Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid art. 40 en art. 41;
Gelet op de omzendbrief KB/ABB/2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;
Gelet op de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer en latere wijzigingen ;
Gelet op het decreet van 9 juli 2010 houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven, waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorrijtuigen in te voeren;
Gelet op het Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (de wegcode), inzonderheid artikel 27;
Gelet op het ministerieel besluit van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart;
Gelet op het ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap;
Overwegende dat de verhoging van de parkeermogelijkheden ook nieuwe mogelijkheden vereist voor de controle op de beperking van de parkeerduur op de voorgeschreven plaatsen;
Overwegende dat het aanleggen en verbeteren van de parkeermogelijkheden voor de stad aanzienlijke lasten met zich meebrengen;
Gelet op het aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer betreffende het invoeren van betalend parkeren door middel van parkeerautomaten, bewonersparkeren en reglementering beperkt parkeren op gemeentewegen dd. 2 juli 2015;
Gelet op het aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer betreffende het invoeren van betalend parkeren door middel van parkeerautomaten, bewonersparkeren en reglementering beperkt parkeren op gewestwegen dd. 2 juli 2015;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 5 december 2019 houdende goedkeuren van een retributiereglement op het betalend parkeren en het beperkt parkeren voor de periode 2020-2025;
Gelet op de wet van 3 mei 2023 (BS 23 mei 2023) m.b.t. het toevoegen van een nieuw boek XIX “schulden van de consument” aan het Wetboek Economisch Recht (WER);
Gelet op het voorstel om de artikelen m.b.t. de invordering van de retributie te wijzigen zodoende de kans tot invordering bij het vredegerecht maximaal te garanderen wat ten goede komst voor zowel de stad als voor het parkeerbedrijf dat de parkeerretributies beheert;
Art 1:
Goedkeuring te verlenen om aan het retributiereglement op het betalend parkeren en het beperkt parkeren, zoals goedgekeurd in de gemeenteraad dd. 05.12.2019 bij de artikelen 22 en 35 volgende passage toe te voegen:
Ingeval van niet-betaling van de retributie “tarief blauwe zone”, en van de retributie “parkeerbiljet zonder parkeertijdbeperking”, binnen de vooropgestelde acht dagen, wordt een aanmaningsprocedure opgestart.
De kosten voor administratie en het verzenden van aanmaningen vallen ten laste van de schuldenaar van de retributie. De kosten worden als volgt vastgesteld, per aangemaande retributie (alle tarieven/bedragen te indexeren):
Verzending van een eerste aanmaning |
0,00 EUR |
Verzending van een tweede aanmaning |
20,00 EUR* + intresten** |
Verzending van een derde aanmaning door Gerechtsdeurwaarder in geval van wanbetaling door onderneming |
tarief voor het verzenden van een schuldvordering cfr. de gekozen procedure (advocaat/deurwaarder***) |
Dagvaarding voor bevoegde rechtbank |
|
*In geval van wanbetaling door een consument is deze aanmaning in toepassing van de wetgeving schulden van de consument (Boek XIX – Wetboek Economisch Recht (W.E.R.)), waarbij, per retributie, na de eerste (gratis) betaalherinnering en wachttermijn, een tweede ingebrekestelling wordt verstuurd met een bedrag voor aanmanings- en invorderingskosten volgens de maximale forfaitaire vergoeding in relatie tot het verschuldigd bedrag van de vordering, uitdrukkelijk bepaald in toepassing van het wettelijk plafond voorzien in ART XIX.4, 2° W.E.R. (m.n. schulden onder de 150,00 EUR: 20,00 EUR forfaitaire verhoging).
**Te vermeerderen met de verwijlintresten op de retributie vanaf de vervaldag overeenkomstig de Wet van 02/08/2022 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties. Deze intresten zijn in het geval van wanbetaling door een consument slechts verschuldigd vanaf het verstrijken van de wettelijk voorziene wachttermijn zoals aangeduid in de kosteloze herinnering.
***In geval van laatste minnelijke aanmaning door Gerechtsdeurwaarder wordt het tarief gehanteerd burgerlijke en handelszaken K.B. 30-11-1976 (niet limitatief o.a. aanmaning met dreiging – inlichting – postzegel – dossierkost - kwijtings-en inningsrecht ) én voor de gerechtelijke fase.
Art. 2:
De wijziging aan het retributiereglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur.