Notulen  Raad voor Maatschappelijk Welzijn

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 90 dat bepaalt dat op de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn aansluitend op de installatievergadering van de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn hetzij onder de voorzitter of de leden van het vast bureau, hetzij onder de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, een voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst verkiest;

Overwegende dat deze voorzitter wordt verkozen op basis van een akte van voordracht, ondertekend door meer dan de helft van de verkozenen op de lijsten die aan de verkiezingen deelnamen; om ontvankelijk te zijn, moet de akte van voordracht ook ondertekend zijn door een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat zijn verkozen; als de lijst waarop de naam van de kandidaat-voorzitter voorkomt maar twee verkozenen telt, volstaat de handtekening van een van hen; niemand kan meer dan één akte van voordracht ondertekenen;

Overwegende dat de akte van voordracht ook de einddatum van het mandaat van de kandidaat-voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst kan vermelden; in dat geval kan op de akte van voordracht de naam van een of meer personen die hem zullen opvolgen voor de resterende duurtijd van het mandaat, vermeld worden; in voorkomend geval is de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst bij het bereiken van de einddatum van het mandaat van rechtswege ontslagnemend en wordt hij van rechtswege opgevolgd door de persoon die in de akte van voordracht als opvolger is vermeld;

Gelet op de voordrachtakte van een kandidaat-voorzitter voor het bijzonder comité voor de sociale dienst die in handen van de algemeen directeur werd ingediend op 22.11.2018, waarbij de mevrouw Roos Bovijn-Tack werd voorgedragen als kandidaat-voorzitter tot 31.12.2021 met als opvolger dhr. Klaas Carrette voor de periode 01.01.2022 tot 31.12.2024;

Gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn dd. 03.01.2019 houdende de verkiezing en eedaflegging van mevrouw Roos Bovijn-Tack als voorzitter bijzonder comité voor de sociale dienst tot 31.12.2021 met als opvolger dhr. Klaas Carrette voor de periode 01.01.2022 tot 31.12.2024;

Overwegende dat het voor het ingaan van het mandaat van dhr. Klaas Carrette per 01.01.2022 aangewezen is dat de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 02.12.2021 kennis neemt van de vervanging en de eedaflegging reeds in handen van de voorzitter kan gebeuren, gezien de eerste raad voor maatschappelijk welzijn in 2022 pas plaatsvindt op 06.01.2022;

Verleent eenparig goedkeuring aan de notulen van de zitting dd. 28.10.2021.

Neemt kennis van de notulen van de Raad van Bestuur dd. 11.10.2021 van de welzijnsvereniging Zorg Tielt.

Neemt kennis van het besluit van de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen houdende goedkeuring van de jaarrekening 2020 van het Lokaal bestuur Tielt – stad en OCMW.

Gelet op het ontwerp van Meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt, bestaande uit de wijzigingen van de strategische nota, de aangepaste financiële nota en de toelichting;

Gelet op de bijkomende documentatie bij de Meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt, die het ontwerp van meerjarenplanaanpassing verder verduidelijkt;

Overwegende dat het decreet over het lokaal bestuur een verregaande integratie tussen gemeenten en hun OCMW’s voor ogen heeft, met een gezamenlijk meerjarenplan voor stad en OCMW waarbij de doelstellingen, actieplannen en acties van stad en OCMW opgenomen zijn in één gezamenlijke doelstellingenboom en waarbij ook het financieel evenwicht beoordeeld wordt voor stad en OCMW samen;

Overwegende dat stad en OCMW Tielt niettemin afzonderlijke rechtspersonen gebleven zijn met elk hun eigen verplichtingen en verbintenissen, waardoor in het gezamenlijk meerjarenplan toch een duidelijk onderscheid blijft bestaan tussen de kredieten van de stad en de kredieten van het OCMW;

Overwegende dat de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn het meerjarenplan en de aanpassingen ervan elk voor hun deel vaststellen;

Overwegende dat de gemeenteraad daarna het deel van het meerjarenplan en de aanpassingen ervan zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goedkeurt, waardoor het meerjarenplan en de aanpassingen ervan in hun geheel geacht worden definitief vastgesteld te zijn;

Overwegende dat het vroegere jaarlijkse budget voortaan geïntegreerd is in het meerjarenplan en dat de kredieten voor de exploitatie, de investeringen en de financiering voor het boekjaar 2021 vastgesteld werden in Meerjarenplanaanpassing 1 2020-2025 en gewijzigd werden in Meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025;

Overwegende dat het meerjarenplan minstens één keer per jaar moet worden aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld en waarbij ook de kredieten van het lopende boekjaar kunnen worden aangepast;

Overwegende dat het voorliggende ontwerp van Meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 voor de entiteit OCMW een aantal aanpassingen aanbrengt aan de kredieten van zowel 2021 en 2022 als van de daaropvolgende jaren en dat de kredieten voor het boekjaar 2021 gewijzigd en voor boekjaar 2022 vastgesteld worden;

Overwegende dat de Meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt financieel in evenwicht is, dat ook de gecorrigeerde autofinancieringsmarge elk jaar positief is en dat het geconsolideerd financieel evenwicht van stad, OCMW en AGB Tielt gegarandeerd is;

Overwegende dat het ontwerp van Meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt toegelicht en besproken werd in de gemeenteraadscommissie financiën van 29 november 2021;

Op voorstel van het vast bureau en na beraadslaging in openbare zitting;

Gelet op het energiebesluit van 19.11.2010;

Gelet op art. 23 van de Belgische grondwet die stelt dat ieder recht heeft een menswaardig leven te leiden;

Gelet op Art. 1 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, die stelt dat elke persoon recht heeft op maatschappelijke dienstverlening. Deze heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoord aan de menselijke waardigheid;

Gelet op Art. 57§1 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, waarin preventieve hulp als taak opgenomen staat van het OCMW;

Gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 07.11.2019 waarin goedkeuring werd verleend om deel te nemen aan deze oproep voor onbepaalde duur en om dit jaarlijks ter kennis te geven aan de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn;

Overwegende dat de minimale levering via de aardgasbudgetmeter een middel is om de budgetmeter aardgas op te laden voor gezinnen die de middelen ontberen om deze met eigen middelen op te laden;

Overwegende dat de periode loopt van 01.11.2021 t.e.m. 31.03.2022;

Overwegende dat een maatschappelijk werker binnen het OCMW een sociaal-financieel onderzoek uitvoert;

Overwegende dat de bedragen van tussenkomst gelimiteerd worden door de Vlaamse overheid;

Overwegende dat het OCMW 70% van de uitbetaalde bedragen kan terugvorderen bij de netbeheerder;

Overwegende dat het OCMW voor de overige 30% van de uitbetaalde bedragen een beslissing neemt in het B.C.S.D. tot al dan niet terugvordering van dit bedrag door de cliënt, afhankelijk van het sociaal-financieel onderzoek;

Overwegende dat de procedure voorgesteld door Vlaanderen gevolgd wordt;