Verleent eenparig goedkeuring aan de notulen van de zitting dd. 01.12.2022.
Via het digitaal loket Binnenlands Bestuur werden volgende besluiten van de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen ontvangen:
- dd. 24.11.2022 houdende de goedkeuring van de jaarrekening 2021 van het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt.
- dd. 24.11.2022 ontvangen houdende de goedkeuring van de jaarrekening 2021 van het Lokaal bestuur Tielt – stad en OCMW.
Art. 332 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur, bepaalt dat "alle besluiten en opmerkingen van de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht worden op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad of van de raad voor maatschappelijk welzijn".
Voorstel van beslissing: kennisname van de besluiten van de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen houdende goedkeuring van de jaarrekening 2021 van het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt en goedkeuring van de jaarrekening 2021 van het Lokaal bestuur Tielt – stad en OCMW.
Neemt kennis van de besluiten van de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen in toepassing van art. 332 § 1 van het decreet over het lokaal bestuur:
- dd. 24.11.2022 houdende de goedkeuring van de jaarrekening 2021 van het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt.
- dd. 24.11.2022 ontvangen houdende de goedkeuring van de jaarrekening 2021 van het Lokaal bestuur Tielt – stad en OCMW.
In toepassing van de wet op de geïntegreerde politie, stuurde de politiezone bij brief dd. 14.10.2022 de verdeelsleutel en gemeentelijke bijdrage van de deelnemende gemeenten aan de Politiezone Regio Tielt door. De bijdrage voor 2023 werd vastgelegd op 5.469.645,00 euro. Voor Tielt betekent dit op basis van de verdeelsleutel van 37,36% een bijdrage van 2.043.459,00 euro. Deze dotatie is opgenomen in het meerjarenplan van de stad.
Voorstel van beslissing: goedkeuren van de financiële bijdrage van 2.043.459,00 euro aan de Politiezone Regio Tielt voor het dienstjaar 2023.
Gelet op de wet van 07.12.1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op 2 niveaus, in het bijzonder artikelen 34, 40, 71 en volgende;
Gelet op het feit dat de begrotingsopmaak alsook de stemming en de goedkeuring ervan worden geregeld zodat het artikel 241 en gedeeltelijk de Titel VI, Hoofdstukken 1 en 2 van de Nieuwe Gemeentewet toepasbaar wordt gemaakt;
Gelet op het koninklijk besluit van 05.09.2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de lokale politie;
Gelet op de begrotings-, de financiële en de boekhoudkundige voorschriften van de politiezones die door bovenvermeld KB van 05.09.2001 bepaald zijn;
Gelet op de ministeriële omzendbrief (PLP) betreffende de onderrichtingen voor het opstellen van de politiebegroting ten behoeve van de politiezones;
Gelet op het schrijven dd. 14.10.2022 van de politiezone Regio Tielt houdende berekening van de gemeentelijke bijdragen voor het jaar 2023;
Gelet op het ontwerp van de politiebegroting 2023 van de politiezone Regio Tielt;
Art. 1:
Goedkeuring te verlenen aan de gemeentelijke bijdrage voor het dienstjaar 2023 aan de politiezone Regio Tielt van 5.469.645,00 euro en de bijhorende verdeelsleutel. Voor de stad Tielt betekent dit op basis van de verdeelsleutel van 37,36% een bijdrage aan de politiezone Regio Tielt van 2.043.459,00 euro.
Art. 2:
Voor deze bijdrage zal visum gevraagd worden aan de financieel directeur.
Art. 3:
Deze beslissing wordt bekendgemaakt in toepassing van artikelen 286 en 287 van het decreet over het lokaal bestuur. Afschrift van deze beslissing wordt voor verder gevolg overgemaakt aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken dienst Politionele Veiligheid, de Politiezone Regio Tielt en de financieel directeur.
Bij het KB van 02.02.2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones werd Tielt ingedeeld bij de hulpverleningszone Midwest. De wet van 15 mei 2007 betreffende de Civiele Veiligheid bepaalt dat ‘de dotaties van de gemeenten van de zone jaarlijks vastgelegd worden door de raad op basis van een akkoord, bereikt tussen de verschillende betrokken gemeenteraden. Het akkoord wordt bereikt ten laatste op 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de dotatie bestemd is’. Het akkoord voor de dotatie in 2023 werd inmiddels bereikt in de zoneraad Midwest dd. 25.10.2022. De financiële verdeelsleutel werd herbevestigd. Voor Tielt betekent dit een exploitatietoelage van 562.881,50 euro en een investeringstoelage van 148.462,50 euro. Het budget werd toegelicht en besproken op de infovergadering van 06.10.2022. Zie dossier.
Voorstel van beslissing: goedkeuren financiële verdeelsleutel en financiële bijdrage voor 2023 van de stad Tielt aan de hulpverleningszone Midwest.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017, inzonderheid de artikels 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en de artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de Civiele Veiligheid en meer bepaald artikel 68 § 1 dat bepaalt dat de gemeentelijke dotatie wordt ingeschreven in de uitgaven van elke gemeentebegroting;
Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de Civiele Veiligheid en meer bepaald artikel 68 § 2 dat bepaalt: ‘de dotaties van de gemeenten van de zone worden jaarlijks vastgelegd door de raad op basis van een akkoord, bereikt tussen de verschillende betrokken gemeenteraden. Het akkoord wordt bereikt ten laatste op 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de dotatie bestemd is. …’
Overwegende dat de stad Tielt conform het Koninklijk Besluit van 2 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones, wordt ingedeeld in hulpverleningszone 2 West-Vlaanderen (verder Zone Midwest genoemd);
Overwegende dat Zone Midwest in zitting van de prezoneraad op 27 mei 2014 een akkoord bereikte m.b.t. de financiële verdeelsleutel die de dotatie bepaalt van elke gemeente aan de Zone Midwest; na diverse infosessies aan schepenen, raadsleden, financieel beheerders en secretarissen werd de financiële verdeelsleutel herbevestigd tijdens de prezoneraad op 24 juni 2014;
Gelet op de informatievergadering voor de gemeentebesturen die plaatsvond op 06.10.2022;
Overwegende dat deze financiële verdeelsleutel opnieuw werd bevestigd door de zoneraad in zitting van 25 oktober 2022 m.b.t. de opmaak van het budget voor 2023;
Overwegende dat de totale exploitatietoelage van de gemeenten voor 2023 € 7.615.696,00 de totale investeringstoelage voor 2023 € 1.605.000,00 en de totale gemeentelijk gezamenlijke toelage € 9.220.696,00 bedraagt;
Overwegende dat de exploitatietoelage voor de stad Tielt wordt vastgesteld op € 562.881,50 en de investeringstoelage voor de stad Tielt wordt vastgesteld op € 148.462,50; deze kredieten werden voor het jaar 2023 in het MJP 2020-2025 ingeschreven;
Art. 1:
Akte te nemen van de financiële verdeelsleutel die de jaarlijkse bijdrage van elke gemeente aan de Zone Midwest vastlegt en die door de zoneraad in zitting van 25 oktober 2022 voor de begroting 2023 werd herbevestigd.
Art. 2:
De gemeenteraad gaat akkoord met de exploitatietoelage aan de Zone Midwest voor 2023 die in de onderstaande tabel wordt weergegeven:
Gemeente Dotatie 2023 (in euro)
Ardooie 277.574,50
Hooglede 312.308,50
Ingelmunster 229.935,50
Izegem 805.531,50
Lichtervelde 252.286,00
Meulebeke 282.691,50
Moorslede 303.855,00
Pittem 218.600,00
Roeselare 3.172.963,50
Ruiselede 116.429,50
Staden 311.896,50
Tielt 562.881,50
Wingene 391.055,50
Dentergem 191.257,50
Oostrozebeke 186.429,50
Totaal € 7.615.696,00
Art. 3:
De gemeenteraad gaat akkoord met de investeringstoelage aan de Zone Midwest voor 2023 die in de onderstaande tabel wordt weergegeven:
Gemeente Dotatie 2023 (in euro)
Ardooie 63.397,50
Hooglede 68.533,50
Ingelmunster 68.533,50
Izegem 184.093,50
Lichtervelde 52.965,00
Meulebeke 70.780,50
Moorslede 64.842,00
Pittem 49.755,00
Roeselare 549.712,50
Ruiselede 33.223,50
Staden 71.422,50
Tielt 148.462,50
Wingene 90.361,50
Dentergem 45.100,50
Oostrozebeke 43.816,50
Totaal 1.605.000,00
Art. 4:
Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de voorzitter van de zoneraad van Zone Midwest, Kwadestraat 159 te 8800 Roeselare en aan de zonesecretaris van Zone Midwest.
Art. 5:
Deze beslissing wordt bekendgemaakt in toepassing van artikel 286 en 287 van het decreet over het lokaal bestuur.
Om de inkomsten van de stad op peil te houden en een kwalitatieve dienstverlening blijvend te kunnen garanderen, worden de tarieven opgenomen in de diverse belasting- en retributiereglementen vanaf 2023 jaarlijks aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex. De basistarieven zoals ze reeds opgenomen waren in de reglementen, wijzigen niet.
Voorstel van beslissing: goedkeuren van de wijziging van diverse belasting- en retributiereglementen waarbij voorzien wordt in een jaarlijkse indexering van de tarieven.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 20 december 2017, inzonderheid art. 40 en art. 41;
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
Gelet op de omzendbrief KB/ABB/2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 5 december 2019 houdende de belastingen en retributies voor de aanslagjaren 2020-2025;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 3 december 2020 houdende de belasting op nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 3 december 2020 houdende de belasting op de voor het publiek toegankelijke ruimte;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 6 mei 2021 houdende de belasting op het privaat gebruik van de openbare weg en/of het openbaar domein;
Gelet op de financiële toestand van het lokaal bestuur Tielt;
Overwegende dat de tarieven opgenomen in diverse belasting- en retributiereglementen van de stad Tielt tot op heden niet werden aangepast aan de evolutie van de index;
Overwegende dat de inkomsten van de stad Tielt derhalve niet mee evolueren met de uitgaven, gezien de uitgaven wel stijgen als gevolg van de inflatie en de evolutie van de energieprijzen;
Overwegende dat het niet wenselijk is om een tariefverhoging door te voeren, dat het daarentegen wel wenselijk is dat de tarieven opgenomen in diverse belasting- en retributiereglementen van de stad Tielt mee evolueren met de inflatie en dus jaarlijks aangepast worden aan de evolutie van de index;
Overwegende dat het tarief duidelijk en ondubbelzinnig moet blijken uit het belasting- en retributiereglement en dat bij indexering het reglement moet vermelden welke index en welke referentieperiode gehanteerd wordt;
Overwegende dat het omwille van de uniformiteit aangewezen is om éénzelfde index toe te passen op alle tarieven in de diverse reglementen, dat de gezondheidsindex hiervoor de meest geschikte index is gezien een belangrijk deel van de kosten van het lokaal bestuur onderhevig is aan deze index en de financiële draagkracht van de meeste natuurlijke personen mee evolueert met deze index;
Overwegende dat het aangewezen is de jaarlijkse indexering door te voeren op basis van de gezondheidsindex van de maand september van het jaar voorafgaand aan de indexering, waarbij de aanvangs- of referentie-index die is van de maand september 2021;
Overwegende dat de tarieven bijgevolg op 1 januari 2023 voor de eerste maal aangepast zullen worden aan de evolutie van de gezondheidsindex over de periode september 2021 tot september 2022;
Overwegende dat het aangewezen is de aldus bekomen nieuwe tarieven na indexering naar boven af te ronden op een halve euro, teneinde de duidelijkheid van het tarief en de administratieve eenvoud te behouden;
Overwegende dat bovenstaande afronding naar boven op een halve euro niet aangewezen is voor de belasting op de huis-aan huis verspreiding van niet-geadresseerd drukwerk, gezien dit door het beperkte eenheidstarief een niet proportionele stijging van het tarief zou betekenen;
Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen tot het indexeren van diverse belastingreglementen goedgekeurd voor de legislatuur 2020-2025, met uitzondering van de reglementen waarbij reeds door hogere overheden een wettelijk tarief werd vastgelegd of waarbij reeds rechtstreeks of onrechtstreeks in een indexering voorzien werd;
Overwegende dat bijgevolg voorgesteld wordt om de tarieven in navolgende belastingreglementen te indexeren:
- Belasting op gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke inrichtingen
- Belasting op de aanplakborden
- Belasting op het ontbreken van parkeerplaatsen
- Belasting op opgravingen
- Belasting op de geldautomaten van bank- en financieringsinstellingen
- Belasting op het privaat gebruik van de openbare weg en/of het openbaar domein
- Belasting op nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie
- Belasting op de voor het publiek toegankelijke ruimte
- Belasting op de huis-aan-huis verspreiding van niet-geadresseerd drukwerk
- Belasting op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater op privé-terrein
- Inventarisatie leegstand en onafgewerktheid van gebouwen en belasting op de leegstand en onafgewerktheid van gebouwen
- Belasting ter bestrijding van ongeschikte en onbewoonbare woningen
- Activeringsheffing op de niet-bebouwde percelen gelegen in een niet-vervallen verkaveling
- Activeringsheffing op de niet-bebouwde percelen gelegen in gebieden bestemd voor wonen
- Gemeentebelasting ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten
- Registratie van verwaarloosde woningen en gebouwen en belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen
- Belasting op het realiseren van verkavelingen of meergezinswoningen met meer dan 2 woongelegenheden
- Belasting op tweede verblijven
Art. 1:
Tot het toevoegen van een bijkomend artikel, als laatste artikel in elk van de in artikel 2 vermelde belastingreglementen als volgt:
Art. […]:
De tarieven zoals vermeld in het belastingreglement worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex, waarbij volgende formule wordt toegepast:
Het geïndexeerde nieuwe tarief = basistarief x nieuwe index
aanvangsindex
Waarbij:
Basistarief = tarief zoals vermeld in het belastingreglement.
Nieuwe index = de verhoogde of verlaagde gezondheidsindex van de maand september van het jaar voorafgaand aan de indexering.
Aanvangsindex = gezondheidsindex van de maand september 2021.
De aldus bekomen nieuwe tarieven worden na indexering afgerond naar boven op een halve euro.
Art. 2:
Het bijkomend artikel zoals vermeld in artikel 1, wordt toegevoegd als laatste artikel in elk van de volgende belastingreglementen:
- Belasting op gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke inrichtingen, goedgekeurd dd. 05.12.2019
- Belasting op de aanplakborden, goedgekeurd dd. 05.12.2019
- Belasting op het ontbreken van parkeerplaatsen, goedgekeurd dd. 05.12.2019
- Belasting op opgravingen, goedgekeurd dd. 05.12.2019
- Belasting op de geldautomaten van bank- en financieringsinstellingen, goedgekeurd dd. 05.12.2019
- Belasting op het privaat gebruik van de openbare weg en/of het openbaar domein, goedgekeurd dd. 06.05.2021
- Belasting op nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie, goedgekeurd dd. 03.12.2020
- Belasting op de voor het publiek toegankelijke ruimte, goedgekeurd dd. 03.12.2020
- Belasting op de huis-aan-huis verspreiding van niet-geadresseerd drukwerk, goedgekeurd dd. 05.12.2019
- Belasting op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater op privé-terrein, goedgekeurd dd. 05.12.2019
- Inventarisatie leegstand en onafgewerktheid van gebouwen en belasting op de leegstand en onafgewerktheid van gebouwen, goedgekeurd dd. 05.12.2019
- Belasting ter bestrijding van ongeschikte en onbewoonbare woningen, goedgekeurd dd. 05.12.2019
- Activeringsheffing op de niet-bebouwde percelen gelegen in een niet-vervallen verkaveling, goedgekeurd dd. 05.12.2019
- Activeringsheffing op de niet-bebouwde percelen gelegen in gebieden bestemd voor wonen, goedgekeurd dd. 05.12.2019
- Gemeentebelasting ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, goedgekeurd dd. 05.12.2019
- Registratie van verwaarloosde woningen en gebouwen en belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen, goedgekeurd dd. 05.12.2019
- Belasting op het realiseren van verkavelingen of meergezinswoningen met meer dan 2 woongelegenheden, goedgekeurd dd. 05.12.2019
- Belasting op tweede verblijven, goedgekeurd dd. 05.12.2019
Art. 3:
In afwijking van artikel 1 en 2 wordt de afronding naar boven op een halve euro niet opgenomen in het belastingreglement op de huis-aan-huis verspreiding van niet-geadresseerd drukwerk zoals goedgekeurd dd. 05.12.2019.
Art 4:
Deze beslissing zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 tot en met 287 van het decreet over het lokaal bestuur.
Om de inkomsten van de stad op peil te houden en een kwalitatieve dienstverlening blijvend te kunnen garanderen, worden de tarieven opgenomen in de diverse belasting- en retributiereglementen vanaf 2023 jaarlijks aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex. De basistarieven zoals ze reeds opgenomen waren in de reglementen, wijzigen niet.
Voorstel van beslissing: goedkeuren van de wijziging van diverse belasting- en retributiereglementen waarbij voorzien wordt in een jaarlijkse indexering van de tarieven.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 20 december 2017, inzonderheid art. 40 en art. 41;
Gelet op de omzendbrief KB/ABB/2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 5 december 2019 houdende de belastingen en retributies voor de aanslagjaren 2020-2025;
Gelet op de financiële toestand van het lokaal bestuur Tielt;
Overwegende dat de tarieven opgenomen in diverse belasting- en retributiereglementen van de stad Tielt tot op heden niet werden aangepast aan de evolutie van de index;
Overwegende dat de inkomsten van de stad Tielt derhalve niet mee evolueren met de uitgaven, gezien de uitgaven wel stijgen als gevolg van de inflatie en de evolutie van de energieprijzen;
Overwegende dat het niet wenselijk is om een tariefverhoging door te voeren, dat het daarentegen wel wenselijk is dat de tarieven opgenomen in diverse belasting- en retributiereglementen van de stad Tielt mee evolueren met de inflatie en dus jaarlijks aangepast worden aan de evolutie van de index.
