitting dd. 30.03.2023.
Naar aanleiding van de 50-dagen-viering van de laatstejaarsstudenten van de middelbare scholen in Tielt, werden in toepassing van de nieuwe gemeentewet door de burgemeester enkele maatregelen genomen in het kader van de beperking van het alcoholverbruik.
Voorstel van beslissing: kennisname van het besluit van de burgemeester bij hoogdringendheid dd. 27 maart 2023 betreffende een tijdelijke politieverordening n.a.v. het alcoholverbruik en sluiting horeca en nachtwinkels tijdens de 50-dagen-viering op 21 april 2023.
Neemt kennis van het besluit van de burgemeester bij hoogdringendheid dd. 27 maart 2023 betreffende een tijdelijke politieverordening n.a.v. het alcoholverbruik en sluiting horeca en nachtwinkels tijdens de 50-dagen-viering op 21 april 2023.
Overeenkomstig artikel 55 van het decreet betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten werden de rekeningen 2021 van de kerkfabrieken die ressorteren onder het Centraal Kerkbestuur Tielt gezamenlijk toegestuurd op 03.04.2023 aan de gemeentelijke overheid. Het betreft de rekeningen 2022 van de kerkfabrieken: Sint-Pieter, Onze Lieve Vrouw, Sint-Jozef Werkman, Sint-Martinus Aarsele, Sint-Bavo Kanegem en Onze Lieve Vrouw Geboorte Schuiferskapelle. Het behoort tot de bevoegdheid van de gemeenteraad om advies uit te brengen betreffende deze jaarrekeningen. Er wordt voorgesteld om de jaarrekeningen gunstig te adviseren.
Voorstel van beslissing: gunstig advies bij de rekeningen 2022 van de kerkfabrieken.
Gelet op het decreet van 07.05.2004 en latere wijzigingen betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid artikel 55;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur dd. 22.12.2017;
Gelet op het indienen van het Centraal Kerkbestuur Tielt dd. 03.04.2023 via het digitaal platform Religiopoint, waarbij de jaarrekeningen 2022 van de verschillende kerkfabrieken die ressorteren onder het Centraal Kerkbestuur Tielt gezamenlijk werden ingediend;
Gezien het hier de jaarrekeningen dienstjaar 2022 betreft van volgende kerkfabrieken: Sint-Pieter, Onze-Lieve-Vrouw, Sint-Jozef Werkman, Sint-Martinus Aarsele, Sint-Bavo Kanegem en Onze Lieve Vrouw Geboorte Schuiferskapelle;
Gezien het ingevolge art. 55§2 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort om advies uit te brengen betreffende deze jaarrekeningen;
Art. 1:
Gunstig advies te verlenen aan de jaarrekeningen dienstjaar 2022 van volgende kerkfabrieken:
- Sint-Pieter
- Onze-Lieve-Vrouw
- Sint-Jozef Werkman
- Sint-Martinus (Aarsele)
- Sint-Bavo (Kanegem)
- Onze Lieve Vrouw Geboorte (Schuiferskapelle)
Art. 2:
Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de heer Provinciegouverneur, het Centraal Kerkbestuur van Tielt, de betrokken kerkfabrieken en de gemeente Pittem.
In uitvoering van de realisatie van een verkaveling gelegen in de Olmenlaan – Transvaalstraat Aarsele, dienen de volgende percelen kosteloos aan het stadsbestuur overgedragen te worden om opgenomen te worden in het openbaar domein: Tielt, zesde afdeling Aarsele, sectie A, nummer 810/F P0000 en nummer 810/G P0000, met een respectievelijke oppervlakte volgens recent kadastraal uittreksel en volgens hierna vermeld meetplan van één are drieënzeventig centiare (1a 73ca) en tien centiare (10ca).
Voorstel van beslissing: goedkeuren van de ontwerpakte voor kosteloze verwerving van percelen grond Olmenlaan – Transvaalstraat Aarsele.
Gelet op het feit dat in uitvoering van de realisatie van een verkaveling gelegen in de Olmenstraat – Transvaalstraat Aarsele volgende percelen kosteloos dienen overgedragen te worden aan het stadsbestuur om opgenomen te worden in het openbaar domein;
Gelet op het feit dat het gaat over de percelen Tielt, zesde afdeling Aarsele, sectie A, nummer 810/F P0000 en nummer 810/G P0000, met een respectievelijke oppervlakte volgens recent kadastraal uittreksel en volgens hierna vermeld meetplan van één are drieënzeventig centiare (1a 73ca) en tien centiare (10ca);
Gelet op het feit dat de overdracht toegestaan en aanvaard wordt, onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad, zonder beding van prijs;
Gelet op het feit dat de akte verleden wordt onder voorbehoud van goedkeuring van verwerving door de gemeenteraad;
Geelt op het feit dat aan de gemeenteraad gevraagd wordt de akte goed te keuren;
Gelet op de wettelijke bepalingen terzake;
Art. 1:
Tot het goedkeuren van de ontwerpakte m.b.t. de kosteloze verwerving van de percelen Tielt, zesde afdeling Aarsele, sectie A, nummer 810/F P0000 en nummer 810/G P0000, met een respectievelijke oppervlakte volgens recent kadastraal uittreksel en volgens hierna vermeld meetplan van één are drieënzeventig centiare (1a 73ca) en tien centiare (10ca) voor de realisatie van een verkaveling gelegen in de Olmenstraat – Transvaalstraat.
Art. 2:
De verwerving geschiedt verder tegen de voorwaarden vervat in de akte en onder voorbehoud van goedkeuring van de gemeenteraad en van niet-schorsing of niet-vernietiging door de toezichthoudende overheid.
Art. 3:
De burgemeester (bij delegatie voor de voorzitter in toepassing van artikel 281 van het Decreet lokaal bestuur) en de algemeen directeur te machtigen de akte namens de stad Tielt te ondertekenen.
Art. 4:
Afschrift van deze beslissing over te maken aan notaris Daphné Verbauwhede, Beneluxpark 13 te 8500 Kortrijk en aan de financieel directeur van de stad Tielt.
Het stadsbestuur Tielt en de politiezone Regio Tielt stellen voor om gezamenlijk de voormalige Rijkswacht-site en naastliggend onbebouwd perceel te verkopen. Deze zijn gelegen in de Euromarktlaan en Gross Geraulaan Tielt. De verkoop van voorschreven goed wordt gesloten onder de voorwaarde dat minimum 30% van de projectzone ingericht dient te worden als aaneengesloten openbaar groen. Voor het stadsbestuur Tielt betreft dit het perceel grond, gelegen aan de Europamarktlaan, volgens recent kadaster, sectie E, nummer 433E2 P0000 en 433A2 P0000, met een oppervlakte van vijfendertig are zeventien centiare (35a 17ca). Hierbij wordt aan de raad de goedkeuring gevraagd van:
• de principieel goedkeuring tot de verkoop
• het principe van verdeling van kosten en opbrengsten tussen stad en politiezone (pro rata van het aantal m²)
• de ontwerpakte
• de minimale verkoopprijs te bepalen volgens het schattingsverslag
• de verkoopprocedure te bepalen volgens voorstel: Biddit, hoogste rechtsgeldige bod
• het belasten van de notaris met het voeren van de verkoopsprocedure
Voorstel van beslissing: goedkeuren van de verkoop van een perceel grond Euromarktlaan Tielt.
Gelet op het voorstel van het stadsbestuur Tielt en de politiezone Regio Tielt om gezamenlijk de voormalige Rijkswacht-site en het naastliggend onbebouwd perceel, te verkopen;
Gelet op het feit dat deze gelegen zijn in de Euromarktlaan en Gross Geraulaan te Tielt;
Gelet op het feit dat voor het stadsbestuur Tielt dit het perceel grond betreft, gelegen aan de Euromarktlaan, volgens recent kadaster, sectie E, nummer 433E2 P0000 en 433A2 P0000, met een oppervlakte van vijfendertig are zeventien centiare (35a 17ca);
Gelet op het feit dat de verkoop van voorschreven goed wordt gesloten onder de voorwaarde dat minimum 30% van de projectzone ingericht dient te worden als aaneengesloten openbaar groen;
Gelet op het feit dat hierbij aan de gemeenteraad de goedkeuring gevraagd wordt van:
• de principiële goedkeuring tot de verkoop;
• het principe van verdeling van kosten en opbrengsten tussen stad en politiezone (pro rata van het aantal m²);
• de ontwerpakte;
• de minimale verkoopprijs te bepalen volgens het schattingsverslag;
• de verkoopprocedure te bepalen volgens voorstel: Biddit, hoogste rechtsgeldige bod;
• de notaris te belasten met het voeren van de verkoopsprocedure;
Gelet op de wettelijke bepalingen terzake;
Art. 1:
Tot de verkoop van een perceel grond, gelegen aan de Euromarktlaan, volgens recent kadaster, sectie E, nummer 433E2 P0000 en 433A2 P0000, met een oppervlakte van vijfendertig are zeventien centiare (35a 17ca) en goedkeuren van de ontwerpakte opgemaakt door notaris Stijn Verhamme, notaris in de vennootschap “Wittesaele & Verhamme”, met zetel te Tielt, Tramstraat 22. De verkoop van voorschreven goed wordt gesloten onder de voorwaarde dat minimum 30% van de projectzone ingericht dient te worden als aaneengesloten openbaar groen.
Art. 2:
Tot het goedkeuren van het principe van verdeling van de kosten en opbrengsten tussen het stadsbestuur Tielt en de politiezone Regio Tielt, pro rata van het aantal m².
Art. 3:
De verkoop geschiedt, indien de minimale verkoopprijs, te bepalen volgens het schattingsverslag, gehaald wordt en verder tegen de voorwaarden vervat in de akte en onder voorbehoud van goedkeuring van de gemeenteraad en van niet-schorsing of niet-vernietiging door de toezichthoudende overheid.
Art. 4:
Tot het bepalen van de verkoopprocedure volgens voorstel: Biddit, hoogste rechtsgeldige bod en de notaris Stijn Verhamme te belasten met het voeren van de verkoopsprocedure.
Art. 5:
Tot het ondertekenen van de akte door de burgemeester (bij delegatie voor de voorzitter in toepassing van artikel 281 van het Decreet Lokaal bestuur) en de algemeen directeur van het stadsbestuur Tielt, namens de stad Tielt.
Art. 6:
Tot het overmaken van een afschrift van deze beslissing aan de Politiezone Regio Tielt, aan Stijn Verhamme, notaris in de vennootschap “Wittesaele & Verhamme”, met zetel te Tielt, Tramstraat 22en aan de financieel directeur van de stad Tielt.
Hierbij wordt het ontwerp en bestek voor de heraanleg van voetpaden dienstjaar 2023 ter goedkeuring voorgelegd. Het betreft de Euromarktlaan en Beneluxlaan Tielt, Aarselestraat en Pastorijstraat Aarsele. De heraanleg is voorzien met grijze betonstraatstenen. Er wordt eveneens in verkeersremmende maatregelen voorzien waarbij plaatselijk waterinfiltratie mogelijk gemaakt wordt.
Raming: 320.106,81 euro inclusief 21% btw.
Budget: 2023/ACT-3.5.2/0200-00/2240007/STAD/IP-6.
Wijze van gunnen: open procedure.
Voorstel van beslissing: goedkeuren van het ontwerp, raming bestek, en de gunningswijze voor de heraanleg van de voetpaden Tielt - dienstjaar 2023.
Gelet op de wet van 17.06.2016 inzake overheidsopdrachten, in het bijzonder art. 36;
Gelet op het decreet van 22.12.2017 over het lokaal bestuur in het bijzonder art. 56 §3 4e en 5e betreffende het voeren en vaststellen van de plaatsingsprocedure, het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten en art. 265 tot en met 272 betreffende de uitgavencyclus;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 18.04.2017 inzake plaatsing van overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, in het bijzonder art. 77 tot en met 89;
Gelet op het ontwerp en bestek, zoals opgemaakt door Studiebureau Jonckheere BV, voor de heraanleg van de voetpaden dienstjaar 2023;
Gelet op het feit dat het heraanleg in de volgende straten betreft:
• Euromarktlaan en Beneluxlaan Tielt;
• Aarselestraat en Pastorijstraat Aarsele;
Gelet op het feit dat de heraanleg voorzien is met grijze betonstraatstenen;
Gelet op het feit dat er eveneens in verkeersremmende maatregelen wordt voorzien waarbij plaatselijk waterinfiltratie mogelijk gemaakt wordt;
Gelet op feit dat deze werken geraamd worden op 320.106,81 euro inclusief 21% btw;
Overwegende dat voorgesteld wordt om deze opdracht te gunnen bij wijze van open procedure;
Gezien hiervoor krediet voorzien is in het meerjarenplan 2020-2025, 2023/ACT-3.5.2/0200-00/2240007/STAD/IP-6;
Gelet op het feit dat een visum vereist is en in afwachting van het visum van de financieel directeur;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22.12.2017;
Gelet op de wetgeving op de overheidsopdrachten ;
Gelet op de wettelijke bepalingen terzake;
Art. 1:
Goedkeuring te verlenen om over te gaan tot het uitvoeren van de opdracht “heraanleg voetpaden dienstjaar 2023”, geraamd op 320.106,81 euro inclusief 21% btw.
Art. 2:
Goedkeuring te verlenen aan het ontwerp, raming en bestek met nr. 20052, zoals opgemaakt door Studiebureau Jonckheere BV en aan de voorgestelde wijze van gunnen, zijnde open procedure.
Art. 3:
Aan de financieel directeur zal voor deze uitgave een visum worden aangevraagd.
Art. 4:
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten het nodige te doen voor open procedure.
Art. 5:
Het krediet voor deze uitgave is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025, 2023/ACT-3.5.2/0200-00/2240007/STAD/IP-6.
Art. 6:
Deze beslissing over te maken aan de financieel directeur en aan de technische dienst van het lokaal bestuur.
VITO en AQUAFIN voorzien in het WATERPROOF riolerings- en wegenisproject in de Kanegemstraat Tielt en dit ter hoogte van het bestaand bedrijventerrein. Hierbij wordt in een maximale waterrecuperatie voorzien. In synergie met deze rioleringswerken, voorziet het provinciebestuur West-Vlaanderen in de aanleg van fietspaden. Voor de coördinatie van deze verschillende instanties, werd een samenwerkingsovereenkomst opgesteld. Zodoende is er één ontwerper voor alle infrastructuur. Het stadsbestuur voorziet in de financiering van het ereloon voor de aanleg van de fietspaden.Het aandeel van ereloon ten laste van het stadsbestuur Tielt wordt hierin geraamd op 33.535,15 euro inclusief 21% btw.
Budget: 2023/ACT-4.1.2/0200-00/2240007/STAD/CBS/IP-7.
Voorstel van beslissing: goedkeuren van de samenwerkingsovereenkomst met Vito nv, de provincie West-Vlaanderen en Aquafin – studie en werken Kanegemstraat Tielt.
Gelet op het feit dat VITO en AQUAFIN voorzien in het WATERPROOF riolerings- en wegenisproject in de Kanegemstraat Tielt en dit ter hoogte van het bestaand bedrijventerrein;
Gelet op het feit dat hierbij voorzien wordt in een maximale waterrecuperatie;
Gelet op het feit dat in synergie met deze rioleringswerken, het provinciebestuur West-Vlaanderen voorziet in de aanleg van fietspaden;
Gelet op het feit dat voor de coördinatie van deze verschillende instanties, een samenwerkingsovereenkomst opgesteld werd;
Gelet op het feit dat zodoende er één ontwerper voor alle infrastructuur is;
Gelet op het feit dat het stadsbestuur voorziet in de financiering van het ereloon voor de aanleg van de fietspaden;
Gelet op het feit dat het aandeel van ereloon ten laste van het stadsbestuur Tielt hierin wordt geraamd op 33.535,15 euro inclusief 21% btw;
Gelet op het feit dat deze uitgave voorzien is in het meerjarenplan 2020-2025, op budgetcode 2023/ACT-4.1.2/0200-00/2240007/STAD/CBS/IP-7;
Gezien voor deze overeenkomst visum zal gevraagd worden aan de financieel directeur;
Art. 1:
De samenwerkingsovereenkomst met Vito nv, de provincie West-Vlaanderen en Aquafin maar aanleiding van de WATERPROOF riolerings- en wegenisproject in de Kanegemstraat en dit ter hoogte van het bestaand bedrijventerrein goed te keuren.
Art. 2:
Het aandeel van ereloon ten laste van het stadbestuur Tielt, geraamd op 33.535,15 euro inclusief 21% btw goed te keuren.
Art. 3:
Aan de financieel directeur zal voor deze uitgave een visum worden aangevraagd.
Art. 4:
Deze uitgave is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025, op budgetcode 2023/ACT-4.1.2/0200-00/2240007/STAD/CBS/IP-7.
Art. 5:
Deze beslissing over te maken aan Vito nv, de provincie West-Vlaanderen en Aquafin en aan de financieel directeur van de stad Tielt.
Het Vastgoedinformatieplatform is een elektronisch informatiesysteem ontwikkeld en operationeel beheerd door Digitaal Vlaanderen voor de ontsluiting, samenvoeging en veilige gegevensdeling van vastgoedinformatie en vastgoeddossiers tussen bronhouders en aanvragers, zoals in eerste instantie notarissen en vastgoedmakelaars. Dit generiek gegevensdelingsplatform maakt een eenvoudige uitwisseling van vastgoedinformatie mogelijk. De verschillende aanvragers kunnen de informatie verkrijgen via één eenvoudige weg in het kader van een verkoop of langdurige verhuur. Het platform verzamelt data uit de aangesloten, centrale bronnen waarna de bevoegde gemeente het dossier verrijkt via het platform en na een kwaliteitscontrole het dossier aflevert aan de aanvrager. De stad Tielt kan op 23 juni 2023 instappen in dit systeem, dat vanaf dan gebruikt kan worden door notarissen en vastgoedmakelaars. Op 1 januari 2024 gaat de decretale verplichting in en zullen alle aanvragen in Vlaanderen via het platform verlopen. Vanaf dan zullen ook burgers terecht kunnen op het platform.
De gemeentelijke retributie wordt hierbij vastgelegd op 100,00 euro per aanvraag. Een aanvrager dient slechts éénmaal de retributieprijs voor een aanvraag te betalen per groep van 5 kadastrale percelen op voorwaarde dat:
• (i) De percelen aangrenzend zijn
• (ii) De percelen binnen éénzelfde gemeentelijke grens liggen
• (iii) Er maximaal op één perceel (een) gebouweenhe(i)d(en) geregistreerd is (zijn)
Voorstel van beslissing: goedkeuren van de aansluiting op het Vastgoedinformatieplatform en vernieuwing van het retributiereglement vastgoedinformatie.
Gelet artikel 173, van de Grondwet;
Gelet op artikel 40, §3, van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Gelet op de artikelen 5.2.1, 5.2.5, 5.2.6 en 5.2.7 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente en de noodzaak om het budget in evenwicht te houden;
Overwegende dat notarissen en vastgoedmakelaars informatie over onroerende goederen bij de gemeente kunnen aanvragen;
Overwegende dat de gemeente het belangrijk vindt dat potentiële kopers met kennis van zaken een beslissing kunnen nemen over een onroerend goed;
Overwegende dat gemeenten op zoek zijn naar mogelijkheden om informatie over onroerende goederen efficiënter en veiliger te delen;
Overwegende dat gemeenten samenwerken met het agentschap Digitaal Vlaanderen om een Vastgoedinformatieplatform te ontwikkelen en om in een testfase te onderzoeken hoe informatie over onroerende goederen op een efficiënte wijze kan worden ter beschikking gesteld;
Overwegende dat het Vastgoedinformatieplatform een elektronisch informatiesysteem is voor de ontsluiting, samenvoeging en veilige gegevensdeling van vastgoedinformatie en vastgoeddossiers tussen bronhouders en aanvragers, zoals in eerste instantie notarissen en vastgoedmakelaars;
Overwegende dat de gemeente via het Vastgoedinformatieplatform de door aanvragers, zoals in eerste instantie notarissen en vastgoedmakelaars, aangevraagde vastgoedinformatie kan verzamelen en de vastgoeddossiers kan ontsluiten;
Overwegende dat het verzamelen en ontsluiten, via het Vastgoedinformatieplatform, van vastgoeddossiers op verzoek van aanvragers, zoals in eerste instantie notarissen en vastgoedmakelaars, voor de gemeente een administratieve last en bijhorende kost met zich meebrengt;
Overwegende dat de stad Tielt de kost voor het verzamelen van vastgoedinformatie en het ontsluiten van vastgoeddossiers op de aanvrager ervan wenst te verhalen;
Gelet op het voorstel van goedkeuring van aansluiting op het Vastgoedinformatieplatform en het bijhorende retributiereglement;
Art. 1:
Goedkeuring te verlenen aan de aansluiting op het Vastgoedinformatieplatform
Art. 2:
Goedkeuring te verlenen aan het bijhorende reglement als volgt;
Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
1° vastgoedinformatie: gebouw-, grond- of omgevingsgebonden gegevens inzake een onroerend goed, inclusief informatie met betrekking tot het juridische, administratieve of fysieke statuut van dit onroerend goed;
2° lokale gegevensbron: vastgoedinformatie die een gemeente of de rechtspersonen die ervan afhangen, beheert;
3° centrale gegevensbron: vastgoedinformatie die een Vlaamse instantie of een externe overheid beheert;
4° Vastgoedinformatieplatform of VIP: elektronisch informatiesysteem voor de ontsluiting, samenvoeging en veilige gegevensdeling van vastgoedinformatie tussen aanleverende entiteiten en aanvragers;
5° vastgoeddossier: de combinatie van verschillende datasets, samengesteld uit vastgoedinformatie met betrekking tot een perceel, of een onderdeel, die op aanvraag wordt ontsloten door de aanleverende entiteit, door Digitaal Vlaanderen wordt samengevoegd en door de lokale overheid ter beschikking wordt gesteld aan de aanvrager;
6° externe overheid: overheidsinstanties, vermeld in artikel I.3, 8° van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
7° Vlaamse instantie: elk van de volgende overheidsinstanties:
a) de instanties van de Vlaamse overheid, vermeld in artikel I.3, 1°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
b) de instellingen met een publieke taak, vermeld in artikel I.3, 6°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, voor zover ze afhangen van de Vlaamse overheid of van een of meer andere instellingen met een publieke taak die afhangen van de Vlaamse overheid;
c) de instanties van de Vlaamse overheid, vermeld in artikel I.3, 7°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
8° aanvrager: de notaris of vastgoedmakelaar die in het kader van zijn beroepsactiviteiten of taken van algemeen belang die bij of krachtens een supranationale of wetskrachtige norm bepaalde vastgoedinformatie nodig heeft en daartoe een aanvraag via het VIP doet;
9° algemene verordening gegevensbescherming: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;
10° persoonsgegevens: de gegevens, vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming;
11° verwerking: een verwerking als vermeld in artikel 4, 2), van de algemene verordening gegevensbescherming;
12° verwerkingsverantwoordelijke: een verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming;
13° betrokkene: een betrokkene als vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming.