Overwegende dat het tarief duidelijk en ondubbelzinnig moet blijken uit het belasting- en retributiereglement en dat bij indexering het reglement moet vermelden welke index en welke referentieperiode gehanteerd wordt;
Overwegende dat het omwille van de uniformiteit aangewezen is om éénzelfde index toe te passen op alle tarieven in de diverse reglementen, dat de gezondheidsindex hiervoor de meest geschikte index is gezien een belangrijk deel van de kosten van het lokaal bestuur onderhevig is aan deze index en de financiële draagkracht van de meeste natuurlijke personen mee evolueert met deze index;
Overwegende dat het aangewezen is de jaarlijkse indexering door te voeren op basis van de gezondheidsindex van de maand september van het jaar voorafgaand aan de indexering, waarbij de aanvangs- of referentie-index die is van de maand september 2021;
Overwegende dat de tarieven bijgevolg op 1 januari 2023 voor de eerste maal aangepast zullen worden aan de evolutie van de gezondheidsindex over de periode september 2021 tot september 2022;
Overwegende dat het aangewezen is de aldus bekomen nieuwe tarieven na indexering naar boven af te ronden op een halve euro, teneinde de duidelijkheid van het tarief en de administratieve eenvoud te behouden;
Overwegende dat bijkomende de indexering van de tarieven niet aangewezen is voor de retributie op het afleveren van E-ID en Kids-ID’s, zoals opgenomen in art. 2 a) en b) van het retributiereglement op de afgifte van diverse administratieve stukken, gezien het jaarlijks geïndexeerd tarief verschuldigd aan de FOD Binnenlandse Zaken reeds voorzien is in het reglement;
Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen tot het indexeren van diverse retributiereglementen goedgekeurd voor de legislatuur 2020-2025, met uitzondering van de reglementen waarbij reeds door hogere overheden een wettelijk tarief werd vastgelegd of waarbij reeds rechtstreeks of onrechtstreeks in een indexering voorzien werd;
Overwegende dat bijgevolg voorgesteld wordt om de tarieven in navolgende retributiereglementen te indexeren:
- Retributie op het voltrekken van huwelijken
- Retributie voor prestaties van de technische dienst
- Retributie op de afgifte van diverse administratieve stukken, met uitzondering van artikel 2a) en b)
- Retributie m.b.t. de opvang, de verzorging, het transport, de voeding, de opsluiting en de bewaring van loslopende en/of verdwaalde dieren
- Retributie inzake begraafplaatsen
- Retributie op de afgifte van afschriften van bestuursdocumenten
- Retributie op opzoekingen in archiefdocumenten
- Retributie op de aanvragen om een omgevingsvergunning
Art. 1:
Tot het toevoegen van een bijkomend artikel, als laatste artikel in elk van de in artikel 2 vermelde retributiereglementen als volgt:
Art. […]:
De tarieven zoals vermeld in het retributiereglement worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex, waarbij volgende formule wordt toegepast:
Het geïndexeerde nieuwe tarief = basistarief x nieuwe index
aanvangsindex
Waarbij:
Basistarief = tarief zoals vermeld in het retributiereglement.
Nieuwe index = de verhoogde of verlaagde gezondheidsindex van de maand september van het jaar voorafgaand aan de indexering.
Aanvangsindex = gezondheidsindex van de maand september 2021.
De aldus bekomen nieuwe tarieven worden na indexering afgerond naar boven op een halve euro.
Art. 2:
Het bijkomend artikel zoals vermeld in artikel 1, wordt toegevoegd als laatste artikel in elk van de volgende retributiereglementen:
- Retributie op het voltrekken van huwelijken, goedgekeurd dd. 05.12.2019
- Retributie voor prestaties van de technische dienst, goedgekeurd dd. 05.12.2019
- Retributie op de afgifte van diverse administratieve stukken, goedgekeurd dd. 05.12.2019
- Retributie m.b.t. de opvang, de verzorging, het transport, de voeding, de opsluiting en de bewaring van loslopende en/of verdwaalde dieren, goedgekeurd dd. 05.12.2019
- Retributie inzake begraafplaatsen, goedgekeurd dd. 05.12.2019
- Retributie op de afgifte van afschriften van bestuursdocumenten, goedgekeurd dd. 05.12.2019
- Retributie op opzoekingen in archiefdocumenten, goedgekeurd dd. 05.12.2019
- Retributie op de aanvragen om een omgevingsvergunning, goedgekeurd dd. 05.12.2019
Art. 3:
In afwijking van artikel 1 en 2 wordt de indexering van de tarieven voor de retributie op het afleveren van E-ID en Kids-ID’s, zoals opgenomen in art. 2 a) en b) van het retributiereglement op de afgifte van diverse administratieve stukken, niet opgenomen, gezien het jaarlijks geïndexeerd tarief verschuldigd aan de FOD Binnenlandse Zaken reeds voorzien is in het reglement;
Art. 4:
Deze beslissing zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 tot en met 287 van het decreet over het lokaal bestuur.
De belasting op drijfkracht en de algemene milieubelasting bedrijven worden afgeschaft en vervangen door de belasting ter stimulering van duurzame energie. Daartoe dient het reglement algemene milieubelasting gewijzigd te worden, waarbij de bedrijven geschrapt worden als belastingplichtige voor wat betreft de milieubelasting.
Voorstel van beslissing: opheffen van het besluit van de gemeenteraad van 5 december 2019 houdende de algemene milieubelasting voor de periode 2020-2025 en goedkeuren van een nieuw reglement Algemene milieubelasting voor de periode 2023-2025.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid art. 40 en art. 41;
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
Gelet op de omzendbrief KB/ABB/2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 5 december 2019 houdende de belastingen en retributies voor de aanslagjaren 2020-2025, deel 9. Algemene milieubelasting;
Gelet op de financiële toestand van het lokaal bestuur Tielt;
Overwegende dat het de doelstelling is om de mens te vrijwaren van de schadelijke effecten van afvalstoffen en overwegende de doelstelling om de verspilling van grondstoffen en energie tegen te gaan;
Gelet op de emissies in water, bodem, lucht en afvalstromen;
Gelet op de inspanningen die het stadsbestuur levert om de afvalstromen te beheersen en het recycleren te promoten;
Gelet op het principe dat de vervuiler betaalt;
Overwegende dat het stadsbestuur in het kader van haar milieubeleid diverse diensten verzekert o.a. het onderhoud en de aanleg van riolering en slikputten, de bestrijding van schadelijke dieren, de tussenkomst in het verlies van de intercommunale IVIO, de kosten van selectieve ophaling, het plaatsen van groencontainers op de deelgemeenten en het plaatsen van vuilnisrecipiënten en rolcontainers, het bestrijden van zwerfvuil, de onderhouds- en werkingskosten van de straatveegmachine, het opruimen van straten en het opruimen van pleinen na evenementen en openbare markten,…;
Overwegende dat wegens veranderde huisvestingsnormen en leefgewoonten de globale zorg voor leefmilieu steeds zwaardere financiële eisen stelt;
Overwegende dat het aldus wenselijk is de algemene milieubelasting te behouden;
Overwegende dat het niet wenselijk is om hierbij een tariefverhoging door te voeren, dat het daarentegen wel wenselijk is dat de tarieven mee evolueren met de inflatie en dus jaarlijks aangepast worden aan de evolutie van de index.
Overwegende dat het tarief duidelijk en ondubbelzinnig moet blijken uit het belasting- en retributiereglement en dat bij indexering het reglement moet vermelden welke index en welke referentieperiode gehanteerd wordt;
Overwegende dat het omwille van de uniformiteit aangewezen is om éénzelfde index toe te passen op alle tarieven in de diverse reglementen, dat de gezondheidsindex hiervoor de meest geschikte index is gezien een belangrijk deel van de kosten van het lokaal bestuur onderhevig is aan deze index en de financiële draagkracht van de meeste natuurlijke personen mee evolueert met deze index;
Overwegende dat het aangewezen is de jaarlijkse indexering door te voeren op basis van de gezondheidsindex van de maand september van het jaar voorafgaand aan de indexering, waarbij de aanvangs- of referentie-index die is van de maand september 2021;
Overwegende dat de tarieven bijgevolg op 1 januari 2023 voor de eerste maal aangepast zullen worden aan de evolutie van de gezondheidsindex over de periode september 2021 tot september 2022;
Overwegende dat het aangewezen is de aldus bekomen nieuwe tarieven na indexering naar boven af te ronden op een halve euro, teneinde de duidelijkheid van het tarief en de administratieve eenvoud te behouden;
Overwegende dat de houders van een ondernemingsnummer tot op heden vrijgesteld werden van de algemene milieubelasting indien het gezin van deze belastingplichtige gehuisvest is op hetzelfde adres;
Overwegende dat voor de periode 2023-2025 een belasting ter stimulering van duurzame energie wordt ingevoerd ten laste van de houders van een ondernemingsnummer met vestiging in Tielt, op basis van de oppervlakte van het onroerend goed;
Overwegende dat het derhalve billijk is de houders van een ondernemingsnummer voor de periode 2023-2025 te schrappen als belastingplichtige voor wat betreft de algemene milieubelasting;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen en na beraadslaging in openbare zitting;
Art. 1:
Het besluit van de gemeenteraad van 5 december 2019 houdende de belastingen en retributies voor de aanslagjaren 2020-2025, deel 9. Algemene milieubelasting, wordt opgeheven voor de aanslagjaren 2023-2025.
Art. 2:
Voor de jaren 2023 tot en met 2025 wordt ten behoeve van de stad een algemene milieubelasting gevestigd.
Art. 3:
De belasting is voor de jaren 2023 tot en met 2025 verschuldigd door:
§ 1 Het hoofd van ieder gezin verblijvend in een woning of in een gedeelte ervan en ingeschreven op 1 januari van het aanslagjaar in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de stad Tielt.
Onder ‘gezin’ dient te worden verstaan :
- hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft, verder genoemd éénpersoonsgezin
- hetzij een vereniging van twee of meer personen die, al dan niet door familiebanden
gebonden, gewoonlijk in één en dezelfde woning verblijven en er samenleven.
- de personen die leven in communauteiten of gemeenschappen, rust- of pensionhuizen, per groep van 10 personen
Wanneer volgens de inschrijving in de bevolkingsregisters meerdere gezinnen samenwonen, worden deze elk afzonderlijk belast.
In geval van communauteiten of gemeenschappen, rust- of pensionhuizen is de belasting verschuldigd door de uitbater van de instelling die de communauteit of het rust- of pensionhuis beheert. Bij afwezigheid van een dergelijke instelling, is de belasting verschuldigd door de eigenaar van het onroerend goed waar de communauteit of gemeenschap, rust- of pensionhuis is gevestigd.
§ 2 Diegene die op het grondgebied van de stad Tielt een tweede verblijf bezitten. Als tweede verblijf word beschouwd elke woongelegenheid waarvan degene die er effectief gebruik van maakt, voor deze woongelegenheid niet is ingeschreven in de bevolkingsregisters van de stad Tielt, zelfs al gaat het om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden
Art. 4:
De belasting wordt vastgesteld als volgt:
| - voor gezinnen |
55 € |
| - voor de gezinnen waarvan minstens één gezinslid de leeftijd van 2 jaar niet heeft bereikt op 1 januari van het aanslagjaar |
45 € |
| - voor de gezinnen waarvan het gezinshoofd het statuut heeft van RIZIV – sector 28 – personen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging. |
45 € |
| - per groep van tien personen die in communauteit leven of in rust- of pensionhuizen, afgerond naar het hoger tiental. |
55 € |
Art. 5:
Bovenstaande tarieven worden met ingang van 1 januari 2023 jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex, waarbij volgende formule wordt toegepast:
Het geïndexeerde nieuwe tarief = basistarief x nieuwe index
aanvangsindex
Waarbij:
Basistarief = tarief zoals vermeld in artikel 4 van huidig besluit.
Nieuwe index = de verhoogde of verlaagde gezondheidsindex van de maand september van het jaar voorafgaand aan de indexering.
Aanvangsindex = gezondheidsindex van de maand september 2021.
De aldus bekomen nieuwe tarieven worden na indexering afgerond naar boven op een halve euro.
Art. 6:
De belasting is niet van toepassing op de gebouwen of gedeelten van gebouwen bestemd voor een openbare dienst of voor een dienst van openbaar nut. Deze vrijstelling geldt niet voor de gedeelten van voormelde gebouwen bewoond door aangestelden van de bevoegde overheid.
Art. 7:
De belasting is jaarlijks en ondeelbaar met dien verstande dat enkel de op 1 januari bestaande toestand in aanmerking genomen wordt.
Art. 8:
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en schepenen.
Art. 9:
De belasting is betaalbaar binnen de twee maand na de verzending van het aanslagbiljet.
Art. 10:
De opmaak, de vaststelling en de uitvoerbaarverklaring van de kohieren en de verzending van de aanslagbiljetten geschieden overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.
De invordering van de belasting gebeurt overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek op de inkomstenbelastingen en van het uitvoeringsbesluit van dit wetboek, tenzij anders bepaald.
Art. 11:
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving of vanaf de datum van de contante inning. Het wordt gedagtekend en ondertekend door de eiser of zijn vertegenwoordiger en vermeldt:
- de naam, hoedanigheid, het adres of zetel van de belastingschuldige;
- het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en de middelen
Als de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger gehoord wenst te worden dient hij uitdrukkelijk in het bezwaarschrift te vragen om op een hoorzitting uitgenodigd te worden.
Wanneer het bezwaar het herstel beoogt van een materiële vergissing, kan het nochtans geldig worden ingediend zolang de gouverneur de jaarrekening van het jaar van de belasting niet heeft goedgekeurd.
Art. 12:
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot 9bis (rechtsmiddelen; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist;) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover ze niet de belastingen op de inkomsten betreffen.
Art. 13:
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023.
Art. 14:
Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur.
Het besluit van de gemeenteraad van 5 december 2019 betreffende de belasting op basis van het elektriciteitsverbruik van bedrijven was voorzien om in werking te treden op 1 januari 2023, maar wordt ingetrokken. Deze belasting zal niet ingevoerd worden. Ze wordt vervangen door de belasting ter stimulering van duurzame energie.
Voorstel van beslissing: intrekken van het besluit van de gemeenteraad van 5 december 2019 betreffende de belasting op basis van het elektriciteitsverbruik van bedrijven.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid art. 40 en art. 41;
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
Gelet op de omzendbrief KB/ABB/2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 5 december 2019 houdende het goedkeuren van een reglement betreffende een belasting op basis van het elektriciteitsverbruik van bedrijven, gewijzigd in de gemeenteraadszittingen van 3 december 2020 en 2 december 2021;
Gelet op de lopende procedure tot nietigverklaring van het belastingreglement bij de Raad van State;
Overwegende dat dit belastingreglement in voege zou treden op 1 januari 2023;
Overwegende dat het de intentie van het stadsbestuur was om het belastingreglement juridisch en inhoudelijk nog bij te sturen;
Overwegende dat de maatschappelijke en economische context evenwel sterk gewijzigd is intussen, dat de energieprijzen sterk gestegen zijn als gevolg van de inflatie- en energiecrisis, dat het stimuleren van duurzame energie als doelstelling behouden blijft maar dat het belasten van elektriciteitsverbruik hiervoor niet langer aangewezen is;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen en na beraadslaging in openbare zitting;
Art. 1:
Tot het intrekken van het besluit van de gemeenteraad van 5 december 2019 betreffende de belasting op basis van het elektriciteitsverbruik van bedrijven, zoals gewijzigd door de gemeenteraad van 3 december 2020 en 2 december 2021.
Art. 2:
Dit besluit zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur.
De belasting op drijfkracht en de algemene milieubelasting bedrijven worden afgeschaft en vervangen door de belasting ter stimulering van duurzame energie. Deze belasting wordt geheven ten laste van houders van een ondernemingsnummer met vestiging in Tielt en wordt gevestigd op basis van de oppervlakte van het onroerend goed waarop de vestiging zich bevindt, met een trapsgewijze tarifering.
Om duurzame energie te stimuleren, voorziet het reglement in een belastingvermindering tot maximum de helft van het tarief voor investeringen in installaties voor het opwekken van hernieuwbare energie die de houder van het ondernemingsnummer deed op de vestiging.
Voorstel van beslissing: goedkeuren van het reglement houdende de belasting ter stimulering van duurzame energie voor de periode 2023-2025.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid art. 40 en art. 41;
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
Gelet op de omzendbrief KB/ABB/2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 7 juni 2018 betreffende de goedkeuring van de ondertekening van het burgemeestersconvenant voor klimaat en energie;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 5 december 2019 houdende het goedkeuren van de algemene milieubelasting voor de periode 2020-2025;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 5 december 2019 houdende het goedkeuren van een reglement betreffende een belasting op basis van het elektriciteitsverbruik van bedrijven, gewijzigd in de gemeenteraadszittingen van 3 december 2020 en 2 december 2021;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 22 december 2022 tot goedkeuring van de algemene milieubelasting, waarbij de houders van een ondernemingsnummer geschrapt worden als belastingplichtige;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 22 december 2022 tot intrekking van het reglement betreffende een belasting op basis van het elektriciteitsverbruik van bedrijven;
Gelet op de visie van het stadsbestuur om de belasting op drijfkracht en de algemene milieubelasting bedrijven vanaf 2023 af te schaffen;
Overwegende dat de belasting op drijfkracht een belasting is op het geïnstalleerd vermogen en omwille van economische wetmatigheden en verschuivingen binnen het bestaande weefsel niet meer 100% in overeenstemming is met de huidige economische realiteit;
Gelet op de visie van het stadsbestuur om vanaf 2023 voor de bedrijven een nieuwe belasting in te voeren die, naast een ecologische component, ook een directe lijn heeft met het economisch gebeuren en beter aansluit bij de huidige economische realiteit, waarbij alle bedrijvigheid op een correcte, eerlijke en rechtvaardige wijze belast wordt, naargelang hun omvang-/draagkracht en in verhouding tot de winsten die zij op het grondgebied van Tielt genereren;
Overwegende dat hiervoor wordt uitgegaan van de oppervlakte van de bedrijfsvestiging, daar het oppervlaktecriterium met een daaraan gekoppelde gedifferentieerde tariefstructuur toelaat om, bij benadering en in overeenstemming met het beginsel van de verdelende rechtvaardigheid, de belasting vast te stellen. Het oppervlaktecriterium wordt als berekeningsbasis redelijk en objectief beschouwd, en is tevens een eenvoudig meetbare en controleerbare basis;
Overwegende dat een belasting op basis van de oppervlakte eveneens zal leiden tot een belangrijke administratieve vereenvoudiging in vergelijking met de huidige belasting op drijfkracht;
Overwegende dat agrarische bedrijven vanuit de aard van hun activiteiten een groot ruimtebeslag hebben; dat zij de bodem als natuurlijk productiemiddel aanwenden en in vergelijking met andere categorieën van bedrijven een lager rendement per vierkante meter hebben; dat het omwille van de evenredigheid en eerlijkheid van de belasting derhalve aangewezen is om de weilanden en cultuurgronden niet als belastbare oppervlakte te beschouwen;
Overwegende dat een verschillende financiële draagkracht en/of economische rentabiliteit een gedifferentieerde tariefstructuur noodzakelijk maken;
Overwegende dat in het burgemeestersconvenant voor klimaat en energie doelstellingen worden geformuleerd voor de stad Tielt in functie van (o.a.) verduurzaming en CO²-reductie, dat voorliggende belasting kan bijdragen tot het realiseren van deze doelstellingen;
Overwegende dat het immers van belang is tot een duurzame ontwikkeling te komen en dat hierbij de economische groei dient losgekoppeld te worden van de groei van niet-hernieuwbare energiebronnen, dat een in de tijd beperkte belastingvermindering voor investeringen in installaties voor het opwekken van hernieuwbare energie hiertoe kan bijdragen;
Overwegende dat een verminderingsregeling in functie van investeringen in installaties voor het opwekken van hernieuwbare energie belastingplichtigen kan aanzetten tot het investeren in en gebruiken van meer hernieuwbare energie in het kader van hun economische activiteiten, en desgevallend ook tot innovatie en ontwikkeling van andere (meer duurzame) productieprocessen op basis van een hernieuwbaar energieverbruik;
Overwegende dat installaties voor het opwekken van hernieuwbare energie na verloop van tijd een efficiëntieverlies zullen ondervinden, dat de belastingvermindering voor investeringen in dergelijke installaties bijgevolg in de tijd beperkt dient te worden;
Overwegende dat de kostprijs van de investering in de nieuwe installatie voor het opwekken van hernieuwbare energie, zoals blijkt uit de factuur of facturen uitgereikt aan de belastingplichtige houder van het ondernemingsnummer, een administratief eenvoudige en tegelijk billijke maatstaf uitmaakt voor het evenredig toekennen van de belastingvermindering;
Overwegende dat het aangewezen is om een vrijstelling te voorzien voor bepaalde vestigingen omwille van het maatschappelijk doel (van algemeen belang en/of openbaar nut) dat zij verwezenlijken resp. de diensten van algemeen belang waarmee zij belast zijn; dat de commerciële, industriële of dienstverlenende bedrijven in het algemeen eveneens een grotere invloed hebben op de openbare uitgaven en in het algemeen een grotere financiële draagkracht hebben dan deze van de belasting vrijgestelde vestigingen, welke in essentie publiekrechtelijk zijn van aard;
Overwegende dat het aangewezen is te voorzien in een vrijstelling voor beginnende ondernemingen teneinde de opstart te faciliteren en de groeiende arbeidsmarkt niet te hypothekeren.
Overwegende dat de heffing van de belasting zelf efficiënt en rendabel moet zijn, dat het heffen van een minimumbelasting derhalve aangewezen is om de administratieve kost van de belastingheffing te dekken; dat het heffen van een minimumbelasting ook gerechtvaardigd is doordat kan worden aangenomen dat de voorziene minimumbedragen binnen de draagkracht liggen van elke belastingplichtige;
Gelet op de financiële toestand van het stadsbestuur, die het noodzakelijk maakt een belasting op economische bedrijvigheid te heffen om over voldoende financiële middelen te beschikken;
Overwegende dat de ontvangsten uit de belasting zullen dienen voor de financiering van de in het meerjarenplan van de stad voorziene initiatieven voor de realisatie van algemene en specifieke beleidsdoelstellingen;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen en na beraadslaging in openbare zitting;
Art. 1:
Voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 wordt ten gunste van de stad Tielt een jaarlijkse belasting op economische bedrijvigheid geheven, op basis van de oppervlakte van het onroerend goed of goederen, ongeacht kadastrale indeling, waarop de vestiging zich bevindt, die door de belastingplichtige voor de uitoefening van zijn/haar economische activiteit wordt gebruikt, daarvoor noodzakelijk is of daarvoor wordt voorbehouden.
Art. 2:
§1. De belasting wordt gevestigd ten laste van de personen (natuurlijke- en rechtspersonen, onder om het even welke juridische vorm) en verenigingen die, volgens de gegevens van de Kruispuntbank der Ondernemingen op 1 januari van het aanslagjaar, als hoofd- en/of bijkomende activiteit op het grondgebied van de stad een economische activiteit in de ruimste zin van het woord uitoefenen.
Iedere persoon of vereniging die op 1 januari van het aanslagjaar houder is van een ondernemingsnummer in de Kruispuntbank der Ondernemingen, met minstens één vestiging op het grondgebied van de stad, wordt vermoed een beoefenaar van een belastbare activiteit te zijn, waarvoor minstens de minimumbelasting verschuldigd is.
§2. De belasting is verschuldigd per vestiging van de belastingplichtige op het grondgebied van de stad, dewelke door de belastingplichtige gebruikt of voorbehouden wordt voor de exploitatie van zijn economische activiteit.
Art. 3:
Voor de toepassing van dit reglement gelden volgende definities:
a) Economische activiteit: economische activiteit in de ruimste zin van het woord, inbegrepen de nijverheids-, landbouw-, tuinbouw-, of handelsactiviteiten, de exploitaties van financiële instellingen, de patrimoniumvennootschappen, de burgerlijke vennootschappen, de vzw's, de rechtspersonen in vereffening, de beoefenaars van een vrij beroep en de zelfstandigen.
b) Vestiging: een locatie die men geografisch gezien kan identificeren door een adres, van waaruit de belastingplichtige, minstens een gedeelte van, zijn economische activiteit uitoefent, ongeacht het aantal bedrijfsgebouwen op deze locatie, ongeacht de kadastrale indeling, en waarvoor men beschikt of moet beschikken over een inschrijving in de Kruispuntbank der Ondernemingen, met inbegrip van maatschappelijke en/of administratieve zetels.
Worden eveneens geacht te beschikken over een belastbare vestiging, zij die hun beroeps- en/of bedrijfsactiviteit geheel of gedeeltelijk uitoefenen op de locatie waar zij hoofdelijk verblijven en/of ingeschreven zijn in het bevolkings- of vreemdelingenregister.
c) Oppervlakte: de oppervlakte van het onroerend goed of de goederen, gedeelte van een onroerend goed, lokaliteit of ruimte onder gelijk welke vorm, bebouwd of onbebouwd, ongeacht de kadastrale indeling, waarop de vestiging zich bevindt, die voor de uitoefening van de beroepsactiviteit of voor de uitbating wordt gebruikt, daarvoor noodzakelijk is of daarvoor wordt voorbehouden. Oppervlakte die bestemd is voor of in aanmerking kan komen voor de economische activiteit(en) van de belastingplichtige, met inbegrip van parking, laad-, los- of stortplaats, opslag- of overslagruimte, is derhalve een onderdeel van en wordt ook meegerekend tot de totale oppervlakte.
De oppervlakte wordt bepaald op basis van de gegevens in de kadastrale legger op 1 januari van het aanslagjaar, behoudens tegenbewijs van de belastingplichtige.
d) Tuinbouw: een zelfstandige beroepsactiviteit of bedrijfsactiviteit gericht op groenteteelt, fruitteelt, boomkwekerij andere dan bosboomkwekerij, sierteelt, kweek van tuinbouwzaden, plantgoed en/of aanverwante teelten, met het oog op een geregelde verkoop van de voortgebrachte producten.
e) Landbouw: een zelfstandige beroepsactiviteit of bedrijfsactiviteit gericht op akkerbouw en/of weidebouw en/of bosbouw en/of veeteelt.
f) Akkerbouw: een zelfstandige beroepsactiviteit of bedrijfsactiviteit gericht op het telen van granen, nijverheidsgewassen, voedergewassen, aardappelen, peulvruchten, pootgoed, landbouwzaden en/of aanverwante gewassen, met het oog op een geregelde verkoop.
g) Weidebouw: een zelfstandige beroepsactiviteit of bedrijfsactiviteit gericht op het exploiteren van blijvend grasland als voedselbron voor dieren welke door het bedrijf bedrijfsmatig voor gebruiks- of winstdoeleinden worden gehouden.
h) Bosbouw: een zelfstandige beroepsactiviteit of bedrijfsactiviteit gericht op het aanleggen en exploiteren van bossen, met inbegrip van bosboomkwekerij.
i) Veeteelt: een zelfstandige beroepsactiviteit of bedrijfsactiviteit gericht op het houden van dieren voor de vlees- , melk- of eierproductie en/of het kweken/fokken van dieren voor de vacht of het bekomen van jongen, met het oog op een geregelde verkoop van de voortgebrachte producten.
j) Groenzone: grond die enkel en uitsluitend dient voor decoratieve doeleinden en die geen verder functioneel nut heeft in het kader van de exploitatie, maar die wel aangelegd is met natuurlijke groene voorzieningen.
k) Braakliggende grond: grond waarop geen gebouwen staan en geen verharding in enige vorm is aangebracht en die geen enkel functioneel nut heeft voor de exploitatie.
l) Cultuurgrond: elke grond of oppervlakte waarop gewassen gekweekt worden.
m) Hernieuwbare energie: energie uit hernieuwbare niet-fossiele bronnen, namelijk: wind, zon, water of (aero-, geo- of hydro-)thermische energie.
n) Installatie voor het opwekken van hernieuwbare energie: installatie met als hoofddoel het zelfstandig opwekken van hernieuwbare energie, zoals windmolens of zonnepanelen.
Worden niet geacht te vallen onder het begrip “installatie voor het opwekken van hernieuwbare energie”: elke vorm van energiebesparing aangebracht in de vestiging die zelf geen energie opwekt zoals (maar niet gelimiteerd tot) het aanbrengen van isolatie en het installeren van een hoogrendementsketel.
Art. 4:
§1. De belasting is ondeelbaar en wordt gevestigd op basis van de oppervlakte, zoals omschreven in art. 3, c) van onderhavig belastingreglement.
Bij een tijdelijke onderbreking van de economische bedrijvigheid in de vestiging(en) of zolang de vereffening van een vennootschap niet is afgesloten, blijft de hoedanigheid van belastingplichtige bestaan.
§2. Worden niet meegeteld in de bepaling van de belastbare oppervlakte:
- de oppervlakte van groenzones en/of van braakliggende grond
- voor land- en tuinbouwbedrijven: de weilanden en cultuurgronden
§3. Voor het bepalen van de belastbare oppervlakte wordt jaarlijks een lijst aangeleverd door de provincie West-Vlaanderen die voortvloeit uit de provinciebelasting op bedrijven, die als basis dient voor het inkohieren van de belastbare feiten.
Art. 5:
§1. De belasting wordt, per vestiging, vastgesteld als volgt:
(Voorbeeld van berekening: een oppervlakte van 6.000 m2 resulteert derhalve in een belasting van € 100,00, vermeerderd met € 0,45 x 2.500 m2 (nl. het aantal m2 tussen 2.501 m²en 5.000 m² en met € 0,40 x 1.000 m² (nl. het aantal m² tussen 5.001 m² en 10.000 m²) = € 1.625)
§2. Een gedeelte van een vierkante meter wordt als een volledige vierkante meter beschouwd.
§3. Indien de belastingplichtige zijn economische activiteit geheel of gedeeltelijk uitoefent alwaar hij hoofdelijk verblijft en/of is ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister en de oppervlakte ten behoeve van deze economische activiteit niet is afgescheiden van de totale oppervlakte voor privaat gebruik, is het aan de belastingplichtige om te bewijzen welke oppervlakte van dit goed alwaar hij hoofdelijk verblijft en/of is ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister niet wordt gebruikt of voorbehouden voor de uitoefening van zijn/haar economische activiteit.
§4. Indien op eenzelfde goed meerdere belastingplichtigen een vestiging voor economische activiteit hebben, wordt de belasting voor elke belastingplichtige vastgesteld op basis van de totale door hem/haar gebruikte of voorbehouden oppervlakte. De (bebouwde en onbebouwde) oppervlakte die gemeenschappelijk door meerdere belastingplichtigen wordt gebruikt, wordt pro rata verdeeld over de belastingplichtigen naar verhouding van de door hen gebruikte of voorbehouden oppervlakte ten aanzien van de totale oppervlakte van het goed waarop de vestiging(en) zich bevinden.
§5. De stopzetting of vermindering van het gebruik van de vestiging voor de economische activiteit in de loop van het aanslagjaar, alsook de vermindering van de totale oppervlakte in de loop van het aanslagjaar, geven geen aanleiding tot vermindering van de belasting.
Art. 6:
§1. De belastingplichtige die op de vestiging investeert in een installatie voor het opwekken van hernieuwbare energie die ten dienste staat van zijn bedrijfsuitvoering, en deze installatie er ook in gebruik neemt, heeft recht op een belastingvermindering.
Deze belastingvermindering wordt toegekend vanaf het aanslagjaar volgend op het jaar van de ingebruikname van de installatie van hernieuwbare energie, en kan maximaal 10 jaar worden toegekend per investering.
§2. In afwijking van §1, tweede lid, worden in het eerste aanslagjaar na de inwerkingtreding van onderhavig reglement, voor elke belastbare vestiging investeringen in installaties voor het opwekken van hernieuwbare energie die maximaal 10 jaar aan het aanslagjaar voorafgaan, in aanmerking genomen voor belastingvermindering.
Voor nieuwe vestigingen na de inwerkingtreding van onderhavig reglement, worden investeringen in installaties voor het opwekken van hernieuwbare energie die uitgevoerd worden in de periode van vrijstelling van de belasting, eveneens in aanmerking genomen voor de belastingvermindering.
§3. De belastingvermindering bedraagt jaarlijks 1/10 van het investeringsbedrag exclusief BTW, zoals blijkt uit de ingediende factuur of facturen, en wordt voor maximaal 10 jaar per investering toegekend.
Enkel het bedrag van de initiële investering komt in aanmerking voor belastingvermindering. Jaarlijks onderhoud, periodieke controles of reiniging worden hiervan uitgesloten.
De totale belastingvermindering kan, door cumul van belastingverminderingen waarop iedere installatie voor hernieuwbare energie recht zou geven, echter nooit meer bedragen dan 50% van de verschuldigde belasting, zoals bepaald in artikel 5 van onderhavig reglement.
§4. Om recht te hebben op deze belastingvermindering moet de belastingplichtige jaarlijks bewijzen dat een installatie voor het opwekken van hernieuwbare energie aangewend wordt ten dienste van zijn bedrijfsvoering, met mededeling van de eerste datum van ingebruikname hiervan.
De investering dient aangetoond te worden door middel van een factuur of facturen van de leverancier of installateur, uitgereikt op naam en adres van de belastingplichtige houder van het ondernemingsnummer. Het effectieve gebruik van de installaties dient jaarlijks aangetoond te worden door middel van foto’s, facturen van energieleveranciers, of enig ander bewijsstuk.
De belastingplichtige legt deze bewijzen jaarlijks voor aan de stad Tielt, die zal oordelen of aan de voorwaarden van deze belastingvermindering is voldaan.
§5. Het stadsbestuur beschikt te allen tijde over de mogelijkheid om ter plaatse op de vestiging door de bevoegde ambtenaar de overeenstemming van de aangegeven bewijsstukken met de realiteit te verifiëren.
Art. 7:
Vrijgesteld van de belasting zijn:
a) Vestigingen toebehorend aan lokale openbare besturen;
b) Vestigingen toebehorend aan onderwijsinstellingen;
c) Vestigingen die genieten van een onvoorwaardelijke vrijstelling van onroerende voorheffing op grond van bijzondere wetten o.a. de wet waarbij ze zijn opgericht;
d) de rechtspersonen vermeld in de artikelen 180 en 181 van het Wetboek van inkomstenbelasting: deze vrijstelling betreft publiekrechtelijke rechtspersonen, verenigingen zonder winstoogmerk en andere rechtspersonen met vestigingen op het grondgebied van stad Tielt die geen winstoogmerk nastreven en overwegend actief zijn in het kader van het algemeen belang;
e) Nieuwe belastingplichtigen voor een periode van drie jaar volgend op de aanvang van de economische activiteit op het grondgebied van de stad Tielt, met inbegrip van het jaar van aanvang.
Hiermee wordt bedoeld de vestigingen van belastingplichtigen die voorheen geen economische activiteit uitoefenden en die evenmin ontstaan zijn door wijziging, samenvoeging of splitsing van dergelijke natuurlijke- of rechtspersoon of erdoor zijn opgericht.
Art. 8:
§1. Het bestuur baseert zich voor het bepalen van de belastbare oppervlakte op een jaarlijkse lijst aangeleverd door de provincie West-Vlaanderen die voortvloeit uit de provinciebelasting op bedrijven.
§2. Voor het aanvragen van de belastingvermindering voor investeringen in installaties voor het opwekken van hernieuwbare energie, verstuurt de administratie in het eerste aanslagjaar na de inwerkingtreding van onderhavig reglement of na de aanvang van een economische activiteit op een nieuwe vestiging, per vestiging, een aangifteformulier.
De verzending kan vervangen worden door het online ter beschikking stellen van het aangifteformulier.
De belastingplichtige die zich wenst te beroepen op een grond tot vrijstelling of vermindering, moet het aangifteformulier terugsturen met vermelding van de juiste gegevens en toevoeging van de nodige bewijsstukken, binnen de bij de verzending opgelegde termijn.
Vanaf het tweede aanslagjaar na inwerkingtreding van onderhavig reglement, wordt een online aangifteformulier permanent ter beschikking gesteld.
De belastingplichtige die zicht wenst te beroepen op een grond tot vrijstelling of vermindering, stuurt het aangifteformulier ten laatste op 30 juni van het aanslagjaar, met vermelding van de juiste gegevens en toevoeging van de nodige bewijsstukken.
§3. Bij gebrek aan terugzending van het aangifteformulier binnen de in §2 bedoelde termijnen, wordt de belastingplichtige geacht geen vrijstelling of vermindering aan te vragen.
De vrijstelling of vermindering kan in dat geval ten vroegste toegekend worden voor het volgende aanslagjaar.