Algemeen
De stad Tielt verzamelt de opgevraagde vastgoedinformatie uit lokale gegevensbronnen. De stad Tielt doet een beroep op het VIP om vastgoedinformatie uit centrale gegevensbronnen op te halen en samen te voegen met het vastgoeddossier. De stad Tielt stelt het vastgoeddossier via het Vastgoedinformatieplatform aan de aanvrager ter beschikking.
In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van het vastgoeddossier, verwerkt de gemeente die gegevens met als doeleinde om aanvragers samengevoegde vastgoedinformatie uit centrale en lokale gegevensbronnen ter beschikking te stellen in het kader van hun beroepsactiviteiten of in het kader van taken van algemeen belang die bij of krachtens een supranationale of wetskrachtige norm zijn bepaald.
Met ingang van 23 juni 2023 wordt ten voordele van stad Tielt een retributie geheven op aanvragen, gedaan via het Vastgoedinformatieplatform, tot het verkrijgen van het vastgoeddossier.
Verschuldigde
De retributie is verschuldigd door de aanvrager.
Bedrag
Het bedrag van de retributie wordt vastgelegd als volgt:
Voorwerp aanvraag |
Retributiebedrag |
Vastgoeddossier |
100,- EUR |
Een aanvrager dient slechts éénmaal de retributieprijs voor een aanvraag te betalen per groep van 5 kadastrale percelen op voorwaarde dat:
De aflevertermijn voor het vastgoeddossier bedraagt maximum 30 dagen.
Deze gemeentelijke retributie staat los van een mogelijke platformretributie, die eventueel bovenop de gemeentelijke retributie kan aangerekend worden door de eigenaar/uitbater van het Vastgoedinformatieplatform.
Indexering
De tarieven zoals vermeld in het retributiereglement worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex, waarbij volgende formule wordt toegepast:
Het geïndexeerde nieuwe tarief = basistarief x nieuwe index
aanvangsindex
Waarbij:
Basistarief = tarief zoals vermeld in het retributiereglement.
Nieuwe index = de verhoogde of verlaagde gezondheidsindex van de maand september van het jaar voorafgaand aan de indexering.
Aanvangsindex = gezondheidsindex van de maand september 2021.
De aldus bekomen nieuwe tarieven worden na indexering afgerond naar boven op een halve euro.
Invorderingswijze
De onbetwiste en opeisbare retributie wordt bij niet-betaling ingevorderd conform artikel 177, tweede lid, van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
De betwiste en opeisbare retributie wordt bij niet-betaling burgerrechtelijk ingevorderd.
Verwerking van persoonsgegevens
§1. In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van het vastgoeddossier, treedt de stad Tielt voor de doeleinden omschreven in artikel 2 op als verwerkingsverantwoordelijke.
§2. De gemeente verwerkt voor de doeleinden omschreven in artikel 2 persoonsgegevens met betrekking tot de volgende categorieën van betrokkenen:
§3. De gemeente verwerkt voor de doeleinden omschreven in artikel 2 volgende categorieën van persoonsgegevens:
§4. De stad Tielt bewaart de persoonsgegevens die het verwerkt, niet langer dan noodzakelijk is om de doeleinden, vermeld in artikel 2, te bereiken en conform artikel III.87, §1 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, of tot de betrokkene vraagt om de persoonsgegevens die de stad Tielt verwerkt, te verwijderen, conform de voorwaarden, vermeld in de algemene verordening gegevensbescherming. De archiveringstermijn van de persoonsgegevens bij de gemeente [X] bedraagt 3 jaar overeenkomstig de bepalingen van de Selectielijst voor Vlaamse gemeentearchieven.
§5. De stad Tielt doet een beroep op agentschap Digitaal Vlaanderen voor de doeleinden omschreven in artikel 2. Agentschap Digitaal Vlaanderen treedt in dit kader op als verwerker van de stad Tielt, die de verwerkingsverantwoordelijke is. De modaliteiten van de verwerking zijn geregeld in de verwerkingsovereenkomst die te vinden is in Bijlage 1.
Ondertekening
De vastgoeddossiers die de stad Tielt via het Vastgoedinformatieplatform ter beschikking stelt, worden niet ondertekend aangezien het vastgoeddossier een louter informatief document betreft dat geen beleidsmatige stellingname inhoudt en niet kwalificeert als stuk of briefwisseling in de zin van artikel 279 van het Decreet lokaal bestuur.
Vervanging voorgaande reglementering
Dit reglement vervangt vanaf 23 juni 2023 alle retributiereglementen die betrekking hebben op vastgoeddossiers, die vanaf de bekendmaking van dit reglement kunnen worden aangevraagd via het Vastgoedinformatieplatform.
Art. 3 – bekendmaking:
Het goedgekeurde reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
In zitting van de gemeenteraad van 21.02.2019 werd het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad goedgekeurd. In dit huishoudelijk reglement werd onder artikel 49 voorzien in een deontologische commissie. Het decreet van 03.02.2023 tot wijziging van het decreet van 22.12.2017 over het lokaal bestuur voorziet nu in de verplichte oprichting van een deontologische commissie voor de gemeenteraad en een deontologische commissie voor de raad voor maatschappelijk welzijn. De bestaande deontologische commissie voldoet niet aan de bepalingen van het decreet wat samenstelling en werking betreft. Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad dient dan ook gewijzigd te worden waarbij de verwijzingen naar de deontologische commissie geschrapt worden (art. 49, §2 2e laatste zin en art. 60 §2). De nieuwe bepalingen betreffende de deontologische commissies dienen na schrapping uit het huishoudelijk reglement opgenomen te worden in de deontologische code voor de lokale mandatarissen van het lokaal bestuur Tielt.
Voorstel van beslissing: wijzigen van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad ingevolge het decreet van 03.02.2023 tot wijziging van het decreet van 22.12.2017 over het lokaal bestuur.
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder art. 38;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 21 februari 2019 houdende de goedkeuring van een nieuw huishoudelijk reglement van de gemeenteraad;
Gezien er onder art. 49 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad in een deontologische commissie werd voorzien;
Gelet op het decreet van 3 februari 2023 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 wat betreft de oprichting van een deontologische commissie bij de gemeenteraad en de districtsraad;
Gezien de bestaande deontologische commissie, zoals vastgesteld in het huishoudelijk reglement goedgekeurd in de gemeenteraad van 21 februari 2019 niet voldoet aan de bepalingen van het decreet van 3 februari 2023 wat de samenstelling en werking betreft;
Gelet op het feit dat de bepalingen betreffende de deontologische commissie ingevolge het decreet van 3 februari 2023 dienen opgenomen te worden in de deontologische code voor de lokale mandatarissen van het Lokaal bestuur Tielt;
Gezien het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad dient gewijzigd te worden door het verwijderen van de verwijzing naar de deontologische commissie waarbij art. 49 §2, 2e laatste zin en art. 60 §2 dienen geschrapt te worden;
Art. 1 :
Goedkeuring te verlenen aan de wijziging van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad zoals goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 21.02.2019 waarbij volgende wijzigingen worden aangebracht:
- Art. 49 §2 2e schrappen van volgende bepaling:
“De gemeenteraadscommissie algemeen bestuur zal eveneens optreden als deontologische commissie betreffende het naleven van de deontologische code van de lokale mandatarissen.”
- Art. 60 §2 volledig schrappen.
Art. 2:
Deze beslissing zal worden bekendgemaakt in toepassing van artikelen 285-287 en 330 van het decreet over het lokaal bestuur.
In zitting van de gemeenteraad van 21.02.2019 werd de deontologische code voor de lokale mandatarissen van het lokaal bestuur Tielt goedgekeurd. Het decreet van 03.02.2023 tot wijziging van het decreet van 22.12.2017 over het lokaal bestuur voorziet nu in de verplichte oprichting van een deontologische commissie voor de gemeenteraad en een deontologische commissie voor de raad voor maatschappelijk welzijn. De nieuwe bepalingen betreffende de deontologische commissies dienen opgenomen te worden in de deontologische code voor de lokale mandatarissen van het lokaal bestuur Tielt. Er wordt voorgesteld om de bestaande deontologische code voor de lokale mandatarissen van het lokaal bestuur Tielt zoals goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 21.02.2019 aan te passen door schrapping van de artikelen 59 tot en met 63 en door invoeging van nieuwe bepalingen betreffend de oprichting van 2 deontologische commissies (art. 59 tot en met art. 68).
Voorstel van beslissing: goedkeuren van de aanpassing van de deontologische code voor de lokale mandatarissen van het lokaal bestuur Tielt ingevolge het decreet van 03.02.2023 tot wijziging van het decreet van 22.12.2017 over het lokaal bestuur.
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder art. 39 en art. 55;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 21 februari 2019 houdende de goedkeuring van een deontologische code voor de lokale mandatarissen van het Lokaal bestuur Tielt;
Gelet op het decreet van 3 februari 2023 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 wat betreft de oprichting van een deontologische commissie bij de gemeenteraad en de districtsraad;
Gezien de bestaande deontologische commissie, zoals vastgesteld in het huishoudelijk reglement goedgekeurd in de gemeenteraad van 21 februari 2019, niet voldoet aan de bepalingen van het decreet van 3 februari 2023 wat de samenstelling en werking betreft;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad in huidige zitting tot het wijzigen van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad;
Gelet op het feit dat de bepalingen betreffende de deontologische commissie ingevolge het decreet van 3 februari 2023 dienen opgenomen te worden in de deontologische code voor de lokale mandatarissen van het Lokaal bestuur Tielt;
Gezien ingevolge het decreet van 3 februari 2023 er twee deontologische commissies moeten opgericht worden nl. een deontologische commissie voor de gemeenteraad en een deontologische commissie voor de raad voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op het voorstel om de deontologische code voor de lokale mandatarissen van het Lokaal bestuur Tielt zoals goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 21 februari 2019 op te heffen en een nieuwe deontologische code goed te keuren waarbij de artikelen 59 tot en met 63 van de vorige deontologische code vervangen worden door nieuwe artikelen 59 tot en met 68;
Gezien de in het nieuwe ontwerp voorziene artikelen 59 tot en met 68 de oprichting, samenstelling en werking van twee deontologische commissies betreft nl. een deontologische commissie voor de gemeenteraad en een deontologische commissie voor de raad voor maatschappelijk welzijn;
Art. 1:
De deontologische code voor de lokale mandatarissen van het Lokaal bestuur Tielt zoals goedgekeurd in de gemeenteraad van 21 februari 2019 op te heffen.
Art. 2:
De deontologische code voor de lokale mandatarissen van het lokaal bestuur Tielt als volgt her vast te stellen:
DEONTOLOGISCHE CODE VOOR DE LOKALE MANDATARISSEN VAN HET LOKAAL BESTUUR TIELT
Lokale mandatarissen dienen zich bewust te zijn van de belangrijke maatschappelijke rol die zij vervullen. Luisterbereidheid, dienstbaarheid, aanspreekbaarheid in rechtstreeks contact met de bevolking, worden terecht als noodzakelijk en waardevol beschouwd in een moderne democratie.
Deze deontologische code is een leidraad en beoordelingskader voor de lokale mandatarissen om deontologisch zorgvuldig te kunnen handelen. Ze biedt een houvast en ondersteuning op het gebied van integer handelen en bestuurlijke integriteit. Dit kan nodig zijn wanneer lokale mandatarissen in situaties terecht komen waarin een moeilijk keuze moet gemaakt worden, zoals in gevallen waar het algemeen belang moet afgewogen worden tegen persoonlijke belangen.
Het integer handelen van de lokale mandatarissen dient te steunen op volgende waarden:
Dienstbaarheid: het handelen van de lokale mandataris is altijd gericht op het belang van de stad en het OCMW en op dat van haar burgers en organisaties.
Functionaliteit: het handelen van de lokale mandataris heeft een herkenbaar verband met de functie die hij binnen het lokaal bestuur vervult.
Onafhankelijkheid: het handelen van de lokale mandataris wordt gekenmerkt door onafhankelijkheid en onpartijdigheid, hetgeen betekent dat er geen (schijn van) belangenvermenging mag zijn.
Openheid: het handelen van de lokale mandataris is transparant, zodat optimale verantwoording mogelijk is en controlerende organen volledig zicht hebben in het handelen van de mandataris en zijn beweegredenen daarbij.
Vertrouwelijkheid: de lokale mandataris wendt de informatie en kennis waarover hij in hoofde van zijn functie beschikt enkel aan voor het doel waarvoor die gegeven zijn.
Zorgvuldigheid: het handelen van de lokale mandataris is zodanig dat alle burgers en organisaties op gelijke wijze, met respect worden behandeld en dat de belangen van betrokken partijen op een correcte, zorgvuldige manier worden afgewogen.
De deontologische code is niet gemaakt als instrument tot controle en sanctionering. Wel als referentiekader voor de mandatarissen om belangenvermenging te vermijden en om ervoor te zorgen dat het publiek belang altijd voorop staat.
Artikel 1
De deontologische code is van toepassing op de lokale mandatarissen. Onder lokale mandatarissen wordt begrepen:
- De voorzitter van de gemeenteraad
- De gemeenteraadsleden
- De burgemeester
- De schepenen
- De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn
- De leden voor de raad voor maatschappelijk welzijn
- De voorzitter van het vast bureau
- De leden van het vast bureau
- De voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst
- De leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Artikel 2
Deze code is bij uitbreiding eveneens van toepassing op de medewerkers van de lokale mandatarissen, welke hun statuut of hoedanigheid ook is (kabinets- en fractiemedewerkers), en op de vertrouwenspersonen zoals voorzien in art. 16 en art. 155 van het decreet lokaal bestuur.
Artikel 3
Lokale mandatarissen die namens de stad of het OCMW andere mandaten bekleden, zijn er in die hoedanigheid eveneens toe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun ambt als voor alle hiervan afgeleide mandaten.
Artikel 4
Indien een mandaat namens het lokaal bestuur Tielt wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet vermeld in artikel 1, zal in het gemeenteraadsbesluit of het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn waarbij een extern persoon wordt aangesteld of wordt voorgedragen om een mandaat op te nemen, uitdrukkelijk de voorwaarde van het naleven van de deontologische code opgenomen worden. Aan de externe vertegenwoordiger zal na goedkeuring van zijn aanstelling of voordracht een exemplaar van de beslissing en van de deontologische code worden overgemaakt.
Artikel 5
De lokale mandatarissen en de externe personen die namens het lokaal bestuur een mandaat bekleden in andere organisaties zullen er tevens over waken dat zij geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en waardigheid van hun ambt.
Artikel 6
De in deze code gehanteerde begrippen ‘burger’ en ‘bevolking’ moeten zo begrepen worden dat zij ook slaan op groepen, verenigingen, bedrijven en andere organisaties of entiteiten die particuliere belangen nastreven of behartigen.
3.1. Algemeen
Artikel 7
De lokale mandatarissen zullen voor de omschrijving van hun dienstverlenende activiteiten geen termen gebruiken die verwarring kunnen scheppen met officiële, door de overheden ingestelde instanties belast met het verstrekken van informatie of met de behandeling van klachten. Het gebruik van de termen ‘ombuds’, ‘klachtendienst’ en andere afleidingen of samenstellingen is verboden.
3.2. Gebruik van de faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur
Artikel 8
De lokale mandataris houdt zich aan de regels betreffende het terugbetalen van kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat, die vastgelegd zijn in het Besluit van de Vlaamse Regering houdende het statuut van de lokale mandataris en in het huishoudelijk reglement.
Artikel 9
De lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn voor het gebruik van de interne voorzieningen die voor het uitoefenen van zijn mandaat voorzien zijn zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement.
3.3. Belangenvermenging
Artikel 10
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een organisatie bij wie hij/zij een directe of indirecte betrokkenheid heeft.
Artikel 11
Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven geven de lokale mandatarissen te allen tijde en principieel voorrang aan het algemeen boven het particulier belang. Zij zien er in het bijzonder op toe elke vorm van of schijn van belangenvermenging te vermijden. Zij zorgen ervoor dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen kunnen begunstigd worden.
Artikel 12
Een lokaal mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging, en zelfs de schijn daarvan tegen. Een lokaal mandataris neemt geen deel aan de besprekingen en de stemming wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging speelt.
Artikel 13
Een lokaal mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de besprekingen en stemmingen. Daarom zorgt hij/zij ervoor dar er ook geen enkele beïnvloeding is tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces.
Artikel 14
Het is voor een lokale mandataris verboden om deel te nemen aan de besprekingen en stemmingen over de aangelegenheden zoals opgenomen in art. 27§1 en om overeenkomsten aan te gaan of handelingen te stellen zoals opgenomen in art. 27§2 van het decreet lokaal bestuur.
Artikel 15
Ter bevordering van de transparantie en om elke schijn van partijdigheid te voorkomen, meldt een lokale mandataris aan de algemeen directeur welke betaalde en onbetaalde mandaten hij/zij vervult naast het politiek mandaat bij het lokaal bestuur.
Artikel 16
Een lokale mandataris meldt aan de algemeen directeur wanneer hij/zij substantiële financiële belangen heeft (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee het lokaal bestuur zaken doet of waarin het lokaal bestuur een belang heeft.
Artikel 17
De door de lokale mandataris gemelde mandaten en substantiële financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan mandaat of belang moet meegedeeld worden. De algemeen directeur of een personeelslid dat daartoe door de algemeen directeur werd aangewezen, draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst van de gemelde mandaten en belangen.
3.4. Corruptie
Artikel 18
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden.
Artikel 19
Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegen gaan.
Artikel 20
Iedere vorm van dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding gebeurt zonder enige materiële of financiële tegenprestatie van welke aard of omvang ook.
Artikel 21
Een lokale mandataris neemt geen geschenken aan die hem/haar door zijn/haar functie worden aangeboden. Eventueel uitgezonderd de incidentele, kleine attenties waarbij de schijn van corruptie en beïnvloeding minimaal is en waarbij minstens aan één van volgende voorwaarden wordt voldaan:
- Het weigeren of teruggeven van het geschenk zou de gever ernstig kwetsen of bijzonder in verlegenheid brengen.
- De overhandiging van het geschenk vindt in het openbaar plaats
- Het teruggeven van het geschenk is praktisch onwerkbaar
- Het gaat om een prijs die door de lokale mandataris gewonnen wordt bij een tombola of activiteit.
Artikel 22
Als geschenken (al dan niet volgens de regels in artikel 21 van deze code) in het bezit komen van een mandataris, wordt dit door de lokale mandataris gemeld aan de algemeen directeur.
Indien het geschenk niet onder de bepalingen van artikel 21 van deze code valt wordt het afhankelijk van de aard van het geschenk en de omstandigheden waarin het gegeven werd, l alsnog terug bezorgd aan de gever ofwel wordt het eigendom van de stad of het OCMW. De algemeen directeur registreert deze giften en geeft ze in alle transparantie een bestemming binnen het lokaal bestuur.
Artikel 23
De gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn kunnen in concrete gevallen afwijken van de regels die gelden over het aannemen van geschenken. Dit kan enkel in volledige openbaarheid.
Artikel 24
Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen tot lunches, diners, recepties en andere, die door anderen betaald worden enkel wanneer aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
- De uitnodiging behoort tot de uitoefening van de taak als lokale mandataris
- De aanwezigheid kan beschouwd worden als functioneel (protocollaire taken, formele vertegenwoordigingen van het lokaal bestuur,….)
- De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.
Artikel 25
Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken en dienstreizen, waarbij de reis- en verblijfskosten door anderen betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke uitnodiging dient altijd besproken te worden op het schepencollege of het vast bureau. De invitatie kan alleen geaccepteerd worden wanneer het bezoek aantoonbaar van belang is voor het lokaal bestuur en wanneer de schijn van corruptie of beïnvloeding minimaal is.
De werkbezoeken in het kader van jumelageactiviteiten kaderen in de samenwerking binnen het Europees netwerk van de zustersteden en de verbroedering zoals opgestart in 1959.