Art. 9:
Bovenstaande tarieven worden met ingang van 1 januari 2024 jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex, waarbij volgende formule wordt toegepast:
Het geïndexeerde nieuwe tarief = basistarief x nieuwe index
aanvangsindex
Waarbij:
Basistarief = tarief zoals vermeld in artikel 4 van huidig besluit.
Nieuwe index = de verhoogde of verlaagde gezondheidsindex van de maand september van het jaar voorafgaand aan de indexering.
Aanvangsindex = gezondheidsindex van de maand september 2022.
Het aldus bekomen nieuwe minimumtarief (op heden € 100,00), wordt na indexering afgerond naar boven op een euro.
Art. 10:
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
De belasting moet worden betaald binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Art. 11:
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaarschrift moet, schriftelijk, ondertekend en gemotiveerd worden ingediend. De indiening kan gebeuren door verzending of door overhandiging tegen ontvangstbewijs.
Deze indiening, moet op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet.
Het bezwaar wordt gedagtekend en ondertekend door de eiser of zijn vertegenwoordiger en vermeldt:
- De naam, hoedanigheid, het adres of zetel van de belastingschuldige
- Het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen
De belastingschuldige die wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vermelden in zijn/haar bezwaar.
Art. 12:
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023.
Art. 13:
Dit reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur.
In de gemeenteraad van 05.12.2019 werd een retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein goedgekeurd voor de periode 2020-2025. Per brief dd. 14.10.2022 vraagt Fluvius om een geactualiseerd retributiereglement goed te keuren voor de periode van 01.01.2023 t.e.m. 31.12.2025.
Voorstel van beslissing: opheffen gemeenteraadsbesluit m.b.t. de retributie op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein dd. 05.12.2019 en goedkeuren van een retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein voor de periode 2023-2025.
Gelet op het feit dat de stad/gemeente en de burgers voortdurend geconfronteerd worden met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied;
Gelet op het feit dat deze nutsvoorzieningen werkzaamheden vergen langs de gemeentelijke wegen en aldus een impact hebben op het openbaar domein;
Gelet op de goedkeuring door de stad/gemeente van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden;
Gelet op het feit dat deze Code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten;
Gelet op het feit dat er op het vlak van het onderhoud en de herstellingen ook geregeld dringende werken moeten worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en dat er daarnaast een aantal werken zijn zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein;
Gelet op de actualisatie van de code naar aanleiding van meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP...;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad dd. 05.12.2019 houdende het goedkeuren van een retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein voor de periode 2020-2025;
Gelet op het schrijven van Fluvius dd. 14.10.2022 houdende de vraag tot het goedkeuren van een geactualiseerd reglement voor de periode 2023-2025;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Art. 1:
Tot het opheffen m.i.v. 01.01.2023 van de gemeenteraadsbeslissing dd. 05.12.2019 houdende het goedkeren van een retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein voor de periode 2020-2025.
Art. 2:
Tot het goedkeuren van een retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein voor de periode van 01.01.2023 t.e.m. 31.12.2025 als volgt:
Artikel 1 - Algemeen
Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.
Permanente nutsvoorzieningen omvatten:
- alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen, …), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten, palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten, …) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof;
- alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg. Deze worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.
De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de stad/gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de stad/gemeente.
Deze retributie sluit elke andere heffing, semi-heffing, of waarborgstelling in het kader van werken aan permanente nutsvoorzieningen door de gemeente uit zowel in hoofde van de distributienetbeheerder als van haar werkmaatschappij en ongeacht of voorgenoemden deze werken uitvoeren in eigen naam, dan wel laten uitvoeren door derden in naam en voor rekening van de distributienetbeheerder of de werkmaatschappij.
Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025.
Artikel 2 - Retributie naar aanleiding van sleufwerken
De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt per meter sleuflengte voor werken in rijwegen 10,24 euro, voor werken in voetpaden 7,88 euro en voor werken in aardewegen 4,73 euro.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Indexatie gebeurt aan het begin van een nieuwe cyclus van 3 jaar.
Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.
Artikel 3 - Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen
Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de stad/gemeente aanwezig aansluitingspunt.
Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als zijn werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,5 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de stad/gemeente.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast., naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de stad/gemeente.
Artikel 4 – Inning
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.
Artikel 5 – Definitief karakter
Dit retributiereglement wordt toegezonden aan de toezichthoudende overheid.
Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 van het Decreet Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.
In de gemeenteraad van 05.12.2019 werden de retributies op de verkoop van compostartikelen vastgelegd voor de periode 2020-2025. In de Raad van Bestuur van IVIO dd. 17.10.2022 werd beslist de verkoopsprijzen aan te passen omwille van de prijsstijgingen die de leveranciers hebben doorgevoerd. Het is aangewezen om de retributies navenant aan te passen.
| Artikel |
Oude prijs (euro) |
Nieuwe prijs (euro) |
| Compostvat |
30 |
35 |
| Compostbak |
70 |
75 |
| Aanbouwmodule |
55 |
55 |
De reserve-onderdelen van een compostvat zijn niet meer te verkrijgen. Deze kunnen dus ook niet meer verkocht worden en worden geschrapt. Ook de beluchtingsstokken kunnen niet meer apart besteld worden.
Voorstel van beslissing: opheffen van het gemeenteraadsbesluit m.b.t. de retributie betreffende de verkoop van compostartikelen dd. 05.12.2019 en goedkeuren van een retributiereglement betreffende verkoop van compostartikelen voor de periode 2023-2025.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid art. 40 en art. 41;
Gelet op de omzendbrief KB/ABB/2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;
Gelet op het uitvoeringsplan “Milieuverantwoord beheer van huishoudelijke afvalstoffen”;
Overwegende dat de hoeveelheid restafval minder dan 150 kg per inwoner dient te zijn;
Overwegende dat er nog vaak groenafval in de restafvalzak terecht komt en er veel groenafval wordt afgevoerd naar het recyclagepark;
Overwegende dat thuiscomposteren een middel is om de hoeveelheid restafval per inwoner te verkleinen;
Overwegende dat door IVIO verschillende compostartikelen ter beschikking worden gesteld om dit thuiscomposteren bij de burgers te stimuleren;
Overwegende dat Stad Tielt deze compostartikelen aankoopt bij IVIO en deze dan terug doorverkoopt aan zijn eigen inwoners;
Overwegende dat deze compostartikelen bij IVIO in Izegem dienen te worden afgehaald en dan thuis bij de burger worden geleverd;
Overwegende dat er ook een administratieve inzet nodig is bij de verkoop van de compostartikelen;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 05.12.2019 waarbij de retributie betreffende de verkoop van compostartikelen werd vastgelegd;
Overwegende dat door uitzonderlijke omstandigheden van stijgende kosten en schaarste de leveranciers van de artikelen prijsstijgingen hebben doorgevoerd;
Overwegende dat in de Raad van Bestuur van IVIO van 17.10.2022 nieuwe prijzen voor de compostartikelen werden goedgekeurd;
Gezien het aangewezen is om de retributie op de verkoop van compostartikelen aan te passen;
Art. 1:
De gemeenteraadsbeslissing van 05.12.2019 betreffende de verkoopsprijs van compostartikelen op te heffen met ingang van 01.01.2023.
Art. 2:
Voor de jaren 2023 tot en met 2025 een retributie te heffen op de verkoop van compostartikelen als volgt:
| Compostbak |
75,00 euro |
| Aanbouwmodule compostbak |
55,00 euro |
| Compostvat (inclusief stok) |
35,00 euro |
Art. 3:
Deze retributie is verschuldigd voor de afhaling of levering van de aangekochte artikelen.
Art. 4:
Dit reglement treedt in werking op 01.01.2023.
Art. 5:
Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur.
In de gemeenteraad dd. 27.06.2013 werd een bedrag van 8,00 euro per hoofdelijke leerling aan Stedelijke Academie voor Muziek en Woord Tielt als bijdrage voor SEMU-reproductierechten en administratiekosten vastgesteld. Er wordt voorgesteld om deze te vervangen door een leerlingenbijdrage van 10,00 euro per leerling aan de Stedelijke Academie voor Muziek en Woord Tielt en Stedelijke Kunstacademie Tielt. Gezien de huidige infrastructurele situatie, worden de leerlingen 4de graad en Specialisatie van het domein Beeldende en audiovisuele kunsten vrijgesteld van de bijdrage.
Voorstel van beslissing: opheffen van het besluit van de gemeenteraad dd. 27.06.2013 houdende het vaststellen van het tarief per hoofdelijke leerling Stedelijke Academie voor Muziek en Woord als bijdrage SEMU en administratiekosten en goedkeuren van een nieuw tariefreglement Stedelijke Academie voor Muziek en Woord en Stedelijke Kunstacademie.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 20.12.2017, inzonderheid art. 40 en art. 41;
Gelet op de omzendbrief KB/ABB/2019/2 van 15.02.2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 27 juni 2013 houdende het vaststellen van een tarief van € 8,00 per hoofdelijke leerling aan Stedelijke Academie voor Muziek en Woord Tielt als bijdrage voor SEMU-reproductierechten en administratiekosten;
Gelet op de financiële toestand van het lokaal bestuur Tielt;
Overwegende dat het tarief opgenomen in het besluit van de gemeenteraad van 27 juni 2013 tot op heden niet werden aangepast aan de evolutie van de index;
Overwegende dat het overige inschrijvingsgeld van de leerlingen geen inkomsten uitmaken voor de stad Tielt, gezien de inschrijvingsgelden doorgestort moeten worden aan het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming;
Overwegende dat het stadsbestuur ten behoeve van de leerlingen van de Stedelijke Academie voor Muziek en Woord en van de Stedelijke Kunstacademies diverse kosten maakt, zoals auteursrechten en de aankoop van lesmateriaal dat ter beschikking gesteld wordt;
Overwegende dat het billijk is deze kosten deels ten laste van de begunstigden te leggen;
Gelet op het voorstel om de bijdrage voor SEMU-reproductierechten en administratiekosten te vervangen door een leerlingenbijdrage van € 10,00 euro per schooljaar per leerling aan de Stedelijke Academie voor Muziek en Woord Tielt en Stedelijke Kunstacademie Tielt;
Overwegende dat het wenselijk is om de leerlingen van de 4de graad en Specialisatie van het domein Beeldende en audiovisuele kunsten, gelet op de beperkte infrastructuur die en materiaal dat ter beschikking gesteld wordt, minstens tijdelijk vrij te stellen van deze leerlingenbijdrage, tot aan de ingebruikname van de nieuwe kunstencampus;
Gelet op het voorstel om de bijdrage naar analogie met de overige belasting- en retributiereglementen jaarlijks aan te passen aan de evolutie van de gezondheidsindex;
Overwegende dat de tarieven, gezien de huidige aanpassing van de tarieven, op 1 januari 2024 voor de eerste maal aangepast zullen worden aan de evolutie van de gezondheidsindex over de periode september 2022 tot september 2023;
Overwegende dat het aangewezen is de aldus bekomen nieuwe tarieven na indexering naar boven af te ronden op een halve euro, teneinde de duidelijkheid van het tarief en de administratieve eenvoud te behouden;
Art. 1:
Tot het opheffen van de beslissing van de Tieltse gemeenteraad van 27.06.2013, houdende het vaststellen van een tarief per hoofdelijke leerling van de Stedelijke Academie voor Muziek en Woord als bijdrage SEMU en administratiekosten.
Art. 2:
Met ingang van het schooljaar 2023-2024 wordt bovenop het wettelijk inschrijvingsgeld vastgesteld door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming een leerlingenbijdrage van € 10,00 per schooljaar aangerekend aan de leerlingen van de Stedelijke Academie voor Muziek en Woord Tielt en van de Stedelijke Kunstacademie Tielt.
Art. 3:
De leerlingen van de 4de graad en Specialisatie van het domein Beeldende en audiovisuele kunsten worden tijdelijk en tot ingebruikname van de nieuwe kunstencampus vrijgesteld van betaling van deze leerlingenbijdrage.
Art. 4:
Bovenstaande tarieven worden met ingang van 1 januari 2024 jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex, waarbij volgende formule wordt toegepast:
Het geïndexeerde nieuwe tarief = basistarief x nieuwe index
aanvangsindex
Waarbij:
Basistarief = tarief zoals vermeld in artikel 2 van huidig besluit.
Nieuwe index = de verhoogde of verlaagde gezondheidsindex van de maand september van het jaar voorafgaand aan de indexering.
Aanvangsindex = gezondheidsindex van de maand september 2022.
De aldus bekomen nieuwe tarieven worden na indexering afgerond naar boven op een halve euro.
Art. 5:
De retributie is verschuldigd en wordt ingevorderd bij de inschrijving.
Ze is ondeelbaar per begonnen schooljaar.
Art. 6:
Deze beslissing zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 tot en met 287 van het decreet over het lokaal bestuur.
In de zitting van 3 december 2015 keurde de raad het reglement goed voor het gebruik van de socio-culturele infrastructuur Tielt, dat de voorwaarden tot gebruik, de reservatieprocedure en de tarieven bepaalt. In de zitting van 30 maart 2018 keurde de raad het addendum op het reglement goed dat het tarief voor gebruik van de mobiele tribune per keer opgebouwd bepaalt. Ondertussen zijn enkele wijzigingen gebeurd of staan enkele wijzigingen te wachten op het vlak van socio-culturele zaalhuur:
Voorstel van beslissing: opheffen en hervaststellen van een reglement voor het gebruik van de socio-culturele infrastructuur en afschrift van dit besluit bij wijze van aanpassing aan het gebruiksreglement over te maken aan de gebruiker van de socio-culturele infrastructuur Tielt.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 20 december 2017, inzonderheid art. 40 en art. 41;
Gelet op de omzendbrief KB/ABB/2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;
Gelet op het reglement voor het gebruik van de socio-culturele infrastructuur Tielt, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 3 december 2015, dat de voorwaarden tot gebruik, de reservatieprocedure en de tarieven bepaalt;
Gelet op het addendum bij het reglement voor het gebruik van de socio-culturele infrastructuur Tielt, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 29 maart 2018, met betrekking tot het huurtarief voor de mobiele tribune Europahal;
Gelet op de beleidsdoelstelling 35 in het meerjarenplan 2020-2025;
Gelet op het ruime aanbod socio-culturele infrastructuur in Tielt;
Overwegende dat met het aanbieden van de socio-culturele infrastructuur aan verschillende organisatoren zowel activiteiten op het grondgebied als het verenigingsleven logistiek worden ondersteund;
Gelet op een nieuw aanbod van socio-culturele infrastructuur m.n. repetitieruimtes in de Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw;
Gelet op een gewijzigd aanbod van socio-culturele infrastructuur m.n. het Ontmoetingscentrum in Kanegem in plaats van de Parochiezaal in Kanegem;
Gelet op de gewijzigde organisatorische modaliteiten voor het reserveren van een zaal m.n. de bevoegde dienst beheer en uitbating infrastructuur en digitalisering in de vorm van een webshop;
Gelet op de gewijzigde maatschappelijke en economische context, m.n. het verbruik van dranken en de indexering van de tarieven;
Gelet op het voorstel om de tarieven naar analogie met de overige belasting- en retributiereglementen jaarlijks aan te passen aan de evolutie van de gezondheidsindex;
Overwegende dat de tarieven, gezien de huidige aanpassing van de tarieven, op 1 januari 2024 voor de eerste maal aangepast zullen worden aan de evolutie van de gezondheidsindex over de periode september 2022 tot september 2023;
Overwegende dat het aangewezen is de aldus bekomen nieuwe tarieven na indexering naar boven af te ronden op een halve euro, teneinde de duidelijkheid van het tarief en de administratieve eenvoud te behouden;
Gelet op de noodzaak aan sensibilisering rond de schoonmaak van de socio-culturele infrastructuur;
Overwegende dat bovenstaande elementen een wijziging van het reglement vanaf 1 januari 2023 noodzakelijk maakt;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen en na beraadslaging in openbare zitting;
Art. 1:
Tot het opheffen van het reglement voor het gebruik van de socio-culturele infrastructuur Tielt zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 3 december 2015 en gewijzigd door de gemeenteraad van 29 maart 2018.
Art. 2:
Goedkeuring te verlenen aan het nieuwe reglement voor het gebruik van de socio-culturele infrastructuur zoals opgenomen in het gemeenteraadsdossier, om in voege te treden op 1 januari 2023.
Art. 3:
Afschrift van dit besluit bij wijze van aanpassing aan het gebruiksreglement over te maken aan de gebruiker van de socio-culturele infrastructuur Tielt.
Art. 4:
Deze beslissing zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 tot en met 287 van het decreet over het lokaal bestuur.
De raad van bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt van 20 december 2022 stelde de Meerjarenplanaanpassing 4 van het AGB Tielt vast. Vervolgens wordt deze meerjarenplanaanpassing ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. De stad moet immers de financiële gevolgen dragen van de keuzes die de raad van bestuur van het AGB maakte.
In de Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het AGB worden aanpassingen aangebracht aan de ramingen van zowel 2022 als van de daaropvolgende jaren. Tegelijkertijd worden de kredieten voor de exploitatie, investeringen en financiering voor het boekjaar 2023 vastgesteld.
Het ontwerp van Meerjarenplanaanpassing 4 van het AGB Tielt werd opgesteld in nauw overleg met het stadsbestuur en is financieel in evenwicht. Het beschikbaar budgettair resultaat is voor elk jaar van de planningsperiode positief en bedraagt eind 2025 € 316.813. De autofinancieringsmarge is eveneens elk jaar positief, met uitzondering van de voorbije coronajaren 2020 en 2021. In 2025, het laatste jaar van de planningsperiode, bedraagt de autofinancieringsmarge € 9.125.
De financiële implicaties voor de stad zijn verwerkt in het ontwerp van Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt. Hierin wordt ook het geconsolideerd financieel evenwicht van stad, OCMW en AGB Tielt tot uiting gebracht.
Het ontwerp van Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt werd toegelicht en besproken in de gemeenteraadscommissie financiën van 20 december 2022.
Voorstel van beslissing: goedkeuren van de Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt.