4.1. Omgaan met informatie
Artikel 26
Het behoort tot de wezenlijke taken van de lokale mandataris om informatie te ontvangen en te verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor informatieverstrekking en over de manier waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur zoals opgenomen in het Bestuursdecreet van 07.12.2018.
Artikel 27
Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan hij/zij individueel heeft gestemd. Daarnaast communiceert de lokale mandataris eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan de raad als geheel een beslissing genomen heeft.
Artikel 28
Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van lokale mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan het lokaal bestuur zijn toevertrouwd. Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet openbaring oplegt of mogelijk maakt.
Artikel 29
Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor de lokale mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken werd tijdens een besloten vergadering (feiten, meningen, overwegingen,…)
Artikel 30
De lokale mandataris zorgt ervoor dat vertrouwelijke en geheime informatie waarover hij beschikt niet wordt vrijgegeven en veilig wordt bewaard.
Artikel 31
Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en voorzichtige wijze om met informatie die hij/zij ontvangt in het kader van de uitoefening van zijn/haar functie.
Artikel 32
Informatie waarop de vraagsteller geen recht heeft, die de goede werking van de administratie kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mag door de lokale mandataris niet worden doorgegeven.
Artikel 33
Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van zijn/haar functie enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor zijn/haar belang of voor het persoonlijk belang van anderen.
Artikel 34
Een lokale mandataris maakt brieven niet openbaar en stuurt e-mails niet door wanneer het niet zeker is dat de afzender daarmee zou instemmen. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender wordt de expliciete toestemming gevraagd.
4.2. Bemiddeling, tussenkomsten en dienstbetoon
Artikel 35
De lokale mandatarissen verwijzen de vragensteller, waar mogelijk, naar de bevoegde administratieve dienst(en) door. Waar het gaat om de behandeling van klachten en/of conflicten, worden de belanghebbenden in eerste instantie doorverwezen naar de bevoegde klachten- of ombudsdienst.
Artikel 36
De lokale mandatarissen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met de betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken in een dossier, daarover nadere uitleg en toelichting te vragen en vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers.
Artikel 37
Bij de administratieve begeleiding en ondersteuning van de burgers respecteren de lokale mandatarissen de onafhankelijkheid van de diensten en van de personeelsleden, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als redelijk moeten worden beschouwd voor de afhandeling van soortgelijke dossiers
Artikel 38
De briefwisseling met de overheid, gevoerd in het kader van de administratieve begeleiding en ondersteuning, wordt uitsluitend op naam van de burger gesteld. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de begeleidende en ondersteunende rol van de lokale mandataris.
Artikel 39
Bespoedigingstussenkomsten, die een ongelijke behandeling van de betrokken burgers inhouden zijn verboden.
Bespoedigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandatarissen een administratieve procedure proberen te bespoedigen in gevallen of in dossiers die zonder die tussenkomst een regelmatige afloop of resultaat zouden krijgen, maar dan na verloop van een langere verwerkings- of behandelingstermijn.
Artikel 40
Volgende tussenkomsten worden niet als bespoedigingstussenkomsten beschouwd en zijn derhalve toegestaan:
- Vragen naar de redenen en oorzaken van de langdurige of laattijdige behandeling van een dossier
- Het vestigen van de aandacht op of het meedelen aan de behandelende ambtenaar of dienst van bijzondere gegevens en relevante informatie die een versnelde behandeling van het dossier, gelet op de hoogdringendheid ervan, objectief rechtvaardigen
- Vragen om toelichting bij de toepasselijke regelgeving
- Vragen met betrekking tot de aan een beslissing ten grondslag liggende elementen en motieven.
Artikel 41
Begunstigingstussenkomsten zijn verboden.
Begunstigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandataris zijn voorspraak aanwendt om de afloop of het resultaat van een zaak of van een dossier te beïnvloeden in de door de belanghebbende burger gewenste zin.
Artikel 42
Tussenkomsten bij selectie voerende instanties, die het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling of bevordering in de administratie tot doel hebben zijn, verboden.
Lokale mandatarissen die om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een functie, aanstelling of bevordering ambiëren, delen betrokkene mee dat de aanstelling, de benoeming of de bevordering gebeurt op basis van de geldende normen en procedures. Zij verwijzen de belanghebbende naar de bevoegde dienst of instantie.
Artikel 43
Lokale mandatarissen mogen occasioneel en op eigen initiatief personen aanbevelen bij werkgevers in de particuliere sector en de openbare sector. Ze mogen geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, beloven of leveren aan de betrokken werkgevers.
Artikel 44
Volgende tussenkomsten worden niet als begunstigingstussenkomsten beschouwd en zijn derhalve toegestaan:
- Het inwinnen en verstrekken van informatie en inlichtingen omtrent de modaliteiten, voorwaarden en organisatie van selectieprocedures, examens, geschiktheids- en bekwaamheidstests en de procedures inzake benoemingen, aanstellingen en bevorderingen.
- Het uitoefenen van toezicht op het correcte verloop en de objectiviteit van de hiervoor bedoelde procedures, examens en tests, zonder zich in het verloop ervan te mengen of erin te interveniëren met het oog op de beïnvloeding van het resultaat en/of van de beoordeling
- Het informeren van belangstellenden met betrekking tot werkaanbiedingen en vacatures in de particuliere en in de overheidssector.
Artikel 45
De volgende handelingen worden niet beschouwd als tussenkomsten die in het administratief dossier dienen te worden opgenomen:
- Louter informatieve vragen van algemene of technische aard
- Vragen en/of tussenkomsten van uitvoerende mandatarissen in het kader van hun functionele en hiërarchische relaties ten aanzien van de behandelende personeelsleden of diensten.
Artikel 46
Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie van welke aard of omvang ook en mag geen vorm van cliëntwerving inhouden.
Artikel 47
De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers zonder onderscheid van geslacht, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische en/of religieuze overtuiging, ideologische voorkeur of persoonlijke gevoelens.
Artikel 48
Iedere bevoordeling, of poging tot bevoordeling, waarbij een burger door toedoen, bemiddeling of voorspraak van een lokale mandataris een resultaat poogt te bereiken dat onrechtmatig of onwettig is, is verboden.
Artikel 49
Tussenkomsten van lokale mandatarissen met de bedoeling de toewijzing en/of de uitvoering van contractuele verbintenissen met de lokale overheid te beïnvloeden zijn verboden.
Artikel 50
Alle vormen van schijndienstbetoon, waarbij de lokale mandataris bewust maar onterecht de indruk werkt dat hij/zij bij de goede afloop van een dossier daadwerkelijk tussenbeide gekomen zijn, zijn verboden. Wanneer de burger daar niet om gevraagd heeft zal de lokale mandataris hem niet aanschrijven of contacteren teneinde hem, in plaats van of naast de officiële kennisgeving, in kennis te stellen van de beslissing die betreffende het dossier genomen werd.
Artikel 51
Alle vormen van ongevraagd dienstbetoon, waarbij lokale mandatarissen wel degelijk daadwerkelijk optreden ten einde een gunstige afloop van een dossier te bewerkstellingen, maar zonder dat de betrokken burger daarom gevraagd heeft, zijn verboden.
Artikel 52
Het is de lokale mandataris verboden publiciteit te maken voor dienstverlenende activiteiten. Ze kunnen bekendheid geven aan hun bereikbaarheid voor de bevolking maar de informatieverstrekking wordt beperkt tot het bekendmaken van hun contactadres, naam, mandaat, spreekuren, telefoonnummer en e-mailadres.
Artikel 53
De lokale mandatarissen maken in hun verkiezingscampagnes en –mailings, die gericht zijn op individuen, geen melding van de diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.
4.3. Onderlinge omgang en afspraken over vergaderingen
Artikel 54
Lokale mandatarissen gaan respectvol met elkaar en met de personeelsleden van het lokaal bestuur om.
Artikel 55
Lokale mandatarissen richten zich tot elkaar, tot de algemeen directeur en tot de andere personeelsleden op een correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk (inclusief de elektronische communicatie).
Artikel 56
Lokale mandatarissen houden zich tijdens vergaderingen van politieke organen aan het huishoudelijk reglement en volgen de aanwijzingen van de voorzitter hierover.
Artikel 57
Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook openbare raads- en commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden.
Artikel 58
De lokale mandatarissen verbinden zich ertoe om deze deontologische code na te leven.
Artikel 59
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn richten elk een deontologische commissie op.
De deontologische commissie voor de gemeenteraad is bevoegd voor :
- De gemeenteraadsleden
- De voorzitter van de gemeenteraad
- De schepenen
- De burgemeester
De deontologische commissie voor de raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd voor :
- De OCMW-raadsleden
- De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn
- De voorzitter en de leden van het vast bureau
- De voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst
Het aantal leden van deze deontologische commissies bedraagt 9, aangevuld met de voorzitter van de gemeenteraad voor de deontologische commissie van de gemeenteraad en met de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn voor de deontologische commissie van de raad voor maatschappelijk welzijn. Deze laatsten worden toegevoegd als voorzitter van de desbetreffende deontologische commissie.
De mandaten worden als volgt verdeeld : 1 per fractie. De overblijvende mandaten worden evenredig verdeeld over de diverse fracties.
Onafhankelijke raadsleden vormen geen fractie en zijn niet vertegenwoordigd in de deontologische commissies.
Elke fractie wijst de hen toegewezen mandaten in de commissies toe met een voordracht gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad voor de deontologische commissie van de gemeenteraad en aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn voor de deontologische commissie van de raad voor maatschappelijk welzijn. Bij deze voordracht kunnen ook één of meer plaatsvervangers aangeduid worden die in opgesomde volgorde het commissielid vervangen bij afwezigheid of wanneer die betrokken partij is. Een plaatsvervanger is een raadslid voorgedragen door dezelfde fractie, tenzij de fractie maar één lid telt. In dat geval kan ook een raadslid van een andere fractie voorgesteld worden. Een fractie kan tijdens de bestuursperiode steeds beslissen een ander lid aan te duiden en/of één of meer plaatsvervangers te vervangen of toe te voegen.
Gaat het om een mogelijke schending van de deontologische code door de voorzitter van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover de voorzitter vervangen conform art. 7, §5, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur.
Gaat het om een mogelijke schending van de code door een lid van één van de commissies, dan wordt tijdens de hele procedure daarover het lid vervangen door een plaatsvervanger in volgorde van hoe ze door de fractie werden voorgedragen.
De algemeen directeur of een door hem aangeduid personeelslid treedt op als secretaris van de commissies.
Artikel 60
De voorzitters van de deontologische commissies zijn verantwoordelijk voor de oproeping en stellen de agenda op.
De commissies vergaderen wanneer dit noodzakelijk is. De voorzitter is gehouden de commissie bijeen te roepen op aanvraag van minstens een derde van haar leden.