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 241 waarbij titel 4 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeente en het OCMW van toepassing verklaard wordt op de autonome gemeentebedrijven, artikel 242 en artikel 257;
Gelet op de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt, goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 1 september 2011 en gewijzigd in zitting van de gemeenteraad van 16 december 2013 en 5 december 2019, inzonderheid artikel 40 §2 betreffende de aanpassing van het meerjarenplan;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen, en latere wijzigingen, inzonderheid de artikelen 2 tot en met 7 en de artikelen 8 tot en met 16 betreffende het meerjarenplan;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen, en latere wijzigingen;
Gelet op de omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 5 december 2019 tot goedkeuring van het Meerjarenplan 2020-2025 van het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt, zoals vastgesteld door de Raad van Bestuur van het AGB Tielt van 3 december 2019;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 3 december 2020 tot goedkeuring van de Meerjarenplanaanpassing 1 2020-2025 van het Autonoom gemeentebedrijf Tielt, zoals vastgesteld door de Raad van Bestuur van het AGB Tielt van 1 december 2020;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 7 oktober 2021 tot goedkeuring van de Meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 van het Autonoom gemeentebedrijf Tielt, zoals vastgesteld door de Raad van Bestuur van het AGB Tielt van 5 oktober 2021;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 2 december 2021 tot goedkeuring van de Meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 van het Autonoom gemeentebedrijf Tielt, zoals vastgesteld door de Raad van Bestuur van het AGB Tielt van 30 november 2021;
Gelet op het besluit van de Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt van 20 december 2022 tot vaststelling van de Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het AGB Tielt, bestaande uit de wijzigingen van de strategische nota, de aangepaste financiële nota en de toelichting;
Gelet op de bijkomende documentatie bij de Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Autonoom gemeentebedrijf Tielt, die de meerjarenplanaanpassing verder verduidelijkt;
Overwegende dat het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt een afzonderlijke rechtspersoon is met eigen verplichtingen en verbintenissen en hiervoor afzonderlijke beleidsrapporten opmaakt;
Overwegende dat het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt het meerjarenplan opmaakt overeenkomstig de regels van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, dat de Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf het meerjarenplan en de aanpassingen ervan vaststelt en ter goedkeuring voorlegt aan de gemeenteraad;
Overwegende dat het vroegere jaarlijkse budget voortaan geïntegreerd is in het meerjarenplan en dat de kredieten voor de exploitatie, de investeringen en de financiering voor het boekjaar 2022 vastgesteld werden in Meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025;
Overwegende dat het meerjarenplan minstens één keer per jaar moet worden aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld en waarbij ook de kredieten van het lopende boekjaar kunnen worden aangepast;
Overwegende dat de Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het AGB Tielt een aantal aanpassingen aanbrengt aan de kredieten van zowel 2022 en 2023 als van de daaropvolgende jaren en dat de kredieten voor het boekjaar 2022 gewijzigd en voor boekjaar 2023 erin vastgesteld worden;
Overwegende dat de Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het AGB Tielt financieel in evenwicht is en dat de financiële implicaties ervan voor het stadsbestuur verwerkt zijn in het ontwerp van Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt;
Overwegende dat de Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt opgesteld werd in nauw overleg met het stadsbestuur, dat de doelstellingenboom gebaseerd is op die van het lokaal bestuur en dat het geconsolideerd financieel evenwicht van stad, OCMW en AGB Tielt tot uiting wordt gebracht in de Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt;
Overwegende dat het ontwerp van Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het AGB Tielt toegelicht en besproken werd in de gemeenteraadscommissie financiën van 19 december 2022;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen en na beraadslaging in openbare zitting;
Art. 1:
De Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Autonoom gemeentebedrijf Tielt, bestaande uit de wijzigingen van de strategische nota, de aangepaste financiële nota en de toelichting, wordt goedgekeurd met volgende financiële evenwichten:
| Meerjarenplan 2020-2025 Aanpassing 4 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
| Beschikbaar budgettair resultaat |
171.542 |
113.924 |
198.139 |
291.162 |
307.688 |
316.813 |
| Autofinancieringsmarge |
-209.962 |
-46.684 |
77.062 |
93.023 |
16.526 |
9.125 |
Art. 2:
Deze beslissing zal worden bekendgemaakt in toepassing van artikelen 285-287 en 330 van het decreet over het lokaal bestuur.
De vaststelling van de Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt werd voor wat betreft het deel OCMW geagendeerd op de Raad voor Maatschappelijk Welzijn.
De gemeenteraad dient vervolgens de Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt vast te stellen voor wat betreft het deel stadsbestuur.
Stad en OCMW voeren immers een geïntegreerd beleid, maar wel nog steeds met afzonderlijke kredieten. Dat laatste komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor stad en OCMW apart zijn opgenomen.
In het voorliggende ontwerp van Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 – deel Stad - worden aanpassingen aangebracht aan de ramingen van zowel 2022 als van de daaropvolgende jaren. Tegelijkertijd worden de kredieten voor de exploitatie, investeringen en financiering voor het boekjaar 2023 vastgesteld. Gezien het vroegere jaarlijkse budget niet meer bestaat als afzonderlijk beleidsrapport maar geïntegreerd is in het meerjarenplan, bevat deze vierde meerjarenplanaanpassing 2020-2025 ook de kredieten voor de exploitatie, investeringen en financiering voor het boekjaar 2023. Ook de lijst met nominatieve subsidies voor 2022 en 2023 wordt goedgekeurd via deze meerjarenplanaanpassing.
Voorstel van beslissing: vaststellen van de Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt, van de aangepaste kredieten voor 2022 en van de kredieten voor 2023 en van de nominatieve subsidies voor 2022 en 2023 – voor wat betreft het deel Stad Tielt.
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 257 betreffende de aanpassingen van het meerjarenplan;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen, en latere wijzigingen, inzonderheid de artikelen 14 en 15 betreffende de aanpassingen van het meerjarenplan;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen, en latere wijzigingen;
Gelet op de omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 5 december 2019 tot goedkeuring van het Meerjarenplan 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt, zoals vastgesteld in dezelfde zitting door de gemeenteraad voor wat betreft het deel Stad en door de raad voor maatschappelijk welzijn voor wat betreft het deel OCMW;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 3 december 2020 tot goedkeuring van de Meerjarenplanaanpassing 1 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt, zoals vastgesteld in dezelfde zitting door de gemeenteraad voor wat betreft het deel Stad en door de raad voor maatschappelijk welzijn voor wat betreft het deel OCMW;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 7 oktober 2021 tot goedkeuring van de Meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt, zoals vastgesteld in dezelfde zitting door de gemeenteraad voor wat betreft het deel Stad en door de raad voor maatschappelijk welzijn voor wat betreft het deel OCMW;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 2 december 2022 tot goedkeuring van de Meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt, zoals vastgesteld in dezelfde zitting door de gemeenteraad voor wat betreft het deel Stad en door de raad voor maatschappelijk welzijn voor wat betreft het deel OCMW;
Gelet op het ontwerp van Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt, bestaande uit de wijzigingen van de strategische nota, de aangepaste financiële nota en de toelichting;
Gelet op de bijkomende documentatie bij de Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt, die het ontwerp van meerjarenplanaanpassing verder verduidelijkt;
Overwegende dat het decreet over het lokaal bestuur een verregaande integratie tussen gemeenten en hun OCMW’s voor ogen heeft, met een gezamenlijk meerjarenplan voor stad en OCMW waarbij de doelstellingen, actieplannen en acties van stad en OCMW opgenomen zijn in één gezamenlijke doelstellingenboom en waarbij ook het financieel evenwicht beoordeeld wordt voor stad en OCMW samen;
Overwegende dat stad en OCMW Tielt niettemin afzonderlijke rechtspersonen gebleven zijn met elk hun eigen verplichtingen en verbintenissen, waardoor in het gezamenlijk meerjarenplan toch een duidelijk onderscheid blijft bestaan tussen de kredieten van de stad en de kredieten van het OCMW;
Overwegende dat de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn het meerjarenplan en de aanpassingen ervan elk voor hun deel vaststellen;
Overwegende dat de gemeenteraad daarna het deel van het meerjarenplan en de aanpassingen ervan zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goedkeurt, waardoor het meerjarenplan en de aanpassingen ervan in hun geheel geacht worden definitief vastgesteld te zijn;
Overwegende dat het vroegere jaarlijkse budget voortaan geïntegreerd is in het meerjarenplan en dat de kredieten voor de exploitatie, de investeringen en de financiering voor het boekjaar 2022 vastgesteld werden in Meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025;
Overwegende dat het meerjarenplan minstens één keer per jaar moet worden aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld en waarbij ook de kredieten van het lopende boekjaar kunnen worden aangepast;
Overwegende dat het voorliggende ontwerp van Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 voor de entiteit Stad een aantal aanpassingen aanbrengt aan de kredieten van zowel 2022 en 2023 als van de daaropvolgende jaren en dat de kredieten voor het boekjaar 2022 gewijzigd en voor boekjaar 2023 vastgesteld worden;
Overwegende dat de Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt financieel in evenwicht is, dat ook de gecorrigeerde autofinancieringsmarge elk jaar positief is, dat de implicaties van de Meerjarenplanaanpassing 4 van het AGB op de financiën van het lokaal bestuur erin verwerkt zijn en dat het geconsolideerd financieel evenwicht van stad, OCMW en AGB Tielt gegarandeerd is;
Overwegende dat het ontwerp van Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt toegelicht en besproken werd in de gemeenteraadscommissie financiën van 19 december 2022;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen en na beraadslaging in openbare zitting;
Art. 1:
De Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt, bestaande uit de wijzigingen van de strategische nota, de aangepaste financiële nota en de toelichting, wordt vastgesteld voor wat het deel Stadsbestuur betreft, met volgende gezamenlijke financiële evenwichten:
| Meerjarenplan 2020-2025 Aanpassing 4 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
| Beschikbaar budgettair resultaat |
21.593.380 |
21.008.849 |
10.448.064 |
2.781.811 |
2.500.980 |
1.504.445 |
| Autofinancieringsmarge |
4.934.862 |
5.070.204 |
902.225 |
1.955.709 |
1.126.137 |
759.153 |
Art. 2:
De kredieten van het Stadsbestuur Tielt vastgesteld voor het boekjaar 2022 worden gewijzigd en de kredieten voor het boekjaar 2023 worden vastgesteld overeenkomstig het schema M3 van de Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025:
|
|
2022 |
2023 |
||
|
|
Uitgaven |
Ontvangsten |
Uitgaven |
Ontvangsten |
| Exploitatie |
26.029.473 |
32.442.111 |
27.316.409 |
35.212.104 |
| Investeringen |
11.043.907 |
55.963 |
11.308.086 |
1.166.159 |
| Financiering |
3.051.487 |
721.304 |
5.370.247 |
3.460.290 |
| Leningen en leasings |
2.455.518 |
564.715 |
2.645.856 |
3.284.617 |
| Toegestane leningen en betalingsuitstel |
595.970 |
156.589 |
2.724.391 |
175.673 |
Art. 3:
De nominatieve subsidies van het Stadsbestuur Tielt opgenomen in de Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 voor het boekjaar 2022 en het boekjaar 2023 worden goedgekeurd.
Art. 4:
Deze beslissing zal worden bekendgemaakt in toepassing van de artikelen 285-287 en 330 van het decreet over het lokaal bestuur.
Nadat de raden de Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt elk voor hun deel hebben vastgesteld, komt het de gemeenteraad toe om het deel OCMW goed te keuren. De stad moet immers de financiële gevolgen dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakte.
Door deze goedkeuring, en door de vaststelling van het deel voor het stadsbestuur, wordt het meerjarenplan in zijn geheel geacht goedgekeurd te zijn en is de Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt dus definitief vastgesteld.
De voorliggende Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt is in zijn geheel financieel in evenwicht. Het beschikbaar budgettair resultaat is elk jaar van de planningsperiode positief en bedraagt eind 2025 € 1.504.445. De autofinancieringsmarge is eveneens elk jaar positief en bedraagt € 759.153 in 2025, het laatste jaar van de planningsperiode.
De gecorrigeerde autofinancieringsmarge, die abstractie maakt van de toegepaste financieringsvormen, is eveneens elk jaar positief. Ook het geconsolideerde financieel evenwicht van stad, OCMW en AGB Tielt samen is gegarandeerd.
Voorstel van beslissing: goedkeuren van de Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt, voor wat betreft het deel OCMW Tielt.
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 257 betreffende de aanpassingen van het meerjarenplan;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen, en latere wijzigingen, inzonderheid de artikelen 14 en 15 betreffende de aanpassingen van het meerjarenplan;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen, en latere wijzigingen;
Gelet op de omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 5 december 2019 tot goedkeuring van het Meerjarenplan 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt, zoals vastgesteld in dezelfde zitting door de gemeenteraad voor wat betreft het deel Stad en door de raad voor maatschappelijk welzijn voor wat betreft het deel OCMW;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 3 december 2020 tot goedkeuring van de Meerjarenplanaanpassing 1 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt, zoals vastgesteld in dezelfde zitting door de gemeenteraad voor wat betreft het deel Stad en door de raad voor maatschappelijk welzijn voor wat betreft het deel OCMW;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 7 oktober 2021 tot goedkeuring van de Meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt, zoals vastgesteld in dezelfde zitting door de gemeenteraad voor wat betreft het deel Stad en door de raad voor maatschappelijk welzijn voor wat betreft het deel OCMW;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 2 december 2022 tot goedkeuring van de Meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt, zoals vastgesteld in dezelfde zitting door de gemeenteraad voor wat betreft het deel Stad en door de raad voor maatschappelijk welzijn voor wat betreft het deel OCMW;
Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 december 2022 tot vaststelling van de Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt, voor wat betreft het deel OCMW;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 22 december 2022 tot vaststelling van de Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt, voor wat betreft het deel Stad;
Gelet op het ontwerp van Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt, bestaande uit de wijzigingen van de strategische nota, de aangepaste financiële nota en de toelichting;
Gelet op de bijkomende documentatie bij de Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt, die het ontwerp van meerjarenplanaanpassing verder verduidelijkt;
Overwegende dat het decreet over het lokaal bestuur een verregaande integratie tussen gemeenten en hun OCMW’s voor ogen heeft, met een gezamenlijk meerjarenplan voor stad en OCMW waarbij de doelstellingen, actieplannen en acties van stad en OCMW opgenomen zijn in één gezamenlijke doelstellingenboom en waarbij ook het financieel evenwicht beoordeeld wordt voor stad en OCMW samen;
Overwegende dat stad en OCMW Tielt niettemin afzonderlijke rechtspersonen gebleven zijn met elk hun eigen verplichtingen en verbintenissen, waardoor in het gezamenlijk meerjarenplan toch een duidelijk onderscheid blijft bestaan tussen de kredieten van de stad en de kredieten van het OCMW;
Overwegende dat de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn het meerjarenplan en de aanpassingen ervan elk voor hun deel vaststellen;
Overwegende dat de gemeenteraad daarna het deel van het meerjarenplan en de aanpassingen ervan zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goedkeurt, waardoor het meerjarenplan en de aanpassingen ervan in hun geheel geacht worden definitief vastgesteld te zijn;
Overwegende dat de Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt financieel in evenwicht is, dat ook de gecorrigeerde autofinancieringsmarge elk jaar positief is, dat de implicaties van de Meerjarenplanaanpassing 4 van het AGB op de financiën van het lokaal bestuur erin verwerkt zijn en dat het geconsolideerd financieel evenwicht van stad, OCMW en AGB Tielt gegarandeerd is;
Overwegende dat het ontwerp van Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt toegelicht en besproken werd in de gemeenteraadscommissie financiën van 19 december 2022;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen en na beraadslaging in openbare zitting;
Art. 1:
De Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt, wordt goedgekeurd voor wat het deel OCMW betreft, zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 december 2022.
Art. 2:
De Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Lokaal bestuur Tielt, bestaande uit de wijzigingen van de strategische nota, de aangepaste financiële nota en de toelichting, wordt in zijn geheel vastgesteld met volgende financiële evenwichten:
| Meerjarenplan 2020-2025 Aanpassing 4 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
| Beschikbaar budgettair resultaat |
21.593.380 |
21.008.849 |
10.448.064 |
2.781.811 |
2.500.980 |
1.504.445 |
| Autofinancieringsmarge |
4.934.862 |
5.070.204 |
902.225 |
1.955.709 |
1.126.137 |
759.153 |
Art. 3:
Deze beslissing zal worden bekendgemaakt in toepassing van de artikelen 285-287 en 330 van het decreet over het lokaal bestuur.
Om de investeringen die voorzien zijn in het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Tielt te financieren, kent de stad renteloze leningen toe aan het AGB. Daartoe werd een overeenkomst van renteloze lening 2020-2025 gesloten tussen stad Tielt en AGB Tielt voor een bedrag van € 1.104.150,45, die werd vastgesteld door de raad van bestuur van het AGB van 29 september 2020 en goedgekeurd door de gemeenteraad van 1 oktober 2020.
In de gemeenteraadszitting van 2 december 2021 werd het bedrag van de renteloze lening gewijzigd naar € 1.792.317,19.
Via de Meerjarenplanaanpassing 4 van het AGB Tielt wordt het voorziene bedrag aan investeringen voor de periode 2020-2025 opnieuw verhoogd. Om deze verhoging te financieren, dient de bestaande overeenkomst van renteloze lening 2020-2025 opgeheven en hervastgesteld te worden voor een bedrag van € 4.309.178,22.
De overige modaliteiten van de overeenkomst wijzigen niet. De lening wordt periodiek en in deelsommen opgevraagd door het AGB op het moment van effectieve realisatie van de investering, waarbij het AGB deze leningen terugbetaalt aan de stad volgens het afschrijvingsritme van de investeringen waarop ze betrekking hebben.
Voorstel van beslissing: opheffen en hervaststellen van de overeenkomst van renteloze lening 2020-2025 tussen stad en AGB Tielt voor een bedrag van € 4.309.178,22.
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, en latere wijzigingen, Titel 3 – De extern verzelfstandigde agentschappen, inzonderheid artikel 234 houdende de beheersovereenkomst tussen de gemeente en het autonoom gemeentebedrijf en artikel 240 §1 betreffende het aangaan van leningen door het AGB en §3 betreffende de verwerving van goederen door het AGB en de financiering ervan;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 1 september 2011 tot oprichting van het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt, zoals goedgekeurd door de Vlaamse regering bij besluit van 25 november 2011;
Gelet op de statuten van Autonoom Gemeentebedrijf Tielt, goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 1 september 2011 en gewijzigd in zitting van de gemeenteraad van 16 december 2013 en 5 december 2019, inzonderheid artikel 7 houdende de bevoegdheden van het AGB, artikel 8 houdende het sluiten van een beheersovereenkomst tussen de stad Tielt en het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt en artikel 38 - financiering;
Gelet op de beheersovereenkomst tussen het stadsbestuur Tielt en het AGB Tielt, zoals vastgesteld door de raad van bestuur van het AGB Tielt van 3 december 2019 en goedgekeurd door de gemeenteraad van 5 december 2019, inzonderheid artikel 25 §3 dat bepaalt dat de stad aan het AGB een renteloze lening kan toestaan;
Gelet op de beslissing van de BTW-administratie nr. E.T.129.288 van 19 januari 2016 houdende het winstoogmerk van autonome gemeentebedrijven en de invloed hierop van de ontvangen subsidies vanuit de gemeente;
Gelet op de Circulaire 2022/C/100 van 13 oktober 2022 betreffende de btw-regeling die van toepassing is op autonome gemeentebedrijven, die vanaf 1 januari 2023 de hierboven vermelde beslissing van de BTW-administratie vervangt;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 5 december 2019 tot goedkeuring van het Meerjarenplan 2020-2025 van het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt, zoals vastgesteld door de Raad van Bestuur van het AGB Tielt van 3 december 2019;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 3 december 2020 tot goedkeuring van de Meerjarenplanaanpassing 1 2020-2025 van het Autonoom gemeentebedrijf Tielt, zoals vastgesteld door de Raad van Bestuur van het AGB Tielt van 1 december 2020;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 7 oktober 2021 tot goedkeuring van de Meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 van het Autonoom gemeentebedrijf Tielt, zoals vastgesteld door de Raad van Bestuur van het AGB Tielt van 5 oktober 2021;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 2 december 2021 tot goedkeuring van de Meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 van het Autonoom gemeentebedrijf Tielt, zoals vastgesteld door de Raad van Bestuur van het AGB Tielt van 30 november 2021;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 22 december 2022 tot goedkeuring van de Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Autonoom gemeentebedrijf Tielt, zoals vastgesteld door de Raad van Bestuur van het AGB Tielt van 20 december 2022;
Gelet op de overeenkomst van renteloze lening 2020-2025 tussen de stad Tielt en het AGB Tielt, zoals vastgesteld door de raad van bestuur van het AGB van 30 november 2021 en goedgekeurd door de gemeenteraad van 2 december 2021;
Gelet op het besluit van de raad van bestuur van het AGB Tielt van 20 december 2022 tot opheffing en hervaststelling van de overeenkomst van renteloze lening 2020-2025 tussen stad en AGB Tielt;
Overwegende dat middels besluiten van de gemeenteraad en van de raad van bestuur van het AGB van 27 april 2017 overgeschakeld werd van algemene werkingstoelagen aan het AGB naar prijssubsidies aan de gebruikers van de infrastructuur;
Overwegende dat de aan de bezoekers aangerekende tarieven moeten volstaan om de kosten van het autonoom gemeentebedrijf te dekken, waaronder de jaarlijkse afschrijvingen op de investeringsgoederen;
Overwegende dat het Meerjarenplan 2020-2025 van het AGB na de wijzigingen 1 tot en met 3 voorzag in nieuwe investeringen, voor een totaal bedrag van € 1.911.573,35, waar € 119.256,16 externe ontvangsten uit subsidies tegenover stonden;
Overwegende dat het AGB Tielt over onvoldoende kapitaal beschikt om deze geplande investeringen te prefinancieren;
Overwegende dat de stad ingevolge artikel 25 §3 van de beheersovereenkomst hiervoor een renteloze lening kan toestaan aan het AGB;
Overwegende dat aldus een overeenkomst van renteloze lening werd aangenomen tussen stad Tielt en AGB Tielt voor de toekenning van een renteloze lening ten bedrage van € 1.792.317,19 ter financiering van de investeringen voorzien in het meerjarenplan 2020-2025;
Overwegende dat in de Meerjarenplanaanpassing 4 het investeringsbedrag voor de periode 2020-2025 verhoogd wordt naar € 4.426.273,35, waar € 117.095,13 externe ontvangsten uit subsidies tegenover staan;
Overwegende dat de raad van bestuur van het AGB Tielt de overeenkomst van renteloze lening 2020-2025 hierdoor ophief en hervaststelde voor een bedrag van € 4.309.178,22 aan door de stad aan het AGB Tielt toe te kennen renteloze leningen;
Overwegende dat de overige modaliteiten van de renteloze leningen zoals vastgelegd in de overeenkomst niet wijzigingen;
Overwegende dat het ontwerp van nieuwe overeenkomst 2020-2025 werd opgesteld in nauw overleg tussen de stad en het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt en dat de financiële gevolgen ervan verwerkt zijn in de meerjarenplanaanpassing 4 van het lokaal bestuur Tielt;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen en na beraadslaging in openbare zitting;
Art. 1:
De overeenkomst van renteloze lening 2020-2025 tussen stad en AGB Tielt ter financiering van de investeringen opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Tielt, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 2 december 2021, wordt opgeheven.
Art. 2:
De overeenkomst van renteloze lening 2020-2025 tussen stad en AGB Tielt ter financiering van de investeringen opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Tielt, zoals hervastgesteld door de raad van bestuur van het AGB Tielt van 20 december 2022 wordt goedgekeurd als volgt:
__________________
Overeenkomst van Renteloze Lening
Tussen
de Stad Tielt, publiekrechtelijke rechtspersoon met kantoren in het stadhuis, Markt 13 te 8700 Tielt, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de gemeenteraad, voor wie optreden mevr. Hilde Decoene, voorzitter van de gemeenteraad, en de heer Hendrik Vandenbruwane, algemeen directeur
hierna genoemd: de Leninggever,
ENERZIJDS
en
het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt (AGB Tielt), KBO 0841.231.312, opgericht bij gemeenteraadsbesluit van 1 september 2011 op grond van de artikelen 225 – 244 van het gemeentedecreet, met maatschappelijke zetel in het stedelijk Administratief Centrum, Markt 13 te 8700 Tielt, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de raad van bestuur, voor wie optreedt dhr. Luc Vannieuwenhuyze, voorzitter van de raad van bestuur, en de heer Hendrik Vandenbruwane, secretaris van het AGB Tielt, handelend in uitvoering van artikel 20 van de Statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt
hierna genoemd: de Leningnemer
ANDERZIJDS
Hierna samen genoemd ‘de Partijen’ en elk afzonderlijk ‘een Partij’,
wordt overeengekomen wat volgt:
HOOFDSTUK 1 – ALGEMENE BEPALINGEN
§ 1. In zitting van 1 september 2011 werd door de gemeenteraad van de stad het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt opgericht, met als doel ‘het beheer, de exploitatie, de rendabilisering en de valorisering van het patrimonium behorend tot het openbaar en privaat domein waarvan het eigenaar is of waarop, ongeacht de rechtstechniek, door de stad een beheers- en gebruiksrecht wordt toegekend, evenals de exploitatie van infrastructuren bestemd voor culturele, toeristische, sportieve activiteiten of voor ontspanningsdoeleinden’.
In deze zelfde zitting werden ook de statuten van het AGB door de gemeenteraad van de stad goedgekeurd.
De oprichtingsbeslissing en de statuten werden ter goedkeuring aan de Vlaamse regering overgemaakt.
In zitting van de gemeenteraad van 16 december 2013 werden de statuten een eerste maal gewijzigd.
In zitting van de gemeenteraad van 5 december 2019 werden de statuten een tweede maal gewijzigd. De gecoördineerde statuten zijn te raadplegen op de website van stad Tielt.
§ 2. Deze overeenkomst wordt gesloten in uitvoering van :
- Artikel 240 §1 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, dat bepaalt dat autonome gemeentebedrijven leningen kunnen aangaan en giften of toelagen kan ontvangen binnen de grenzen, vastgesteld in de statuten en de beheersovereenkomst.
- Artikel 240 §3 van het Decreet over het lokaal bestuur en artikel 7 van de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt, dat bepaalt dat het AGB, binnen de grenzen van haar doel, vrij mag beslissen over de verwerving, de aanwending en de vervreemding van zijn lichamelijke en onlichamelijke goederen, de vestiging of de opheffing van de zakelijke rechten op die goederen, alsook over de uitvoering van dergelijke beslissingen en over hun financiering.
- Artikel 8 van de statuten, dat bepaalt dat de beheersovereenkomst tussen de stad en het AGB onder andere de voorwaarden dient vast te leggen waaronder eigen inkomsten of andere financieringen mogen worden verworven en aangewend.
- Artikel 38 van de statuten – financiering, dat stelt dat de raad van bestuur van het AGB vrij beslist over de omvang, de technieken en de voorwaarden van zijn externe financiering, waaronder het ontvangen van toelagen, giften en legaten en het aangaan van leningen.
- Artikel 25 §3 van de beheersovereenkomst tussen de stad en het AGB Tielt, dat in de mogelijkheid voorziet voor de stad om renteloze leningen toe te staan aan het AGB Tielt.
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder :
- Beheersovereenkomst : de overeenkomst gesloten tussen de Stad en het AGB, in uitvoering van artikel 234 van het decreet over het lokaal bestuur en artikel 8 van de Statuten van het AGB, goedgekeurd door de gemeenteraad van de stad in zitting van 5 december 2019 en door de Raad van Bestuur van het AGB in zitting van 3 december 2019;
- Statuten : de statuten van het AGB, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van de Stad in zitting van 1 september 2011 en gewijzigd in zitting van 16 december 2013 en van 5 december 2019;
- Infrastructuur : de infrastructuur bedoeld in artikel 7 van de beheersovereenkomst;
- Deelsom : het deel van de lening dat per aanvraag, per afschrijvingstermijn en per boekjaar opgevraagd wordt.
HOOFDSTUK 2 – VOORWERP
§ 1. De Leninggever verstrekt aan de Leningnemer een lening ten bedrage van de investeringen die voor de periode 2020-2025 voorzien zijn in het Meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Tielt, na overdracht van de niet-aangewende kredieten van het boekjaar 2019, en na aftrek van de in het Meerjarenplan 2020-2025 voorziene of geboekte investeringsontvangsten, zijnde een hoofdsom ten bedrage van € 4.309.178,22.
§ 2. De hoofdsom wordt door de Leninggever verstrekt aan de Leningnemer ten kostelozen titel.
De Leningnemer zal de deelsommen van de lening uitsluitend aanwenden voor de financiering van investeringen die opgenomen zijn in het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Tielt. Het kan hierbij gaan om investeringen:
- zowel in roerende als in onroerende activa of zakelijke rechten;
- zowel in materiële als in immateriële of financiële activa;
- zowel in de toeristische als in de sportinfrastructuur
HOOFDSTUK 3 – TER BESCHIKKING STELLING VAN DE LENING
§ 1. De lening wordt door de Leninggever niet in hoofdsom verstrekt bij goedkeuring van de overeenkomst, maar zal in deelsommen ter beschikking gesteld worden van de Leningnemer op basis van periodieke aanvragen.
§ 2. De deelsommen worden periodiek opgevraagd bij de effectieve realisatie van de investeringen. Afhankelijk van de financieringsbehoefte en de liquiditeitspositie van het AGB kunnen deze deelsommen gebundeld worden in 1 of meerdere aanvragen. Een dergelijke periodieke aanvraag zal in elk geval minstens 1 maal per boekjaar dienen te gebeuren voor de in dat jaar gerealiseerde investeringen.
§ 3. Om een deelsom op te vragen richt de Leningnemer hiertoe een schriftelijke aanvraag aan de Leninggever. Op de aanvraag staat een duidelijke omschrijving van de te financieren investering, met inbegrip van de afschrijvingstermijn die gehanteerd zal worden.
§ 4. De Leninggever verbindt er zich toe om de deelsom ter beschikking te stellen van de Leningnemer binnen een termijn van 60 dagen na ontvangst van de aanvraag, binnen de grenzen van het hiervoor voorziene budget van de stad en voor zover de aanvraag beantwoordt aan de modaliteiten van onderhavige overeenkomst.
§ 5. Er worden door de Leninggever geen andere zekerheden geëist van de Leningnemer dan die welke in onderhavige overeenkomst zijn opgenomen.
HOOFDSTUK 4 – AFLOSSING VAN DE LENING
§ 1. De terugbetaling van de deelsommen van de lening in kapitaal door de Leningnemer aan de Leninggever zal plaatsvinden volgens het afschrijvingsritme van de investeringen waarop ze betrekking hebben. Dit afschrijvingsritme blijkt uit de inventaris van het actief opgenomen in de boekhouding van de Leningnemer.
§ 2. De periodieke aflossing van de deelsommen door de Leningnemer vindt éénmaal per jaar plaats, waarbij de aflossingen ten laatste op 31 december van elk jaar overgemaakt worden op een rekening daartoe aangeduid door de Leninggever.
§ 3. De eerste aflossing van een ontvangen deelsom vindt plaats voor 31 december van het jaar volgende op het jaar waarin de deelsom opgevraagd werd.
§ 4. De jaarlijkse aflossing door de Leningnemer gaat gepaard met een gedetailleerd uittreksel uit de boekhouding van de Leningnemer, waaruit per investering de termijnen en bedragen van de afschrijving blijken.
§ 5. De bepalingen van artikel 6 §1-4 gelden voor zover de deelsom niet met inachtneming van de bepalingen van onderhavige overeenkomst vervroegd werden afgelost.
§ 6. De Leningnemer is in geen enkele mogelijke vorm rente verschuldigd over de lening of de deelsommen en zal deze ten kostelozen titel verkrijgen van de Leninggever.
§ 1. De Leningnemer zal op 31 december van elk jaar de lening geheel of gedeeltelijk vervroegd mogen aflossen zonder vooropzegperiode.
§ 2. Bij de vervroegde aflossing van de lening of een deel van de lening zal de Leningnemer geen wederbeleggingsvergoeding verschuldigd zijn aan de Leninggever.
Het niet afgeloste deel van de lening en de overige door de Leningnemer aan de Leninggever verschuldigde bedragen die uit hoofde van deze overeenkomst tot stand zijn gekomen, zullen zonder voorafgaande ingebrekestelling door de Leninggever opeisbaar gesteld kunnen worden - en de Leningnemer zal derhalve jegens de Leninggever in verzuim zijn - in de volgende gevallen:
(a) wanneer de Leningnemer wordt ontbonden;
(b) indien en zodra de Leningnemer in verzuim verkeert ten aanzien van één of meer verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst.
§ 1. Indien een vordering opeisbaar uit hoofde van deze overeenkomst door de Leningnemer niet wordt betaald aan de Leninggever op de datum opgenomen of vastgesteld zoals uiteengezet in deze overeenkomst, zal de Leningnemer, op verzoek van de Leninggever, aan de Leninggever rente verschuldigd zijn op het bedrag van de opeisbare vordering, aan de rentevoet van 3% op de verschillende deelsommen per jaar, vanaf de datum van opeisbaarheid van de vordering tot de datum van daadwerkelijke betaling.
§ 2. De rente zal berekend worden op basis van een jaar van 365 dagen bestaande uit 12 maanden van elk 30 dagen en in het geval van een onvolledige maand, op basis van het aantal dagen dat is verstreken.
HOOFDSTUK 5 – DUUR, BEËINDIGING, NIETIGHEID EN WIJZIGINGEN
§ 1. De Overeenkomst treedt in werking met onmiddellijke ingang. Deelsommen van de lening kunnen door de Leningnemer opgevraagd worden voor investeringen waarvan de verbintenis aangegaan werd met kredieten van de jaren 2020 tot en met 2025. De kredieten van 2020 omvatten ook de overgedragen niet-aangewende investeringskredieten van het boekjaar 2019.
§ 2. Op het moment dat de overeenkomst een einde neemt of deelsommen overeenkomstig §1 van huidig artikel niet langer kunnen opgevraagd worden, komt het niet opgevraagde deel van de lening te vervallen.
Bij opzegging of opeising van de lening om welke reden ook, blijft deze overeenkomst van kracht zolang de Leningnemer niet aan al zijn verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst jegens de Leninggever heeft voldaan.
§ 1. Indien een bepaling in deze overeenkomst geacht wordt geheel of gedeeltelijk onwettig, ongeldig of onafdwingbaar te zijn krachtens een toepasselijk recht van welke aard ook, wordt die bepaling geacht geen deel uit te maken van deze overeenkomst en zal de rechtsgeldigheid, de geldigheid of de afdwingbaarheid van de resterende bepalingen van deze overeenkomst niet worden aangetast. De nietigheid van eender welke clausule van deze overeenkomst kan niet leiden tot de nietigheid van de gehele overeenkomst.
§ 2 In voorkomend geval verbinden Partijen zich ertoe om te goeder trouw en met respect van het toepasselijke recht, desalniettemin, in economisch en praktisch opzicht maximaal te handelen naar de geest en het doel van deze onwettige, ongeldige of onafdwingbare bepaling bij de totstandkoming van de overeenkomst. Dergelijke handelswijze kan bestaan uit hetzij het louter buiten toepassing laten van deze onwettige, ongeldige of onafdwingbare bepaling, hetzij te voorzien in een geldige vervangende bepaling.
§ 1. Wijzigingen in functie van de toepasselijke wetgeving
Partijen verbinden zich ertoe om deze Overeenkomst aan te passen aan elke wijziging in de toepasselijke regelgeving, althans in de mate dat deze regelgeving dit vereist en dit binnen de opgelegde termijn.
§ 2. Wijzigingen in functie van de statuten, de beheersovereenkomst of andere afspraken tussen Partijen
Partijen verbinden zich ertoe om deze overeenkomst zo vlug mogelijk in overeenstemming te brengen met eventuele wijzigingen, aangebracht in de statuten, de beheersovereenkomst en elke andere afspraak tussen Partijen.
§ 3. Wijzigingen in functie van de meerjarenplannen
Partijen verbinden zich ertoe om deze overeenkomst zo vlug mogelijk in overeenstemming te brengen met de meerjarenplannen van het AGB en de stad Tielt, althans in de mate dat de aanpassing van de voorziene investeringskredieten in de meerjarenplannen een wijziging van deze overeenkomst noodzakelijk maken. Dergelijke wijzigingen kunnen echter geen verlenging van de huidige overeenkomst tot gevolg hebben.