De oproepingen vermelden in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en worden tenminste 8 dagen voor de vergadering aan de leden bezorgd. In geval van hoogdringendheid, te beoordelen door de voorzitter, wordt de bijeenroeping tenminste 3 dagen voor de vergadering bezorgd. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking gesteld van de leden van de commissie vanaf de verzending van de agenda.
De bezorging van de oproeping, de agenda en de dossiers gebeurt op dezelfde wijze als dat gebeurt voor de gemeenteraadscommissies.
De vergaderingen van de deontologische commissies zijn niet openbaar.
De leden van de commissies werken volgens volgende principes:
- De handhaving is onpartijdig.
- Men is terughoudend met publiciteit.
- Men gaat zorgvuldig om met de vermeende schender.
Artikel 61
De commissies zijn bevoegd voor:
- Het formuleren van een gemotiveerd advies aan de gemeenteraad voor de deontologische commissie voor de gemeenteraad en aan de raad voor maatschappelijk welzijn voor de commissie voor de raad voor maatschappelijk welzijn over het vermoeden van een schending van deze code door personen die door deze code gevat worden.
- Het geven van adviezen en aanbevelingen aan de bevoegde raad over de inhoud van deze code met het oog op het bijsturen ervan. Dat kan op eigen initiatief van de commissie of minstens één keer per bestuursperiode op vraag van de raad.
- …
Artikel 62
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn zien erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.
Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:
het voorkomen van mogelijke schendingen
het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code
het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code
het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code
Artikel 63
Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Artikel 64
Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Artikel 65
Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij hier melding van maken bij de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen).
Indien na het gesprek met de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen) het vermoeden van een schending blijft bestaan, meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de gemeenteraad of aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en aan de algemeen directeur die samen een vooronderzoek doen. De algemeen directeur kan een personeelslid aanwijzen om dat in zijn plaats te doen.
Artikel 66
Wanneer de raadsvoorzitter en de algemeen directeur (of het daartoe aangewezen personeelslid) besluiten dat de melding onontvankelijk is dan betekent dit meteen het einde van de procedure die gestart werd naar aanleiding van dit vermoeden. De commissieleden worden hierover wel geïnformeerd.
Is de melding ontvankelijk dan onderzoekt de betreffende deontologische commissie ten gronde en roept de voorzitter van de betreffende deontologische commissie de commissie bijeen binnen de dertig dagen na de melding. De periode van dertig dagen wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus.
De deontologische commissie onderzoekt de melding en geeft zowel de melder als de vermeende schender de kans zich te laten horen. Ook mogelijke getuigen kunnen gehoord worden. Niemand kan daartoe verplicht worden.
Na het horen van betrokkenen bespreekt de commissie het vermoeden van schending en wordt een gemotiveerd advies overgemaakt aan de gemeenteraad of aan de raad voor maatschappelijk welzijn afhankelijk van de deontologische commissie die het onderzoek gevoerd heeft.
Artikel 67
Enkel de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn kunnen zich uitspreken of een mandataris van de gemeente of van het OCMW een schending heeft begaan. Dat kan op basis van het gemotiveerd advies van de desbetreffende deontologische commissie. Als de raad beslist om af te wijken van het advies dan moet de vermeende schender de kans krijgen om door de raad zelf gehoord te worden vooraleer de raad ten gronde besluit.
Wanneer de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn vaststelt dat deze code geschonden werd door een mandataris van de gemeente of het OCMW, dan kan de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn:
- zich uitdrukkelijk distantiëren van het gedrag van een raadslid.
- vragen dat het raadslid zich verontschuldigt.
- beslissen een melding te doen bij het parket of Audit Vlaanderen.
- bij een kennelijk wangedrag of grove nalatigheid van of door de burgemeester, een schepen, de voorzitter van de gemeenteraad, de voorzitter of een lid van het vast bureau, de voorzitter of een lid van het bijzonder comité of de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn een dossier overmaken aan de Vlaamse regering zodat die een tuchtonderzoek kan instellen.
- …
Artikel 68
Minimaal één keer per bestuursperiode kan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn de deontologische code evalueren. De betrokken raad vraagt daarvoor eerst advies aan de betreffende deontologische commissie.
Bijlage: Een aantal wetteksten
Gedrag bij stemming en beraadslaging: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 27, §1, §3 en §4 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 74 van hetzelfde decreet)
“§ 1. Het is voor een raadslid verboden deel te nemen aan de bespreking en de stemming over:
1° aangelegenheden waarin hij een rechtstreeks belang heeft, hetzij persoonlijk, hetzij als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot, of bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dat verbod strekt niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten, benoemingen, ontslagen, afzettingen en schorsingen. Voor de toepassing van deze bepaling worden personen die een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek hebben afgelegd, met echtgenoten gelijkgesteld;
2° de vaststelling of goedkeuring van het meerjarenplan, het budget en de jaarrekening van een instantie waaraan hij rekenschap verschuldigd is of van een instantie tot het uitvoerend orgaan waarvan hij behoort.
Het eerste lid is niet van toepassing op het gemeenteraadslid dat zich in de omstandigheden, vermeld in het eerste lid, bevindt louter op grond van het feit dat hij als vertegenwoordiger van de gemeente is aangewezen in andere rechtspersonen.
Gedrag bij stemming en beraadslaging: Wet inzake overheidsopdrachten van17 juni 2016, artikel 8
“§ 2. Het is elke ambtenaar, openbare gezagsdrager of ieder ander persoon die op welke wijze ook aan de aanbesteder verbonden is, met inbegrip van de namens de aanbesteder optredende aanbieder van aanvullende aankoopactiviteiten, verboden, op welke wijze ook, rechtstreeks of onrechtstreeks tussen te komen bij de plaatsing of de uitvoering van een overheidsopdracht zodra hij daardoor, persoonlijk of via een tussenpersoon, zou kunnen terechtkomen in een toestand van belangenconflict met een kandidaat of inschrijver. In uitzonderlijke omstandigheden is dit verbod evenwel niet van toepassing, indien dit verbod de aanbesteder zou beletten te voorzien in haar behoeften.
§ 3. Een belangenconflict wordt alleszins vermoed te bestaan :
1° zodra de ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, bloed- of aanverwant is in de rechte lijn tot de derde graad en in de zijlijn tot de vierde graad of in geval van wettelijke samenwoning, met een van de kandidaten of inschrijvers of met ieder ander natuurlijk persoon die voor rekening van een van hen een vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid uitoefent;
2° indien de ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, zelf of via een tussenpersoon eigenaar, mede-eigenaar of werkend vennoot is van één van de kandiderende of inschrijvende ondernemingen dan wel in rechte of in feite, zelf of desgevallend via een tussenpersoon, een vertegenwoordiging-, beslissings- of controlebevoegdheid uitoefent.
De ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon die zich in een toestand van belangenconflict bevindt, is verplicht zichzelf te wraken. Hij stelt er de aanbesteder schriftelijk en onverwijld van op de hoogte.
§ 4. Indien de ambtenaar, de openbare gezagsdrager, de natuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, zelf of via een tussenpersoon, één of meer aandelen of deelbewijzen ter waarde van ten minste vijf percent van het maatschappelijk kapitaal van een van de kandiderende of inschrijvende ondernemingen bezit, is hij verplicht de aanbesteder daarvan in kennis te stellen.
1° zodra de ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon bedoeld in § 1, bloed- of aanverwant is in de rechte lijn tot de derde graad en in de zijlijn tot de vierde graad of in geval van wettelijke samenwoning, met een van de kandidaten of inschrijvers of met ieder ander natuurlijk persoon die voor rekening van een van hen een directie- of beheersbevoegdheid uitoefent;
2° indien de ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon bedoeld in § 1 zelf of via een tussenpersoon eigenaar, mede-eigenaar of werkend vennoot is van één van de kandiderende of inschrijvende ondernemingen dan wel in rechte of in feite, zelf of via een tussenpersoon, een directie- of beheersbevoegdheid uitoefent.
De ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon die zich in een van deze toestanden bevindt, is verplicht zichzelf te wraken.
Gedrag bij stemming en beraadslaging: Burgerlijk Wetboek van 21 maart 1804, zoals gewijzigd, artikel 1596
“Bij een openbare verkoping mogen, op straffe van nietigheid, noch door henzelf noch door tussenpersonen, kopers worden:
Voogden, wat betreft de goederen van hen over wie zij de voogdij hebben;
Lasthebbers, wat betreft de goederen met de verkoop waarvan zij belast zijn;
Bestuurders, wat betreft de goederen van de gemeenten of van de openbare instellingen, die aan hun zorg zijn toevertrouwd;
Openbare ambtenaren, wat betreft de goederen van de Staat, waarvan de verkoop door hun tussenkomst geschiedt.”
Verboden functies voor lokale mandatarissen: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 10 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 71 van hetzelfde decreet)
“De volgende personen kunnen geen deel uitmaken van een gemeenteraad:
1° de provinciegouverneurs, de vicegouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, de hoge ambtenaar die de Brusselse Hoofdstedelijke Regering aanwijst overeenkomstig artikel 48, derde lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen en de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de provinciegriffiers, de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissarissen als de gemeente in kwestie deel uitmaakt van hun ambtsgebied;
2° de magistraten, de plaatsvervangende magistraten en de griffiers bij de hoven en de rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Grondwettelijk Hof;
3° de leden van het operationeel, administratief of logistiek kader van de politiezone waar de gemeente toe behoort;
4° de personeelsleden van de gemeente in kwestie of van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat die gemeente bedient of van de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen van de gemeente;
5° de leden van een districtsraad;
6° de personen die in een lokale decentrale overheid van een andere lidstaat van de Europese Unie een ambt of een mandaat uitoefenen dat gelijkwaardig is aan dat van gemeenteraadslid, voorzitter van de gemeenteraad, schepen of burgemeester;
7° de bloedverwanten tot en met de tweede graad, de aanverwanten in de eerste graad of de echtgenoten in de gemeenteraad van dezelfde gemeente.
Als bloed- of aanverwanten in een graad als vermeld in het eerste lid, 7°, of twee echtgenoten worden verkozen bij dezelfde verkiezing, wordt de voorkeur bepaald door de grootte van de quotiënten op grond waarvan de zetels die kandidaten hebben verkregen aan hun lijst zijn toegekend.
Als twee bloed- of aanverwanten in een verboden graad of twee echtgenoten worden verkozen, de ene tot raadslid, de andere tot opvolger, geldt het verbod om zitting te nemen alleen voor de opvolger, tenzij de plaats waarvoor hij in aanmerking komt, is opengevallen voor de verkiezing van zijn bloed- of aanverwant of echtgenoot. Tussen opvolgers die voor opengevallen plaatsen in aanmerking komen, wordt de voorrang allereerst bepaald volgens de tijdsorde van de vacatures.
Voor de toepassing van dit artikel worden personen die een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek hebben afgelegd, met echtgenoten gelijkgesteld.
Aanverwantschap die later tot stand komt tussen raadsleden, brengt geen verval van hun mandaat mee. Dat geldt niet bij een huwelijk tussen raadsleden en als er een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek, is afgelegd.
De onverenigbaarheid wordt geacht op te houden door het overlijden van de persoon door wie ze tot stand is gekomen, door echtscheiding of door de beëindiging van het wettelijk samenlevingscontract.
Overeenkomstig artikel 71 en 72 van de Nieuwe Gemeentewet is het eerste lid, 1° en 2°, ook van toepassing op de niet-Belgische onderdanen van de Europese Unie die in België verblijven voor de uitoefening in een andere lidstaat van de Europese Unie van ambten die gelijkwaardig zijn aan de ambten, vermeld in deze bepalingen.”
Onverenigbaarheden: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 11 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 71 van hetzelfde decreet)
“Het verkozen gemeenteraadslid dat zich op het ogenblik van zijn installatie als gemeenteraadslid in een situatie bevindt die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de gemeenteraad, kan de eed niet afleggen en wordt bijgevolg geacht afstand te doen van het mandaat dat aan hem toegekend is.
Een gemeenteraadslid dat tijdens zijn mandaat in een met zijn mandaat onverenigbare situatie terechtkomt en dat binnen vijftien dagen na het tot hem gerichte verzoek van de voorzitter van de gemeenteraad geen einde maakt aan die situatie, wordt door de gemeenteraad vervallen verklaard van zijn mandaat, overeenkomstig artikel 9, § 1, tweede lid, § 2 en § 3, nadat het betrokken gemeenteraadslid is gehoord.
Als de betrokkene, zelfs bij ontstentenis van enige kennisgeving, na de vervallenverklaring zijn mandaat blijft uitoefenen hoewel hij kennis heeft van de oorzaak van het verval, is hij strafbaar met een gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro.”
Verboden handelingen: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 27 §2 en §3 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 74 van hetzelfde decreet)
“§ 2. Het is voor een gemeenteraadslid verboden:
1° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling te werken in geschillen ten behoeve van de gemeente. Dat verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken;
2° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris ten behoeve van de tegenpartij van de gemeente of ten behoeve van een personeelslid van de gemeente te werken bij geschillen die betrekking hebben op beslissingen over de tewerkstelling binnen de gemeente. Dat verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken;
3° rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst te sluiten, behalve in geval van een schenking aan de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, of deel te nemen aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, behalve als het gemeenteraadslid een beroep doet op een dienstverlening van de gemeente of van een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat;
4° op te treden als afgevaardigde of deskundige van een vakorganisatie in het bijzonder onderhandelingscomité of het hoog overlegcomité van de gemeente.
Wetgeving inzake corruptie: Strafwetboek van 8 juni 1867, zoals gewijzigd, artikel 245
“Iedere persoon die een openbaar ambt uitoefent, die, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenpersonen of door schijnhandelingen, enig belang, welk het ook zij, neemt of aanvaardt in de verrichtingen, aanbestedingen, aannemingen of werken in regie waarover hij ten tijde van de handeling geheel of ten dele het beheer of het toezicht had, of die, belast met de ordonnancering van de betaling of de vereffening van een zaak, daarin enig belang neemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar, en met geldboete van 100 [euro] tot 50 000 [euro] of met één van die straffen en hij kan bovendien, overeenkomstig artikel 33, worden veroordeeld tot ontzetting van het recht om openbare ambten, bedieningen of betrekkingen te vervullen. De voorafgaande bepaling is niet toepasselijk op hem die in de gegeven omstandigheden zijn private belangen door zijn betrekking niet kon bevorderen en openlijk heeft gehandeld.”
Wetgeving inzake terugbetaling en verantwoording kosten: Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris, artikel 35 §1
“Art. 35. §1. Alleen kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat en die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het mandaat, kunnen worden terugbetaald.
De kosten, vermeld in het eerste lid, worden gestaafd met bewijsstukken.”
Wetgeving inzake terugbetaling specifieke kosten: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 38
“De gemeenteraad stelt bij de aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vast waarin aanvullende maatregelen worden opgenomen voor de werking van de raad en waarin minstens bepalingen worden opgenomen over:
1° de vergaderingen waarvoor presentiegeld wordt verleend, het bedrag van het presentiegeld en de nadere regels voor de eventuele terugbetaling van specifieke kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat van gemeenteraadslid of lid van het college van burgemeester en schepenen;
(…)”
Wetgeving inzake beroepsgeheim: Strafwetboek van 8 juni 1867, zoals gewijzigd, artikel 458
“Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en deze bekendmaken buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte (of voor een parlementaire onderzoekscommissie) getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen verplicht die geheimen bekend te maken, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van honderd euro tot vijfhonderd euro.”
Wetgeving inzake geheimhoudingsplicht: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 29 §4
“§ 4. De gemeenteraadsleden, alsook alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht.
Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van strafrechtelijke vervolging van de gemeenteraadsleden, alsook van alle andere personen als vermeld in het eerste lid wegens schending van het beroepsgeheim, overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek.”
Wetgeving inzake openbaarheid van de vergadering: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 28
“§ 1. De vergaderingen van de gemeenteraad zijn openbaar, behalve als:
1° het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering;
2° de gemeenteraad met twee derde van de aanwezige leden en op gemotiveerde wijze beslist tot behandeling in besloten vergadering, in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid.
De vergaderingen over de beleidsrapporten, vermeld in artikel 249, zijn in elk geval openbaar.
Wetgeving inzake vertrouwelijkheid van informatie: Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, zoals gewijzigd, artikel 10 §2
“§ 2. De aanbestedende instantie en elke persoon die, in het kader van zijn functie of van de hem toevertrouwde opdrachten, kennis heeft van vertrouwelijke informatie over een opdracht of die hem, in het kader van het plaatsen en de uitvoering van de opdracht, door de kandidaten, inschrijvers, aannemers, leveranciers of dienstverleners werd verstrekt, mogen die informatie niet bekendmaken. Deze informatie heeft meer bepaald betrekking op de technische of commerciële geheimen en op de vertrouwelijke aspecten van de offertes.
Zolang de aanbestedende instantie geen beslissing heeft genomen over, naargelang het geval, de selectie of kwalificatie van de kandidaten of deelnemers, de regelmatigheid van de offertes, de gunning van de opdracht of de beslissing om af te zien van het plaatsen van de opdracht, hebben de kandidaten, deelnemers, inschrijvers en derden geen toegang tot de documenten betreffende de procedure, met name de aanvragen tot deelneming of kwalificatie, de offertes en de interne documenten van de aanbestedende instantie.”
Art. 3:
Deze beslissing zal worden bekendgemaakt in toepassing van artikelen 285-287 en 330 van het decreet over het lokaal bestuur.
Art. 59 van de deontologische code voor de lokale mandatarissen van het Lokaal bestuur Tielt bepaalt dat er een deontologische commissie voor de gemeenteraad wordt opgericht en dat het aantal leden van deze commissie 9 bedraagt, aangevuld met de voorzitter van de gemeenteraad die ook voorzitter van de commissie wordt. De 9 mandaten, zoals voorzien in de deontologische code worden als volgt verdeeld: 1 per fractie. Momenteel zijn er binnen de gemeenteraad 5 fracties. De overblijvende mandaten worden evenredig verdeeld over de diverse fracties op basis van het aantal leden binnen de gemeenteraad.
De 4 overblijvende mandaten worden als volgt verdeeld:
Vooruit: 0
N-VA/Open Vld: 1
CD&V: 2
Groen: 0
Iedereen Tielt: 1
Elke fractie wijst de hen toegewezen mandaten in de deontologische commissie toe met een voordracht. Bij deze voordracht kunnen ook één of meer plaatsvervangers aangeduid worden die in opgesomde volgorde het commissielid vervangen. Een plaatsvervanger is een raadslid voorgedragen door dezelfde fractie, tenzij de fractie maar één lid telt. In dat geval kan ook een raadslid van een andere fractie voorgesteld worden. Hoewel het om 2 afzonderlijke commissies gaat, kan de samenstelling van de deontologische commissie voor de gemeenteraad identiek zijn aan de samenstelling van de deontologische commissie voor de raad voor maatschappelijk welzijn.
Voorstel van beslissing: aanduiden van de leden voor de deontologische commissie voor de gemeenteraad.
Volgende personen worden aangeduid als leden van de deontologische commissie:
Fractie in de raad voor maatschappelijk welzijn |
Kandidaat-commissielid |
Plaatsvervangers |
CD&V |
Vannieuwenhuyze Luc |
Vande Vyvere Joris |
Byttebier Vincent |
Carrette Klaas |
|
Verdoodt Hedwig |
Bovijn-Tack Roos |
|
Vooruit |
Bekaert Simon |
De Coninck Birger |
Iedereen Tielt |
Goossens Grietje |
De Cloet Marie |
Baert Pascale |
Biebuyck Bart |
|
N-VA/Open Vld |
Tack Joris |
Vervaeke Veerle |
Mauws Henk |
Baert Roos |
|
Groen |
Vanden Bussche An |
/ |
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder art. 39 en art. 55;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 4 mei 2023 houdende de goedkeuring van een deontologische code voor de lokale mandatarissen van het Lokaal bestuur Tielt;
Gelet op art. 59 van de deontologische code voor de lokale mandatarissen van het Lokaal bestuur Tielt dat bepaalt dat er een deontologische commissie voor de gemeenteraad wordt opgericht;
Gezien het aantal leden van deze commissie 9 bedraagt, aangevuld met de voorzitter van de gemeenteraad die ook voorzitter van de commissie wordt;
Gezien de 9 mandaten zoals voorzien in de deontologische code als volgt verdeeld worden : 1 per fractie en de overblijvende mandaten worden evenredig verdeeld over de diverse fracties op basis van het aantal leden binnen de gemeenteraad;
Gelet op het feit dat er momenteel binnen de gemeenteraad 5 fracties zijn;
Gezien de 4 overblijvende mandaten als volgt verdeeld worden:
Vooruit: 0
N-VA/Open Vld: 1
CD&V: 2
Groen: 0
Iedereen Tielt: 1
Gelet op het feit dat elke fractie zijn kandidaat/kandidaten bekend maakt met een voordracht gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad;
Gezien er bij de voordracht ook één of meer plaatsvervangers kunnen worden aangeduid, die in opgesomde volgorde het commissielid vervangen;
Gelet op de ontvangen voordrachten als volgt:
Fractie in de gemeenteraad Kandidaat-commissielid Plaatsvervangers
CD&V
Vooruit
Iedereen Tielt
N-VA/Open Vld
Groen
Art. 1:
Volgende raadsleden en plaatsvervangers worden aangeduid als lid van de deontologische commissie voor de gemeenteraad:
Fractie in de gemeenteraad |
Kandidaat-commissielid |
Plaatsvervangers |
CD&V |
|
|
|
|
|
|
|
|
Vooruit |
|
|
Iedereen Tielt |
|
|
|
|
|
N-VA/Open Vld |
|
|
|
|
|
Groen |
|
|
Art. 2:
De voorzitter van de gemeenteraad maakt naast bovenstaande raadsleden deel uit van de deontologische commissie voor de gemeenteraad.