§ 4. Wijzigingen in de vorm van addenda
Wijzigingen, bedoeld in dit artikel van deze overeenkomst, nemen de vorm aan hetzij van een nieuwe, aangepaste overeenkomst, hetzij van addenda, gevoegd bij deze overeenkomst. Deze addenda hebben dezelfde rechtskracht als deze overeenkomst en maken er integraal deel van uit.
HOOFDSTUK 6 – KENNISGEVING
Alle kennisgevingen in verband met deze overeenkomst moeten schriftelijk en in het Nederlands gebeuren.
Tenzij uitdrukkelijk anders bepaald in deze overeenkomst, mogen deze kennisgevingen plaatsvinden per mail of faxbericht.
Voor beide Partijen geldt dat deze kennisgevingen geacht worden geldig te zijn indien ze verstuurd worden naar de adressen opgenomen in het inleidend gedeelte van deze overeenkomst of naar elk ander adres dat een Partij kan meedelen aan de andere Partij in overeenstemming met dit artikel.
HOOFDSTUK 7 - OVERDRACHT
De Leningnemer heeft niet het recht om zijn rechten en verplichtingen, op grond van deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk over te dragen. De Leninggever heeft het recht om zijn rechten en verplichtingen, op grond van deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk over te dragen aan andere partijen waarvan de meerderheid van de aandelen direct of indirect worden gehouden door gemeentelijke overheden.
HOOFDSTUK 8 – GESCHILLEN
De overeenkomst is onderworpen aan het Belgische recht en zal overeenkomstig het Belgische recht worden geïnterpreteerd.
Ieder geschil met betrekking tot de geldigheid, de interpretatie, de uitvoering en de beëindiging van deze overeenkomst behoort tot de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brugge.
Vooraleer een geschil aan de bevoegde rechtbank voor te leggen, verbinden Partijen zich ertoe te goeder trouw en met inachtname van de redelijke belangen van de andere Partij te onderhandelen met het oog op het bereiken van een minnelijke regeling.
Daartoe zal de eisende Partij de andere Partij bij aangetekend schrijven kennis geven van de aard van het geschil en de mogelijke oplossingen.
__________________
Art. 3:
Deze beslissing zal worden bekendgemaakt in toepassing van de artikelen 285-287 en 330 van het decreet over het lokaal bestuur.
In zitting van 2 december 2021 keurde de gemeenteraad van het AGB Tielt nieuwe tarieven goed voor het gebruik van de toeristische en sportinfrastructuur van het AGB vanaf 1 januari 2022. De aangerekende tarieven moeten voor het AGB kostendekkend zijn, ingevolge de BTW-circulaire, om het winstoogmerk van het AGB te kunnen verantwoorden.
Het doorrekenen van de volledige kostprijs aan de gebruiker brengt echter de toegankelijkheid van de sport- en toeristische infrastructuur voor alle particulieren en verenigingen in het gedrang. Daarom stelde de gemeenteraad maximumtarieven in voor de gebruikers van de toeristische en sportinfrastructuur, waarbij het verschil met de kostendekkende tarieven van het AGB door de stad gefinancierd wordt via prijssubsidies.
Op 30 november 2022 nam het directiecomité, onder voorbehoud van bekrachtiging door de raad van bestuur, een beslissing om deze tarieven voor de maand december 2022 aan te passen, om de winstgevendheid van het AGB voor boekjaar 2022 te kunnen garanderen.
Het college van burgemeester en schepenen keurde deze nieuwe tarieven goed, onder voorbehoud van bekrachtiging door de gemeenteraad, waarbij de maximale tarieven voor de gebruiker ongewijzigd bleven.
In het licht van de vooruitzichten opgenomen in de Meerjarenplanaanpassing 4, paste de raad van bestuur van het AGB de tarieven opnieuw aan vanaf 1 januari 2023. De maximumtarieven te betalen door de gebruiker, worden vanaf heden jaarlijks aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex.
Voorstel van beslissing: bekrachtiging van het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 30 november 2022 tot goedkeuring van de tarieven voor het gebruik van de toeristische en sportinfrastructuur van het AGB Tielt voor de maand december 2022. Wijziging van de maximumtarieven voor de gebruikers vanaf 1 januari 2023 en goedkeuren van prijssubsidies via een derdebetalersregeling.
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, en latere wijzigingen, Titel 3 – De extern verzelfstandigde agentschappen, inzonderheid artikel 234 houdende de beheersovereenkomst tussen de gemeente en het autonoom gemeentebedrijf en artikel 240 §4 houdende het vaststellen van de tarieven en tariefstructuren door het autonoom gemeentebedrijf;
Gelet op de beslissing van de BTW-administratie nr. E.T.129.288 van 19 januari 2016 houdende het winstoogmerk van autonome gemeentebedrijven en de invloed hierop van de ontvangen subsidies vanuit de gemeente;
Gelet op de circulaire 2021/C/57 van 11 juni 2021 van de BTW-administratie betreffende de beoordeling van de al dan niet aanwezigheid van een winstoogmerk in hoofde van een autonoom gemeentebedrijf;
Gelet op de Circulaire 2022/C/100 van 13 oktober 2022 betreffende de btw-regeling die van toepassing is op autonome gemeentebedrijven, die vanaf 1 januari 2023 de beslissing van de BTW-administratie nr. E.T.129.288 van 19 januari 2016 vervangt;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 1 september 2011 tot oprichting van het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt, zoals goedgekeurd door de Vlaamse regering bij besluit van 25 november 2011;
Gelet op de statuten van Autonoom Gemeentebedrijf Tielt, goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 1 september 2011 en gewijzigd in zitting van de gemeenteraad van 16 december 2013 en 5 december 2019, inzonderheid artikel 7 houdende de bevoegdheden van het AGB, artikel 8 houdende het sluiten van een beheersovereenkomst tussen de stad Tielt en het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt en hoofdstuk 5 - financiering;
Gelet op de beheersovereenkomst tussen het stadsbestuur Tielt en het AGB Tielt, zoals vastgesteld door de raad van bestuur van het AGB Tielt van 3 december 2019 en goedgekeurd door de gemeenteraad van 5 december 2019, inzonderheid artikel 13 – tarifiëring en hoofdstuk 8 – financiering;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 2 december 2021 houdende de wijziging van het besluit van de gemeenteraad van 27 april 2017 tot vaststelling van de maximumtarieven voor gebruikers van de toeristische en sportinfrastructuur van het AGB Tielt en toekennen van prijssubsidie;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 22 december 2022 houdende de goedkeuring van Meerjarenplanaanpassing 4 2020-2025 van het Autonoom gemeentebedrijf Tielt, zoals vastgesteld door de raad van bestuur van het AGB Tielt van 20 december 2022;
Gelet op het besluit van de raad van bestuur van het AGB Tielt van 29 september 2020 houdende goedkeuring van het reglement zaalverhuur ’t Zolderke sporthal Aarsele;
Gelet op het besluit van de raad van bestuur van het AGB Tielt van 12 april 2021 houdende goedkeuring van het reglement zaalverhuur Sint-Paulus Watewy;
Gelet op het besluit van de raad van bestuur van het AGB Tielt van 18 mei 2021 houdende goedkeuring van het gebruikersreglement voor de padelterreinen Watewy;
Gelet op het besluit van de raad van bestuur van het AGB Tielt van 30 november 2021 houdende goedkeuring van het reglement voor het gebruik van zaal Mulle de Terschueren;
Gelet op het besluit van de raad van bestuur van het AGB Tielt van 20 december 2022 houdende de wijziging van het besluit van de raad van bestuur van 30 november 2021 tot vaststelling van de tarieven voor het gebruik van de toeristische en sportinfrastructuur van het AGB;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 30 november 2022 houdende de goedkeuring van het nieuwe tariefreglement voor gebruik van de toeristische en sportinfrastructuur van het AGB Tielt en toekennen van prijssubsidies voor de maand december 2022;
Overwegende dat het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt werd opgericht met als doel “het beheer, de exploitatie, de rendabilisering en de valorisering van het patrimonium behorend tot het openbaar en privaat domein waarvan het eigenaar is of waarop, ongeacht de rechtstechniek, door de Stad Tielt een beheers- en gebruiksrecht wordt toegekend, evenals de exploitatie van infrastructuren bestemd voor culturele, toeristische, sportieve activiteiten of voor ontspanningsdoeleinden”;
Overwegende dat het Autonoom Gemeentebedrijf Tielt een instelling met winstoogmerk is waarbij, overeenkomstig artikel 43 van de statuten, het saldo van de winst uitgekeerd wordt aan de stad Tielt als aandeelhouder;
Overwegende dat de gebruikstarieven voor de toeristische en sportinfrastructuur, zoals vastgesteld door de raad van bestuur van het AGB Tielt, ingevolge de BTW-circulaire moeten volstaan om de kosten van het AGB te dekken ten einde het winstoogmerk van het AGB te kunnen vaststellen;
Overwegende dat de door de raad van bestuur van het AGB vastgestelde tarieven van 2017 tot 2021 ongewijzigd zijn gebleven, maar wel kostendekkend zijn gebleken, met uitzondering van de coronajaren 2020 en 2021 voor wat betreft de eerste drie kwartalen;
Overwegende dat de tarieven door de raad van bestuur van het AGB vanaf 1 januari 2022 verhoogd werden als gevolg van stijgende kosten door het uitbreiden van het investeringsplan in de meerjarenplanaanpassingen 1 tot 3; dat hierbij een aantal nieuwe zalen en infrastructuur die door het AGB in exploitatie werden genomen aan het tariefreglement werden toegevoegd;
Overwegende dat ook de nieuwe tarieven in voege vanaf 1 januari 2022 niet langer kostendekkend zijn, gelet op de sterk gestegen energieprijzen en de tijdelijke sluiting van het zwembad;
Overwegende dat het directiecomité van het AGB daarom nieuwe tarieven vastlegde voor de maand december 2022, onder voorbehoud van bekrachtiging door de raad van bestuur van het AGB;
Overwegende dat de tarieven door het directiecomité vastgelegd voor de maand december 2022 de winstgevendheid van het AGB voor het boekjaar 2022 moeten garanderen;
Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen van 30 november 2022 dit nieuwe tariefreglement voor de maand december 2022 goedkeurde, onder voorbehoud van bekrachtiging door de gemeenteraad, waarbij de maximale tarieven aan te rekenen aan de gebruikers niet wijzigden;
Overwegende dat de raad van bestuur van het AGB van 20 december 2022 de beslissing van het directiecomité van 30 november 2022 tot vaststelling van de nieuwe tarieven voor de maand december 2022 bekrachtigde, waarbij meteen ook nieuwe tarieven werden vastgesteld vanaf 1 januari 2023, met het oog op de vooruitzichten opgenomen in de Meerjarenplanaanpassing 4, zodat ook voor 2023 de winstgevendheid van het AGB gewaarborgd wordt;
Overwegende dat het doorrekenen van de volledige kostprijs aan de gebruiker de toegankelijkheid van de sport- en toeristische infrastructuur voor alle particulieren en verenigingen in het gedrang brengt;
Overwegende dat de gemeenteraad bijgevolg maximumtarieven voor de gebruiker vastlegde die lager liggen dan de door de Raad van Bestuur van het AGB vastgestelde tarieven;
Overwegende dat de stad Tielt zich er in dat geval overeenkomstig artikel 22 en 25 §2 van de beheersovereenkomst toe verbindt om het verschil tussen de door het AGB vastgestelde tarieven en de door de stad vastgelegde maximumtarieven te financieren middels een prijssubsidie inclusief BTW aan de individuele gebruiker;
Overwegende dat de stad deze prijssubsidies overmaakt aan het AGB bij wijze van derdebetalersregeling;
Overwegende dat de nieuwe tarieflijsten door het AGB Tielt werden opgesteld in nauw overleg met de stad;
Overwegende dat de nieuwe tarieven vastgesteld door de raad van bestuur van het AGB jaarlijks geïndexeerd worden op basis van de gezondheidsindex van de maand september van het voorgaande jaar en autonoom aangepast kunnen worden in functie van het winstoogmerk tot maximum 15% boven de tarieven van het laatst door de gemeenteraad goedgekeurde tariefreglement;
Overwegende dat de maximale tarieven aangerekend aan de gebruiker van de sport- en toeristische infrastructuur niet meer aangepast werden sinds 2001, dat het billijk is om deze tarieven minstens aan te passen aan de evolutie van de gezondheidsindex in het voorbije jaar;
Overwegende dat het ontwerp besproken werd in zitting van de gemeenteraadscommissie financiën van 19 december 2022;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen en na beraadslaging in openbare zitting;
Art. 1:
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 30 november 2022 tot goedkeuring van het nieuwe tariefreglement voor het gebruik van de toeristische en sportinfrastructuur van het AGB Tielt en toekennen van prijssubsidies voor de maand december 2022, wordt bekrachtigd.
Art. 2:
Het nieuwe tariefreglement voor het gebruik van de toeristische en sportinfrastructuur van het AGB Tielt voor de maand december 2022, zoals bekrachtigd door de raad van bestuur van het AGB Tielt van 20 december 2022, wordt goedgekeurd, waarbij de maximale tarieven aan te rekenen aan de gebruikers zoals vastgesteld door de gemeenteraad van 2 december 2021 niet wijzigen.
Art. 3:
Het besluit van de gemeenteraad van 2 december 2021 houdende de wijziging van het besluit van de gemeenteraad van 27 april 2017 tot vaststelling van de maximumtarieven voor gebruikers van de toeristische en sportinfrastructuur van het AGB Tielt en toekennen van prijssubsidies, wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2023.
Art. 4:
Het tariefreglement voor het gebruik van de toeristische en sportinfrastructuur van het AGB Tielt vanaf 1 januari 2023, zoals vastgesteld door de raad van bestuur van het AGB Tielt in zitting van 20 december 2022, wordt goedgekeurd.
Art. 5:
De raad van bestuur van het AGB wordt gemachtigd om de vastgelegde tarieven – geheel of gedeeltelijk - te verhogen met een maximum van 15% ten opzichte van het tariefreglement zoals bedoeld in artikel 4 van huidig besluit.
Een tariefreglement waarin de tarieven – geheel of gedeeltelijk - meer dan 15% hoger liggen dan de overeenkomstige tarieven in het tariefreglement, moet opnieuw ter goedkeuring voorgelegd worden aan de gemeenteraad.
Art. 6:
Met ingang van 1 januari 2023 worden de maximale tarieven aan te rekenen aan derden voor het gebruik van de sport- en toeristische infrastructuur vastgesteld als volgt:
_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
| Maximale gebruikerstarieven sporthallen, buitenterreinen, zwembad en toeristische infrastructuur |
|
|
||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
| Dagvergoeding gebruik sporthallen, buitenterreinen, zwembad |
|
|
|
|||||||||||
|
|
Dagvergoeding eenmalige sportmanifestaties, niet bezoldigd: |
|
€ 83,50 |
|
|
|||||||||
|
|
idem voor sportclubs aangesloten bij stedelijke sportraad: |
|
€ 41,75 |
|
|
|||||||||
|
|
idem voor verenigingen aangesloten bij andere Tieltse adviesraden, |
|
|
|
||||||||||
|
|
één keer per jaar (overeenkomst Tieltse adviesraden): |
|
€ 41,75 |
|
|
|||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
| Basistarieven |
|
|
|
|
|
|
||||||||
|
|
Basistarieven sporthallen |
|
|
|
|
|
|
|||||||
| * |
1/3e zaal sporthal Tielt en gebruik zaal turnhal z/ toestellen per uur |
€ 5,50 |
|
|
||||||||||
| * |
Topturnhal per uur |
|
|
|
€ 11,00 |
|
|
|||||||
| * |
Squashzaal per uur |
|
|
|
€ 8,00 |
|
|
|||||||
| * |
Squashzaal per half uur |
|
|
|
€ 4,50 |
|
|
|||||||
| * |
Parketzaal per uur |
|
|
|
€ 5,50 |
|
|
|||||||
| * |
Polyvalente zaal sporthal Tielt per uur |
|
|
|
€ 3,60 |
|
|
|||||||
| * |
Polyvalente ruimte per uur |
|
|
|
€ 2,75 |
|
|
|||||||
| * |
Sporthal Aarsele voor 1/3e zaal per uur |
|
|
|
€ 3,50 |
|
|
|||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
Basistarieven cafetaria ’t Zolderke Aarsele per dag |
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
Socio-cultureel |
|
|
|
€ 16,50 |
|
|
|||||||
|
|
Socio-cultureel weekend |
|
|
|
€ 16,50 |
|
|
|||||||
|
|
Niet-publiekstoegankelijk |
|
|
|
€ 7,00 |
|
|
|||||||
|
|
Niet-publiekstoegankelijk weekend |
|
|
|
€ 16,50 |
|
|
|||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
Beschikbaar voor gebruikers in |
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
Categorie A: Stad Tielt, OCMW Tielt en stedelijke adviesraden (100%) |
|
||||||||||||
|
|
Categorie B: Tieltse verenigingen en Tieltse onderwijsinstanties (100%) |
|||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
Basistarieven huur Sint-Paulus per dag |
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
Grote zaal |
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
Socio-cultureel |
|
|
|
€ 16,50 |
|
|
|||||||
|
|
Niet-publiekstoegankelijk |
|
|
|
€ 7,00 |
|
|
|||||||
|
|
Kleine zaal |
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
Socio-cultureel |
|
|
|
€ 16,50 |
|
|
|||||||
|
|
Niet-publiekstoegankelijk |
|
|
|
€ 7,00 |
|
|
|||||||
|
|
Bar – keuken |
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
Socio-cultureel |
|
|
|
€ 16,50 |
|
|
|||||||
|
|
Niet-publiekstoegankelijk |
|
|
|
€ 7,00 |
|
|
|||||||
|
|
Lokaal 1 |
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
Socio-cultureel |
|
|
|
€ 16,50 |
|
|
|||||||
|
|
Niet-publiekstoegankelijk |
|
|
|
€ 7,00 |
|
|
|||||||
|
|
Lokaal 2 |
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
Socio-cultureel |
|
|
|
€ 16,50 |
|
|
|||||||
|
|
Niet-publiekstoegankelijk |
|
|
|
€ 7,00 |
|
|
|||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
Beschikbaar voor gebruikers in |
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
Categorie A: Stad Tielt, OCMW Tielt en stedelijke adviesraden (100%) |
|
||||||||||||
|
|
Categorie B: Tieltse verenigingen en Tieltse onderwijsinstanties (100%) |
|||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
Basistarieven buitenterreinen |
|
|
|
|
|
|
|||||||
| * |
Basistarief voor 1 voetbalterrein per uur: |
|
|
|
€ 7,00 |
|
|
|||||||
| * |
Basistarief voor 1 voetbalterrein met verlichting per uur: |
|
|
€ 14,00 |
|
|
||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
Basistarieven padelterreinen |
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
Basistarief voor 90 minuten speeltijd per persoon tijdens de daluren |
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
Tieltse privépersoon |
|
|
|
€ 5,00 |
|
|
|||||||
|
|
Tieltse club |
|
|
|
€ 2,25 |
|
|
|||||||
|
|
Tieltse onderwijsinstantie |
|
|
|
€ 2,75 |
|
|
|||||||
|
|
Niet-Tielts of commercieel |
|
|
|
€ 10,00 |
|
|
|||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
Basistarief voor 90 minuten speeltijd per persoon tijdens de piekuren |
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
Tieltse privépersoon |
|
|
|
€ 6,50 |
|
|
|||||||
|
|
Tieltse club |
|
|
|
€ 3,25 |
|
|
|||||||
|
|
Tieltse onderwijsinstantie |
|
|
|
€ 4,50 |
|
|
|||||||
|
|
Niet-Tielts of commercieel |
|
|
|
€ 13,50 |
|
|
|||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
Basistarieven zwembad |
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
Tarieven voor één zwembeurt |
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
Kinderen jonger dan zes jaar zwemmen gratis |
|
|
|
|
|
||||||||
|
|
Kinderen, mindervaliden, senioren vanaf 55 jaar: |
|
|
€ 1,50 |
|
|
||||||||
|
|
Volwassenen: |
|
|
|
€ 2,00 |
|
|
|||||||
|
|
Abonnementen 10 beurtenkaart en groepstarief vanaf 10 personen, |
|
|
|
||||||||||
|
|
Kinderen vanaf zes jaar: |
|
|
|
€ 11,00 |
|
|
|||||||
|
|
Volwassenen: |
|
|
|
€ 14,00 |
|
|
|||||||
| * |
Jaarabonnement kinderen vanaf zes jaar: |
|
|
|
€ 41,50 |
|
|
|||||||
| * |
volwassenen: |
|
|
|
€ 56,00 |
|
|
|||||||
|
|
Schooltarief: |
|
|
|
€ 0,67 |
|
|
|||||||
|
|
Verhuring volledig zwembad |
|
|
|
|
|
|
|||||||
| * |
eenmalig per uur zonder redder: |
|
|
|
€ 11,00 |
|
|
|||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
| Aanpassingen van basistarieven met een * sterretje ivm de gebruiker |
|
|
|
|||||||||||
|
|
niet - Tieltse gebruikers: |
|
|
200% |
|
|
|
|||||||
|
|
privé gebruik bezoldigd volwassenen Tieltenaren : |
|
130% |
|
|
|
||||||||
|
|
privé gebruik bezoldigd jeugdopleiding Tieltenaren : |
|
110% |
|
|
|
||||||||
|
privé gebruik niet bezoldigd Tieltenaren : |
|
|
100% |
|
|
|
|
||||||
|
|
scholen: |
|
|
50% |
|
|
|
|
||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||||||
| Aanpassingen van basistarieven met een * sterretje voor veelvuldig gebruik |
|
|
|
|||||||||||
|
|
alleen voor sportclubs aangesloten bij Tieltse sportraad, onbezoldigd |
|
|
|
||||||||||
|
|
Aanpassing voor veelvuldig gebruik per week |
< 5 u/w |
< 10 u/w |
≥ 10 u/w |
|
|
|
|
||||||
|
|
recreatiesport volwassenen: |
90% |
85% |
80% |
|
|
|
|
||||||
|
|
recreatiesport jeugdopleiding: |
70% |
60% |
50% |
|
|
|
|
||||||
|
|
competitiesport volwassenen: |
70% |
65% |
60% |
|
|
|
|
||||||
|
|
competitiesport jeugd: |
50% |
40% |
30% |
|
|
|
|
||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||||||
| Kortingen voor het zelf uitvoeren van onderhoudstaken |
|
|
|
|
|
|||||||||
|
|
korting voor het zelf kuisen van de voetbalkleedkamers: |
|
|
€ 1,50 |
|
|
|
|||||||
|
|
per uur terreingebruik |
|
|
|
|
|
|
|
||||||
|
|
korting voor het zelf aanleggen van de voetbalbelijning: |
|
|
€ 8,25 |
|
|
|
|||||||
|
|
niet voor het bijschilderen, forfait per competitieweek (maximum 30) |
|
|
|
|
|||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||||||
| Annulatiebedrag voor 1 uur, 1/3e zaal |
90% |
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
| Toeristische infrastructuur: |
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
| Tarieven bezoekerscentra |
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
| Tarief bezoek Europazolder per persoon |
|
|
|
€ 0,00 |
|
|
|
|||||||
| Tarief bezoekerscentrum Mulle per persoon |
|
|
|
€ 0,00 |
|
|
|
|||||||
| Tarief bezoekerscentrum WO I per persoon |
|
|
|
€ 0,00 |
|
|
|
|||||||
| Tarief bezoekerscentrum Poelberg per persoon |
|
|
|
€ 0,00 |
|
|
|
|||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
| Basistarieven huur Mulle de Terschueren per dag |
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
| Koetshuis |
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
| Socio-cultureel |
|
|
|
€ 24,00 |
|
|
|
|||||||
| Niet-publiekstoegankelijk |
|
|
|
€ 7,00 |
|
|
|
|||||||
| Herenhuis – Tuinzaal |
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
| Socio-cultureel |
|
|
|
€ 24,00 |
|
|
|
|||||||
| Niet-publiekstoegankelijk |
|
|
|
€ 7,00 |
|
|
|
|||||||
| Herenhuis – Zolder |
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
| Socio-cultureel |
|
|
|
€ 35,50 |
|
|
|
|||||||
| Niet-publiekstoegankelijk |
|
|
|
€ 7,00 |
|
|
|
|||||||
| Beschikbaar voor gebruikers in |
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
| Categorie A: Stad Tielt, OCMW Tielt en stedelijke adviesraden (100%) |
|
|||||||||||||
| Categorie B: Tieltse verenigingen en Tieltse onderwijsinstanties (100%) |
|
|||||||||||||
| Categorie C: Tieltse privé-personen (enkel Koetshuis, 150%) |
|
|
||||||||||||
_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
Art. 7:
Bovenstaande maximumtarieven zijn de tarieven inclusief BTW.
Art. 8:
Bovenstaande maximumtarieven worden met ingang van 2024 jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex, waarbij volgende formule wordt toegepast:
Het geïndexeerde nieuwe tarief = basistarief x nieuwe index
aanvangsindex
Waarbij:
Basistarief = tarief zoals vermeld in artikel 6 van huidig besluit.
Nieuwe index = de verhoogde of verlaagde gezondheidsindex van de maand september van het jaar voorafgaand aan de indexering.
Aanvangsindex = gezondheidsindex van de maand september 2022.
De aldus bekomen nieuwe tarieven worden na indexering afgerond naar boven op een halve euro.
Art. 9:
Stad Tielt verbindt zich ertoe om het verschil tussen de door het AGB vastgestelde tarieven zoals bedoeld in artikel 4 en 5 van onderhavig besluit en de door de stad in artikel 6 vastgelegde maximumtarieven te financieren middels een prijssubsidie inclusief BTW aan de individuele gebruiker.
Stad Tielt zal de prijssubsidies overmaken aan het AGB bij wijze van derdebetalersregeling na het voorleggen van de nodige stavingsstukken door deze laatste.
Art. 10:
Deze beslissing zal worden bekendgemaakt in toepassing van de artikelen 285-287 en 330 van het decreet over het lokaal bestuur.
In de gemeenteraad van 4 juli 2019 werd een samenwerking tussen de stad Tielt en het Stadslandschap goedgekeurd rond het aanbod van kleine landschapselementen. Er werd hierbij initieel een onderscheid gemaakt tussen landbouwers en particulieren: bij landbouwers was, naast het plantgoed, ook het aanplanten inbegrepen in het aanbod. Bij particulieren kon enkel het plantgoed worden geleverd. Het Stadslandschap stelt nu voor om dit onderscheid weg te werken, en het aanbod dus ook voor particulieren uit te breiden met het aanplanten. Dit zorgt voor een uniforme benadering over gans de provincie, een kwalitatieve aanplant en ondersteuning van de sociale economie in de regio. Het werkingsbudget dient hiervoor niet te worden aangepast.
Voorstel van beslissing: wijzigen van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Stad Tielt en de provincie West-Vlaanderen inzake de gezamenlijke aanpak rond kleine landschapselementen.
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad dd. 10.11.2016 tot de toetreding van de stad bij het samenwerkingsverband Stadslandschap ’t West-Vlaamse Hart;
Gelet op de werking van de provincie West-Vlaanderen via het Stadlandschap rond kleine landschapselementen zoals uiteen gezet in de beleidsnota “doelgroepgericht beleid rond kleine landschapselementen” en het regionaal actieplan “doelgroepgericht KLE-beleid in Midden-West-Vlaanderen”;
Overwegende dat hiertoe een overeenkomst met de provincie werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 04.07.2019 om over het volledige grondgebied een provinciale werking rond KLE’s te verzekeren;
Overwegende dat in deze overeenkomst nog een onderscheid werd gemaakt tussen particulieren en landbouwers, waarbij voor landbouwers ook het aanplanten zelf werd voorzien en voor particulieren niet; dat het evenwel aangewezen is om iedereen gelijk te behandelen, zodat de aanplantingen kwalitatief gebeuren en de sociale economie in de regio ook gestimuleerd wordt;
Overwegende dat het Stadslandschap hiervoor op 25.10.2022 een email aan de stad heeft overgemaakt met een voorstel van addendum waarbij de bestaande overeenkomst wordt gewijzigd;
Art. 1:
Het addendum bij de samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie West-Vlaanderen en de stad Tielt voor de promotie en ontwikkeling van kleine landschapselementen, waarbij artikel 2 §1, 2 en 3 van de bovenvermelde samenwerkingsovereenkomst wordt gewijzigd, goed te keuren.
Art. 2:
De burgemeester (bij delegatie voor de voorzitter in toepassing van artikel 281 van het Decreet lokaal bestuur) en algemeen directeur te machtigen tot het ondertekenen van dit addendum.
Art. 3:
Deze beslissing samen met de overeenkomst over te maken aan de provincie West-Vlaanderen, p/a Spanjestraat 141, 8800 Roeselare of via roeland.vanlerberghe@west-vlaanderen.be.
Voor de realisatie van het stadsvernieuwingsproject collegesite Tielt dienen onbebouwde terreinen aangekocht te worden. Het betreft twee onbebouwde percelen, gelegen in de Ieperstraat 38-40, volgens titel gekend 1ste afdeling, sectie K, nummers 926r en 926w, met een kadastrale oppervlakte van 3.090 m². De aankoopsom van de bovengenoemde percelen bedraagt 955.000,00 euro. De Raad van Bestuur van de Tieltse Bouwmaatschappij keurde op 02.06.2022 de verkoop aan het stadsbestuur goed. De gemeenteraad heeft in zitting van 07.07.2022 de aankoopbelofte reeds goedgekeurd, nu wordt de ontwerpakte voor de aankoop aan de gemeenteraad voorgelegd. Krediet is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025, 2022/ACT-2.1.1/0610-00/2220000/STAD/CBS/IP-1.
Voorstel van beslissing: goedkeuren van de ontwerpakte van de aankoop van de percelen gelegen Ieperstraat 38-40.
Gelet op het feit dat voor de realisatie van het stadsvernieuwingsproject collegesite Tielt onbebouwde terreinen dienen aangekocht te worden;
Gelet op het feit dat het twee onbebouwde percelen betreft, gelegen in de Ieperstraat 38-40, volgens titel gekend 1ste afdeling, sectie K, nummers 926r en 926w, met een kadastrale oppervlakte van 3090 m²;
Gelet op het feit dat de aankoopsom van de bovengenoemde percelen 955.000,00 euro bedraagt;
Gelet op het feit dat de Raad van Bestuur van de Tieltse Bouwmaatschappij op 2 juni 2022 de verkoop aan het stadsbestuur Tielt goedkeurde;
Gelet op het feit dat de gemeenteraad in zitting van 7 juli 2022 de aankoopbelofte voor het aankopen van bovenvermelde percelen reeds goedkeurde;
Gelet op het feit dat hiervoor krediet voorzien is in het meerjarenplan 2020-2025, 2022/ACT-2.1.1/0610-00/2220000/STAD/CBS/IP-1;
Gelet op de wettelijke bepalingen terzake;
Art. 1:
Goedkeuring te verlenen tot aankoop van twee onbebouwde percelen, gelegen in de Ieperstraat 38-40, volgens titel gekend 1ste afdeling, sectie K, nummers 926r en 926w; met een kadastrale oppervlakte van 3090 m² voor een bedrag van 955.000,00 euro en hiervoor de ontwerpakte van de Vlaamse Overheid dienst Vastgoedtransacties met referentie 14537-001 goed te keuren.
Art. 2:
De uitgave voor deze aankoop wordt benomen van het krediet voorzien in het meerjarenplan 2020-2025, op 2022/ACT-2.1.1/0610-00/2220000/STAD/CBS/IP-1.
Art. 3:
Afschrift van deze beslissing over te maken aan de Tieltse Bouwmaatschappij, Sint-Michielstraat 1a, 8700 Tielt en aan de financieel directeur van de stad Tielt.
Dhr. Christophe Verstraete gaf op 22.11.2022 zijn ontslag als lid van de Raad van Bestuur van het Cultuurcentrum Gildhof. Hij zetelde in de Raad van Bestuur als vertegenwoordiger van de gemeenteraad vanuit de CD&V-fractie. In zijn schrijven dd. 29.11.2022 stelt dhr. Christophe Capoen namens de CD&V-fractie de kandidatuur van mevr. Ines Dehullu voor ter vervanging van dhr. Christophe Verstraete als afgevaardigde van de CD&V-fractie in de Raad van Bestuur van het Cultuurcentrum Gildhof.
Voorstel van beslissing: goedkeuren aanstelling van mevr. Ines Dehullu, als vertegenwoordiger van de gemeenteraad namens de CD&V-fractie tot lid van de Raad van Bestuur van Cultuurcentrum Gildhof, ter vervanging van dhr. Christophe Verstraete.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder art. 40;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd. 06.06.2019 houdende de aanstelling van de vertegenwoordigers van de gemeenteraad bij de Raad van Bestuur van het Cultuurcentrum Gildhof;
Gelet op de kennisgeving van dhr. Christophe Verstraete dd. 13.10.2022 en 22.11.2022, waarin hij meldt dat hij ontslag wenst te nemen als voorzitter en als lid van de Raad van Bestuur van het Cultuurcentrum Gildhof;
Gelet op de brief van dhr. Christophe Capoen dd. 29.11.2022 waarin hij namens de CD&V-fractie de kandidatuur van mevr. Ines Dehullu indient ter vervanging van dhr. Christophe Verstraete als afgevaardigde van de CD&V-fractie in de Raad van Bestuur van het Cultuurcentrum Gildhof;
Gelet op de wettelijke beschikkingen terzake;
Art. 1:
Kennis te nemen van het ontslag van dhr. Christophe Verstraete als voorzitter en als lid van de Raad van Bestuur van het Cultuurcentrum Gildhof.
Art. 2:
Tot het aanstellen van mevr. Ines Dehullu, als vertegenwoordiger van de gemeenteraad namens de CD&V-fractie in de Raad van Bestuur van het Cultuurcentrum Gildhof, ter vervanging van dhr. Christophe Verstraete.
Art. 3:
Ingevolge de wijziging in huidige zitting wordt de samenstelling van de Raad van Bestuur van het Cultuurcentrum Gildhof als volgt vastgesteld:
a) Vertegenwoordigers van gemeenteraad:
- CD&V-fractie: Hilde Decoene, Ines Dehullu, Joris Meganck, Rik Stevens, Dominique Wambeke
- N-VA/Open Vld-fractie: Roos Baert, Marie-Claire Verbeke, Cathy Vincent
- Groen: Lut Dornez
- Iedereen Tielt: Sigrid Ollevier
- Vooruit: Soetkin Kesteloot
b) Vertegenwoordigers van de gebruikersgroeperingen en ideologische en filosofische strekkingen van de Stedelijke Raad voor Cultuurbeleid
Vertegenwoordigers van ideologische en filosofische strekkingen
Vertegenwoordigers aangeduid door de Algemene Vergadering
Art. 4:
Afschrift van dit besluit over te maken aan de Stedelijke Raad voor Cultuurbeleid en de Raad van Bestuur van het Cultuurcentrum Gildhof.
Een reglement ter subsidiëring van het inzaaien van groenbemesters zet de landbouwers aan tot het inzaaien van groenbemesters. De bedoeling is de natuurlijke structuur en de humustoestand van de gronden te verbeteren om de erosie en afspoeling tegen te gaan. Wat waterhuishouding betreft komt er ook minder spoelwater en modder van de velden in de grachten en het openbaar rioleringsstelsel terecht. Het inzaaien van bodembedekkers is tevens milieuvriendelijk, want de groenbedekking fungeert ook als vanggewas voor stikstof die na de oogst in de grond achterblijft en in de winter zou uitspoelen. De groenbedekking wordt als organische meststof ingeploegd of geoogst als groenvoeder voor het vee. Sommige groenbemesters zijn ook in staat zijn om stikstof uit de lucht te binden.
We stellen echter vast dat we in Tielt niet meer up to date zijn wat betreft de vergoedingen. Rondom ons worden subsidies gegeven tot 80 € per ha, waar Tielt maar 25 € per ha subsidieert. Gezien het belang hiervan vragen wij ook het subsidiebedrag per ha op te trekken tot deze gangbare subsidie bedragen. Verder hadden we ook graag cijfers ontvangen van hoeveel landbouwers en hoeveel ha de voorbije jaren werden gesubsidieerd.
Voorstel tot beslissing: Stad Tielt verhoogt het subsidiebedrag voor het inzaaien van groenbedekkers van 25€ naar 80€ / ha.
Namens Gemeenteraad,
Hendrik Vandenbruwane
Algemeen Directeur
Hilde Decoene
Voorzitter