Op 09.06.2023 zal de nieuwe woonmaatschappij voor het werkingsgebied Midwest-Oost, waar Tielt deel van uitmaakt, gevormd worden. In voorbereiding van de oprichting, werden in de stuurgroep het aantal mandaten van het werkingsgebied vastgelegd, voor Tielt zijn dit 6 mandaten. Elke voordrager van een bestuursmandaat dient evenveel kandidaten voor te stellen als het aantal mandaten waarvoor zij de kandidaten mag voordragen, plus minstens één extra kandidaat. De leden van het bestuursorgaan worden dan door de algemene vergadering van 09.06.2023 uit de voorgedragen kandidaten benoemd. Er is een genderdiversiteitsvoorwaarde van toepassing.
Voorstel van beslissing: voordracht van kandidaten voor he bestuurdersmandaat in de woonmaatschappij met werkingsgebied Midwest-Oost.
Volgende personen worden voorgedragen als kandidaat voor het bestuurdersmandaat in de nieuw te vormen woonmaatschappij met werkingsgebied ‘Midwest-Oost’:
- Vannieuwenhuyze Luc
- Baert Pascale
- Byttebier Vincent
- Verdoodt Hedwig
- Bovijn-Tack Roos
- Decoene Hilde
- Poppe Jasminka
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, en latere wijzigingen;
Gelet op het decreet houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen, zoals bekrachtigd en afgekondigd door de Vlaamse Regering op 09.07.2021 (BS 10.09.2021), waarbij een regelgevend kader met betrekking tot de woonmaatschappijen werd gecreëerd;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17.12.2021 tot wijziging van verschillende besluiten over wonen;
Gelet op de Vlaamse Codex Wonen van 2021 (VCW);
Gelet op het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 (BVCW);
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van Tielt dd. 01.09.2022 houdende het gunstig advies dat werd verleend over het traject dat zal worden doorlopen om tegen uiterlijk 30 juni 2023 deel uit te maken van de woonmaatschappij die in het werkingsgebied, waar de stad Tielt deel van uitmaakt, zal worden gevormd; dat de gemeenteraad in het kader van de procedure vermeld in artikel 4.98 §1 tweede lid, 2°, punt k van het BVCW van 2021 vaststelde dat de aldus te vormen woonmaatschappij zal zorgen voor voldoende lokale netwerkvorming, lokale inbedding en verankering;
Gelet op het feit dat op 09.06.2023 de nieuwe woonmaatschappij voor het werkingsgebied Midwest-Oost zal worden gevormd; dat de stad Tielt deel uitmaakt van dit werkingsgebied;
Gelet op het schrijven van de Tieltse Bouwmaatschappij dd. 15.03.2023 houdende de vraag tot voordracht van kandidaten voor het bestuurdersmandaat in de nieuw te vormen woonmaatschappij met werkingsgebied ‘Midwest-Oost’;
Gelet op het ontwerp van statuten voor de woonmaatschappij met werkingsgebied ‘Midwest-Oost’ die aan dit schrijven werden toegevoegd;
Gelet op het feit dat in de stuurgroep in voorbereiding van de oprichting van deze woonmaatschappij, het aantal mandaten voor de steden / gemeenten van het werkingsgebied als volgt werden voorbehouden:
- 6 mandaten voor lokaal bestuur Tielt
- 3 mandaten voor lokaal bestuur Wingene
- 3 mandaten voor lokaal bestuur Meulebeke
- 2 mandaten voor lokaal bestuur Pittem
- 1 mandaten voor lokaal bestuur Ruiselede
Gelet dat overeenkomstig artikel 15 § 3 van de ontwerpstatuten van nieuwe woonmaatschappij, elke voordrager van een bestuursmandaat evenveel kandidaten dient voor te stellen als het aantal mandaten waarvoor zij de kandidaten mag voordragen, plus minstens één extra kandidaat; de leden van het bestuursorgaan worden dan door de algemene vergadering van 09.06.2023 uit de voorgedragen kandidaten benoemd;
Gelet op het feit dat artikel 4.39/5 §2 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 bepaalt dat ten hoogste 2/3e van de leden van de raad van bestuur van hetzelfde geslacht mogen zijn; deze genderdiversiteitsvoorwaarde indachtig, verzoekt de bouwmaatschappij kandidaten te willen voorstellen met een verschillend geslacht
Gelet op de kandidaturen als bestuurder ontvangen van:
Kandidaatsplaats 1
- Vannieuwenhuyze Luc
- Duprez Herman
Kandidaatsplaats 2
- Baert Pascale
Kandidaatsplaats 3
- Byttebier Vincent
Kandidaatsplaats 4
- Verdoodt Hedwig
Kandidaatsplaats 5
- Bovijn-Tack Roos
Kandidaatsplaats 6
- Decoene Hilde
Kandidaatsplaats 7
- Poppe Jasminka
Overwegende dat de raad is overgegaan tot de geheime stemming met volgend stemresultaat:
Kandidaatsplaats 1
- Vannieuwenhuyze Luc bekomt 16 ja-stemmen, er zijn 10 onthoudingen
- Duprez Herman bekomt 15 neen-stemmen, 1 stem is ongeldig
Kandidaatsplaats 2
- Baert Pascale bekomt 16 ja-stemmen, er zijn 10 onthoudingen
Kandidaatsplaats 3
- Byttebier Vincent bekomt 16 ja-stemmen, er zijn 10 onthoudingen
Kandidaatsplaats 4
- Verdoodt Hedwig bekomt 16 ja-stemmen, er zijn 10 onthoudingen
Kandidaatsplaats 5
- Bovijn-Tack Roos bekomt 16 ja-stemmen, er zijn 10 onthoudingen
Kandidaatsplaats 6
- Decoene Hilde bekomt 16 ja-stemmen, er zijn 10 onthoudingen
Kandidaatsplaats 7
- Poppe Jasminka bekomt 16 ja-stemmen, er zijn 10 onthoudingen
;
Kandidaatsplaats 1
- Vannieuwenhuyze Luc bekomt 16 ja-stemmen, er zijn 10 onthoudingen
- Duprez Herman bekomt 15 neen-stemmen, 1 stem is ongeldig
Kandidaatsplaats 2
- Baert Pascale bekomt 16 ja-stemmen, er zijn 10 onthoudingen
Kandidaatsplaats 3
- Byttebier Vincent bekomt 16 ja-stemmen, er zijn 10 onthoudingen
Kandidaatsplaats 4
- Verdoodt Hedwig bekomt 16 ja-stemmen, er zijn 10 onthoudingen
Kandidaatsplaats 5
- Bovijn-Tack Roos bekomt 16 ja-stemmen, er zijn 10 onthoudingen
Kandidaatsplaats 6
- Decoene Hilde bekomt 16 ja-stemmen, er zijn 10 onthoudingen
Kandidaatsplaats 7
- Poppe Jasminka bekomt 16 ja-stemmen, er zijn 10 onthoudingen
Art. 1:
Navolgende personen voor te dragen als kandidaat voor het bestuurdersmandaat in de nieuw te vormen woonmaatschappij met werkingsgebied ‘Midwest-Oost’
- Vannieuwenhuyze Luc
- Baert Pascale
- Byttebier Vincent
- Verdoodt Hedwig
- Bovijn-Tack Roos
- Decoene Hilde
- Poppe Jasminka
Art. 2:
Afschrift van deze beslissing over te maken aan de Tieltse Bouwmaatschappij, p/a Stationsplein 1A, 8700 Tielt.
Per aangetekende brief van 21.03.2023 vraagt IVIO de goedkeuring door de gemeenteraad van de agenda van de algemene vergadering van 22.05.2023. Daarnaast vraagt men ook de bepaling van het mandaat van de vertegenwoordiger van de stad.
Voorstel van beslissing: goedkeuren agenda van de algemene vergadering van IVIO op 22.05.2023 en bepaling van het mandaat van de vertegenwoordiger van de stad.
Gelet op het feit dat de gemeente werd opgeroepen per aangetekend schrijven van 21 maart 2023 om deel te nemen aan de zitting van de algemene vergadering van IVIO van 22 mei 2023;
Gelet op artikel 454 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 houdende de dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen;
Gelet op het schrijven van IVIO van 21 maart 2023 met uitnodiging tot de algemene vergadering van 22 mei 2023 om 18.00 uur, met alle bijhorende stukken en met volgende agenda:
1. goedkeuring verslag van de Raad van Bestuur over het dienstjaar 2022
2. kennisname verslag van de heer Commissarisrevisor
3. goedkeuring jaarrekening per 31 december 2022
4. kwijting verlenen aan de bestuurders en commissaris revisor voor het boekjaar 2022
5. benoeming commissaris-revisor
6. ontslag en benoeming nieuwe bestuurders
7. varia
Gelet op de bespreking ter zitting van deze agenda en bijhorende stukken;
Art. 1:
Zijn goedkeuring te verlenen aan de agenda met volgende agendapunten van de algemene vergadering van 22 mei 2023:
1. goedkeuring verslag van de Raad van Bestuur over het dienstjaar 2022
2. kennisname verslag van de heer Commissarisrevisor
3. goedkeuring jaarrekening per 31 december 2022
4. kwijting verlenen aan de bestuurders en commissaris revisor voor het boekjaar 2022
5. benoeming commissaris-revisor
6. ontslag en benoeming nieuwe bestuurders
7. varia
Art. 2:
De vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de algemene vergadering van 22 mei 2023 zal zijn stemgedrag afstemmen op de beslissing genomen in onderhavig gemeenteraadsbesluit en de punten van de agenda van de algemene vergadering van 22 mei 2023 goedkeuren.
Art. 3:
Deze beslissing over te maken aan IVIO Lodewijk de Raetlaan 12,
8870 Izegem.
Met het afsluiten van kruispunt den Bek wordt de Europawijk afgesneden van een groot deel van Tielt. De inwoners van de Europawijk, met inbegrip van de wijk Jozef Baertstraat & Robert Schumanstraat, Beneluxlaan en Europalaan zullen voortaan een ingewikkelde omweg moeten maken om nog de eigen buurtschool, buurtbakker, buurtslager, het station, enzovoort te bereiken. Het wordt de inwoners bemoeilijkt om de conventieweg en het zuidelijke centrum te bereiken, of om van daaruit terug hun eigen straat en wijk te bereiken.
Voorstel van beslissing: er wordt geen harde knip uitgevoerd tussen Felix D’Hoopstraat en de verbinding met de wijk Europalaan – Beneluxlaan.
Namens Gemeenteraad,
Hendrik Vandenbruwane
Algemeen Directeur
Hilde Decoene
Voorzitter